Door een andere lens – over het 06-museum van Danny Foolen en Michiel van der Werf
‘Het vreemde gevoel bekruipt me dat ik mijn smartphone aan het ‘dienen’ ben, in plaats van andersom, wat nogal confronterend voelt. Een citaat van filosoof Henry David Thoreau schiet me te binnen: ‘Men have become the tools of their tools’.’ Anne-Mirthe gaf haar telefoon een unieke ervaring in het 06-museum van Danny Foolen en Michiel van der Werf. Het bracht haar tot inzichten over haar generatie, Gen Z, ook wel de Z-ombie-generatie genoemd, wiens verschijnselen ze echter niet alleen bij haar generatiegenoten constateert.
De tijd dringt; het Amsterdamse Stedelijk Museum sluit over een uur. Terwijl ik door de zalen wandel, glijden mijn ogen over de diverse kunstwerken. Wanneer een werk me opvalt, maak ik een foto met mijn telefoon. Ik zorg ervoor dat de naam van de kunstenaar zichtbaar is, ‘dan kan ik het later altijd thuis nog even opzoeken’. Om zes uur loop ik naar buiten, en in de bus bekijk ik mijn aanwinsten.
Voor iemand die net als ik uit generatie Z komt – die vanwege het gekluisterd zijn aan ons beeldscherm en het niet bewust zijn van de realiteit soms generaliserend de beeldschermgeneratie of Z-ombie-generatie wordt genoemd – is dit misschien een herkenbare situatie. Hoewel, ik vraag me af of we niet allemaal een beetje aan dit Z-ombieverschijnsel lijden. Het gaat in ieder geval op voor de manier waarop we kunst waarnemen. Onze smartphones gebruiken we om bewijs vast te leggen: bewijs dat we dat ene kunstwerk echt hebben gezien, bewijs dat we ergens zijn geweest. Zelf gebruik ik mijn eindeloze digitale map vol foto’s van kunstwerken en hun titels regelmatig als naslagwerk.
Een paar dagen later ben ik in Nijmegen en bezoek ik Expo Bart. Op 21 september is daar het ‘06-museum’ geopend. Een kunstwerk dat fungeert als museum, waar het niet draait om je eigen ervaring als bezoeker, maar de ervaring van je telefoon. Een samenwerking tussen kunstenaars Michiel van der Werf en Danny Foolen. Omdat mijn telefoon mij al vaak genoeg kunst laat zien, vind ik het een goed idee om mijn geliefde apparaat zelf eens een kijkje te laten nemen. Als ik de expositieruimte binnenloop, zie ik een grote houten installatie. Aan de buitenkant van de installatie is niet veel bijzonders te zien: het is een opstelling van onbewerkt pershout en balken.
Bij binnenkomst krijg ik de instructie mijn smartphone af te geven. Ik mag de camera inschakelen, waarna de telefoon op een eigen reis gaat door de installatie, terwijl ik zelf aan de buitenkant meeloop. De installatie vereist actieve deelname: ik moet mijn handen door openingen steken en tegen een papieren gordijn blazen terwijl het monotone geluid van de bewegende smartphone een bijna mechanische sfeer creëert. Het geeft een gevoel van vervreemding, alsof de technologie de leidende rol op zich neemt, terwijl de mens een ondersteunende functie vervult. Het luide, klakkende geluid van mijn hakken op de betonnen vloer, dat soms wat versnelt en dan weer vertraagt omdat ik mijn smartphone bij moet houden, vult de ruimte. Het geeft me bijna een gevoel van schaamte. Daar loop ik, achter een voor mij onzichtbaar apparaatje aan, terwijl ik instructies opvolg om het ding een zo memorabel mogelijke ervaring te geven.
Het vreemde gevoel bekruipt me dat ik mijn smartphone aan het ‘dienen’ ben, in plaats van andersom, wat nogal confronterend voelt. Een citaat van filosoof Henry David Thoreau schiet me te binnen: ‘Men have become the tools of their tools’. De een-na-laatste instructie vraagt me om een geheim te vertellen aan mijn telefoon, iets dat hij nog niet van me weet. Een zwart microfoontje wijst mijn kant op. Het gaat vrij snel, ik word erdoor overvallen, en weet daardoor niets te verzinnen. Helemaal omdat ik me afvraag of er überhaupt wel iets is dat mijn telefoon niet van mij weet.
Wanneer ik mijn telefoon terugkrijg en het gemaakte filmpje bekijk, vervangt verbazing het eerdere ongemak. Op het scherm is een heuse ruimte te zien: een steriele zaal met witte muren, hoge ramen en zonnige schaduwen op de vloer. Danny Foolen en Michiel van der Werf spelen op vakkundige wijze met waarneming en perspectief. Ik zie mijn rode trui achter een van de ramen voorbij komen. In de volgende scène proberen enorme vingers de deur open te duwen. Nog meer zalen schuiven voorbij. Een daarvan bevat een lachspiegel, naar buiten gericht: ik zie een vervormde versie van mijzelf.
Het gevoel dat ik eerder had, wordt opnieuw bevestigd. Deze installatie bevat een flinke dosis humor en ironie, waarin de toeschouwer niet alleen naar het kunstwerk kijkt, maar zelf onderdeel is van een performance die de paradox van onze, vaak technologie gedreven, levensstijl blootlegt. Het 06-museum nodigt uit tot nadenken, door niet een eenzijdige dwingende boodschap uit te zenden, maar door me uit te nodigen deelnemer te worden, met behulp van het spelelement van de installatie. Nadat ik de video bekeken heb, voel ik namelijk meteen enthousiasme om het werk nog eens te ervaren. Ik hoop tegen die tijd een geheim te hebben dat mijn telefoon nog niet van mij kent.
Het 06-museum van Danny Foolen en Michiel van der Werf is op donderdagen, vrijdagen, zaterdagen en zondagen open en nog tot en met 10 november 2024 te bezoeken in Expo Bart, Nijmegen.