The Disaster Artist is een ode aan onbevreesd mislukken
“When I get upon the stage in front of people all I can think about is: what if they laugh at me? But you man, you are fearless. I want that too.” – Greg Sestero in The Disaster Artist
Tot voor kort verkeerde ik in de naïeve veronderstelling dat de angst om te falen op een dag voor eeuwig van je af valt, als melktanden die plaatsmaken voor een meer solide alternatief. Maar ik ontdek steeds meer dat makers altijd, jong en oud, blijven vrezen dat hun werk niet goed genoeg is. Zo hoorde ik de vrouw van een succesvolle kunstenaar onlangs tijdens een opening iemand toefluisteren dat hij die nacht geen oog had dichtgedaan omdat hij bang was dat men zijn nieuwe werk niet langer relevant vond. Ook jonge makers zie ik tijdens hun tentoonstellingen zenuwachtig zweten en onzeker om zich heen kijken. Dat begrijp ik ook wel, het is immers toch alsof je iemand in je ziel laat kijken en als iemand dat afkeurt, dan schuurt dat. Nu is er niks mis met onzekerheid, het kan de mens zelfs sieren, maar ik vind het zo leuk dat er ook een aantal titanenzonen zijn die daar geen enkele last van lijken te hebben. Eén van hen is Tommy Wiseau. Deze dappere man stapte op een dag trots de bühne op om zijn film, die recht uit zijn hart kwam, te presenteren aan een zaal vol verwachtingen: “This is my movie and this is my life.” De reactie van het publiek zag hij in geen velden of wegen aankomen. Zijn bloedserieuze meesterwerk, The Room, werd snoeihard uitgelachen, kreeg de meest beroerde kritieken en scoorde een magistrale 3,6 op IMDB. Desondanks (of juist daarom) veroverde zijn film een ware cultstatus, heeft Wiseau beroemdheid verworven en is er zelfs een film over hem gemaakt die nu in de bioscoop draait: The Disaster Artist. De film is een ode aan bezielde makers, vriendschap, het najagen van dromen en onbevreesd mislukken. Noem me sentimenteel maar daar schoot ik toch een beetje van vol.
The Room
In 2003 verscheen er een billboard in de heuvels van Los Angeles met daarop de ietwat mysterieuze aankondiging van de première van The Room. Er stond een telefoonnummer bij om te RSVP-en en als je dat belde kreeg je het genie er achter aan de lijn: Tommy Wiseau. Tot op de dag van vandaag weet niemand precies hoe oud hij is, waar hij (en zijn goddelijke accent) vandaan komt en waar hij de 6 miljoen dollar vandaan harkte om de film te maken die hem naar de ongekende hoogtes van zijn roem bracht. Inmiddels weten wél veel mensen hoe zijn première afliep. Hoewel zijn film eigenlijk was bedoeld als een bloedserieus drama over vriendschap, liefde en verraad, werd het ontvangen als een absurdistische komedie met een bizarre cast, script en verhaallijn. In eerste instantie draaide de film slechts twee weken (Wiseau wilde in aanmerking komen voor een Oscar) maar die trok geen volle zalen. Het schijnt zelfs dat van de paar honderd mensen die de film zagen, er velen kwaad de zaal uit stormden en hun geld terug eisten. Zij vonden het acteerwerk rampzalig, de seks scenes tergend en konden niet begrijpen dat twee subplots een open einde hadden. Verder vond men het volslagen debiel dat de scenes buiten voor een green screen zijn opgenomen, dat er een scene is waar mensen uit het niets beginnen te tjilpen en dat het hoofdpersonage kostelijk moet lachen om een treurig verhaal. De lijst met kritiek leek oneindig. Tegelijkertijd was er een handje vol kijkers dat zich ontpopte tot fans van het eerste uur. Zij vonden alle onvolkomenheden juist intens grappig en Wiseau’s personage een gouden vent. Ze begonnen screenings over de hele wereld te organiseren, waar Wiseau als een held onthaald werd. Daarbij maakte het hen niet uit dat de film als drama was bedoeld. Zelf ontkent de maker dit overigens hardnekkig. Hij claimt dat de film altijd al bedoeld was als humoristische cultklassieker, al beweert de hele cast van The Room het tegenovergestelde. Hoe het ook zij: de afgelopen 14 jaar heeft de film zich ontpopt tot een curieus fenomeen waar men geen genoeg van kan krijgen.
