Dineo Seshee Bopape: het persoonlijke is politiek geworden
Wie zijn de kunstenaars achter belangrijke, kwetsbare en kritische kunstwerken? Hoe ziet hun blik op de wereld eruit en wat zeggen ze precies over de thematieken die ze met hun werk aansnijden? Museum Arnhem is in 2018 tijdelijk gesloten vanwege een uitbreiding en vernieuwing. Mister Motley gebruikt deze kans om in de collectie van het museum te duiken en kiest maandelijks een spraakmakend werk uit. Deze maand bespreekt Rob Perrée voor mister Motley het werk Silent Performance van Dineo Seshee Bopape en onderzoekt daarmee haar veelzijdige en kritische kunstenaarschap.
Eind 2010 exposeert Dineo Seshee Bopape samen met Marlene Dumas en Zanele Muholi in het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem (nu Museum Arnhem). Dumas laat werk zien dat ze maakte toen haar collega’s aarzelend aan hun leven begonnen. Ze ‘speelt’ de moeder die zorgt voor haar kinderen en die, vanuit haar eigen werk, laat zien dat ze hun emoties begrijpt. Een mooi concept. Van Muholi zijn er portretten van slachtoffers van aanrandingen en verkrachtingen. Veelal jonge, lesbische vrouwen. Bopape vult de ruimte met een ogenschijnlijke chaos – ze noemt het zelf een orchestral mess – die het verhaal vertelt van een stormachtige relatie die geëxplodeerd is. De woede woekert in de zaal. Op een klaagmuur gaat ze tekeer met getekende teksten die aan duidelijkheid niets te wensen over laten. In de ruimte meubelachtige objecten die niet alleen van een rommelmarkt afkomstig zijn, maar die ook hun rommelige kwaliteit nog steeds met zich meedragen. Zelfs de huiselijk bedoelde bank stoot eerder af dan dat hij uitnodigt om erop te gaan zitten. De kijker ervaart de verwarring van de kunstenaar, herkent haar woede, haar wanhoop en een range van andere emoties. Net zoals in haar oudere werk maakt ze de kijker onderdeel van haar persoonlijke leven. Leek ze eerder (tijdens haar jaren op de Ateliers in 2006 & 2007) nog op zoek te zijn naar haar identiteit, in deze installatie lijkt er een aanval op die identiteit te zijn uitgevoerd.
Mijn eerste eigen ontmoeting met Dineo Seshee Bopape was dan ook in 2006. Ze was in haar eerste jaar op De Ateliers in Amsterdam. Omdat ze een tentoonstelling zou krijgen in Galerie 23 in datzelfde Amsterdam, besloot ik haar op te zoeken in haar atelier. Wat me bij binnenkomst onmiddellijk opviel, was een wand die volledig overdekt was met alles wat je maar bedenken kunt. Allerlei objecten, papiertjes, kledingstukken, slipjes, foto’s, plastictasjes en dingetjes die een kunstenaar kan verzamelen uit dagelijkse activiteiten, uit gewoon leven en doen. Een visueel 3D-dagboek in de vorm van een wandsculptuur? Of was het een enigszins Freudiaanse uitdragerij? Of… een work in progress, een schets voor nog onbekende kunstwerken? Dat wist ik toen nog niet. De impact was in ieder geval groot. Ik móest kijken. De grillige, met proppen ruwe katoen opgevulde, stinkende wandsculpturen van de Amerikaanse kunstenaar Leonardo Drew kwamen bij me boven. Die gunden me ook geen rust.
Dezelfde directheid was kenmerkend voor de video’s die ze me liet zien. Vooral ‘Round One’ was confronterend. Een kreunende kunstenaar, de camera gericht op de onderkant van haar gezicht, die kakkineus de woorden yes en no uitsprak. Langzamerhand groeiden die uit tot teksten. Toen pas besefte ik dat ik naar een giftige parodie op het kolonialistische, Britse onderwijs in Zuid-Afrika had zitten kijken. Identiteitsverminking van het slimste soort. De kunstenaar sprak me dan ook bestraffend toe. In Oxford English.