The Disaster Artist
Eén van de mensen die The Room ook kon waarderen was de Amerikaanse regisseur, acteur en producer James Franco. Hij vond het zelfs zo goed dat hij ook het boek las dat Greg Sestero (Wiseau’s co-ster in The Room, en tevens zijn beste vriend) met journalist Tom Bissell schreef over de totstandkoming van The Room: ‘The Disaster Artist.’ Franco besloot de filmrechten te kopen en (net als Wiseau bij het origineel) de film zelf te produceren, regisseren en ook nog even de hoofdrol op zich te nemen, waarvoor hij eerder deze week een Golden Globe won.
Het resultaat had makkelijk een flauwe film kunnen zijn waarbij hij Wiseau volledig in de zeik nam, maar ik zie er eerder een lieflijke lofzang in. De film vertelt over de bijzondere vriendschap tussen Tommy Wiseau en Greg Sestero, die wordt gespeeld door Dave Franco, het broertje van James. De film begint bij de ontmoeting van het duo in San Francisco, 1998. Tijdens een theater les staat Sestero behoorlijk ongemakkelijk op de planken. De onzekerheid en angst straalt van hem af als de docent hem meedogenloos afkraakt gaat hij als een geslagen hond weer zitten. De docent vraagt of er misschien iemand is die zich helemaal kan geven en achteruit de zaal klinkt een vastberaden stem:“I go.” Wiseau maakt zich met zijn donkere manen los uit de schaduw, walst naar het podium en stort zich daar vol overgave in een performance. Hij schreeuwt als een bezetene, smijt met een stoel en klimt de coulissen in. Iedereen kijkt vol afschuw toe, behalve Sestero. Hij is vol bewondering en besluit na de les wat acteeradvies aan zijn nieuwe held te vragen. Hier begint een jaloersmakende, aandoenlijke en vreemde vriendschap tussen twee mannen met een gedeelde passie.
Het duo droomt er van om beroemde acteurs te worden. Deze droom jagen ze vurig na door naar L.A. te verhuizen en elkaar mierzoete pep talks te geven: “You have to be the best and never give up.” Ze doen hun stinkende best om door te breken, en na tal van afwijzingen besluiten ze dan ook niet om de handdoek in de ring te gooien, maar zelf een film te maken. Wiseau schrijft het script, et voilà: The Room is geboren. De verwezenlijking van deze bijzondere film is de kern van The Disaster Artist. Daarbij wordt door Wiseau kosten nog moeite gespaard. Hij koopt peperdure camera’s, houdt wonderlijke audities en verbaast zijn crew keer op keer met zijn vreemde gedrag. Zo heeft hij een berg takes nodig voor zijn eerste scene (die hij nota bene zelf schreef), laat hij een eigen toilet installeren en kan hij totaal niet met kritiek omgaan. Daarbij twijfelt hij nooit aan zichzelf en wordt hij soms laaiend: “Nobody respect my vision!” In dit alles zie je hem en zijn beste vriend ook enorm met elkaar worstelen. Tot aan de dag van de premiere aan toe. Hoe ze uiteindelijk omgaan met de reactie op hun meesterwerk laat ik graag open, maar wat een glorie!
Natuurlijk heb ik hier en daar hard gelachen om het ongelooflijk naïeve en bizarre verhaal, het tot stand komen van de beroemde scenes en Franco’s knappe vertolking van Wiseau. Maar eigenlijk koester ik vooral veel bewondering voor Wiseau zelf. De artiest die keer op keer niet serieus werd genomen, wiens werk slecht werd beoordeeld en die zelfs door een grote Hollywood-pief werd verteld dat hij het nooit in een miljoen jaar ging maken. De gemiddelde maker zou zich jankend of ten minste beschaamd uit de voeten maken. Wiseau houdt zich dapper staande en vraagt iets waar ik alleen maar van kan dromen: “En daarna?” Opdat je zo grenzeloos toegewijd bent en gelooft in wat je doet dat je onbevreesd durft te mislukken. Omdat er altijd nog een ‘daarna’ komt, waar je zou kunnen herrijzen tot grote hoogte.