Twee jaar later, in 2008, zou ze de problematiek van de identiteit opnieuw verbeelden. Dit keer op een veel lossere, humoristische manier. In de door Museum Arnhem aangekochte diashow Silent Performance, neemt ze niet alleen allerlei poses aan, ze vermomt zich ook in allerlei fictieve persoonlijkheden door bijvoorbeeld een nepbaard om te doen. Omdat ze dat bewust onhandig doet, roept het werk herinneringen op aan oude, schokkerige, stomme films en neemt ze op humoristische wijze de normen ten aanzien van het uiterlijk, gedrag en houding op de hak.
Na De Ateliers haalt Bopape haar masters aan Columbia Universty in New York en ondertussen wordt Dineo Bopape steeds beroemder, wint ze belangrijke prijzen en volgt de ene tentoonstelling op de andere. Geboren en opgegroeid in Polokwame (Transvaal) reist ze nu vanuit Johannesburg de hele wereld over.
Haar werk is wel veranderd. Haar installaties zijn abstracter geworden. Ze zijn niet meer opgebouwd uit alledaagse, bestaande, herkenbare objecten, ze zijn vooral gemaakt uit zand of klei, uit stenen en uit zelf opgenomen videobeelden. Ze vinden vaak hun oorsprong in de beladen geschiedenis van haar land, in herinneringen, in het werk van overleden helden als James Baldwin en Nina Simone. Was het vroege werk vooral persoonlijk, het persoonlijke is nu politiek geworden. Zoals veel Zuid-Afrikaanse studenten en kunstenaars eist ze haar plaats op, haar rechten, als zwarte vrouw en als kunstenaar die de oorlog heeft verklaard aan de onderdrukking.
Twee jaar geleden had ze een tentoonstelling in het Palais de Tokyo in Parijs: Untitled (of Occult Instability) [Feelings ]. Daarin tekende die verandering zich al af. Uitgangspunt was een videoclip van Nina Simone, die tegen een oranje achtergrond Feelings zingt. De hele ruimte had de kleur van die achtergrond. De toegang tot de ruimte was voor een groot deel geblokkeerd door een enorme berg kapotte, bruinrode bakstenen. Ik had het gevoel een enigszins beklemmende grot te betreden. Hier en daar werden waterdruppels opgevangen in emmertjes. Bopape wilde laten zien, laten voelen, hoe heftig de koloniale geschiedenis van haar land doordringt in het gevoelsleven van haar generatie. Hoe die moet vechten om geestelijk in balans te blijven. Dat werd me vooral duidelijk door de videobeelden die ze in de Jardin de Vincennes had gemaakt. Daar werd in 1931 een koloniale tentoonstelling gepresenteerd waarvoor oorspronkelijke bewoners uit de koloniën werden gehaald om zich in zelfgemaakte hutjes en huisjes aan het blanke publiek te tonen. Een human zoo, volgens Bopape.
In Lerole: footnotes die ze vorig jaar in het Rotterdamse Witte de With en, in een aangepaste vorm, in Kunsthal Kade in Amersfoort liet zien, is de politieke lading onmiskenbaar. De installatie is een monument voor de verzetsdaden van zwarte Zuid-Afrikanen. Geïnspireerd door de studentenprotesten van 2016 in Johannesburg, waarbij bijvoorbeeld het standbeeld van de vermaledijde Cecil Rhodes werd neergehaald, refereert ze aan Robert Sobekwe. Hij was de oprichter van het Pan African Congress, dat zich verzette tegen de Apartheid. In de gevangenis begroette Sobekwe iedere nieuwe gevangene met een vuist waarin aarde was samengeknepen. In een arrangement van gestapelde stenen, waarop een paar honderd met de hand geknede klei-objecten liggen, van geluiden van de quetzal, een vogel die zelfmoord pleegt als hij wordt opgesloten, en van geluiden van de oceanen die het continent omringen, brengt Dineo Seshee Bopape een eerbetoon aan Sobekwe en daarmee aan de studenten die op hun eigen wijze zijn voorbeeld volgden.
De boze kunstenaar die woedend reageert op een verbroken relatie, heeft zich ontwikkeld tot een kunstenaar die de woede van haar generatie vorm geeft. Verleden en heden worden met elkaar verbonden. Het persoonlijke is inderdaad politiek geworden.
Dit stuk is geschreven in opdracht van Museum Arnhem, zonder redactionele inspraak. Museum Arnhem is momenteel gesloten in verband met een uitbreiding en vernieuwing. Hoewel de collectie nu niet te zien is in het museum, is een groot deel van de collectie te raadplegen via de website van het museum.