A design without referents
Scriptie van: Joost Vullings
ArtEZ – Graphic Design
We worden omringd door beelden die gemaakt zijn om zo snel en helder mogelijk een boodschap over te brengen, ons in een oogopslag een verhaal te vertellen, een voorstel te doen, te informeren of te overtuigen. Voor dit doel wordt het beeldmateriaal waarmee we dagelijks — zowel bewust als onbewust — worden doodgegooid zo duidelijk en herkenbaar mogelijk vormgegeven, en meestal wordt de boodschap kracht bijgezet door in te spelen op onderhuidse verlangens, behoeftes en gemis. Een reusachtig paars billboard van Mijndomein stelde me in grote witte letters voor GRATIS. EEN WEBSITE. TE. LATEN. MAKEN., en ja: mijn ontwerppraktijk heeft inderdaad behoefte aan een podium en ik behoefte aan erkenning. En die website die ik nu heb? Daar twijfel ik toch ook al maanden over? Zal ik dan toch?
De grootte van het billboard, de dieppaarse kleur en de kapitale witte letters: ze laten weinig aan de verbeelding over en smijten ondubbelzinnig het idee van een website in het gezicht van elke voorbijgaande ZZP’er met behoefte aan klandizie. Met daar aan vasthangend niet alleen de belofte van ‘exposure’, maar vooral ook de benadrukking van het gebrek daaraan in de huidige stand van zaken. En zo was ook ik na één blik op een billboard voor zeker tien meter in beslag genomen met het idee van een website. Een idee waar ik niet om gevraagd had en dat twijfels losmaakte waar ik geen behoefte aan had.
Zo werkt reclame, zo werken boekomslagen, zo werken Instagram posts. Zo werken kranten, magazines en alle beelden om ons heen. Beelden gemaakt met het doel zo snel en effectief mogelijk indruk te maken en ons iets te laten kopen, doen, bijwonen of liken en ons zo dag in dag uit opzadelen met ideeën en opties waar we niet om hebben gevraagd. Hoe kun je als ontvanger van al deze vragen, voorstellen en boodschappen, nog enige zeggenschap hebben over wat zich afspeelt in je hoofd? Hoe kun je, in plaats van te bedenken of je Ja of Nee moet zeggen tegen een ‘gratis’ website, dit voorstel volledig negeren? Er geen stelling over innemen, jezelf niet definiëren aan de hand van voorstellen waar je niet om hebt gevraagd. Deze vraag bracht me op het korte verhaal ‘Bartleby, the Scrivener: A Story of Wall Street’ uit 1853, van de Amerikaanse schrijver Herman Melville. Hierin reageert Bartleby, een klerk en kopiist op een advocatenkantoor, op elke vraag of voorstel — van ‘Wil je dit even naar het postbureau brengen?’, tot een bord met eten dat voor hem wordt neergezet — met: (vrij vertaald) ‘Ik had het liever niet’. Deze zin is door onder andere Gilles Deleuze en Giorgio Agamben uitgebreid bestudeerd en ontleed, en wordt door hen beschreven als zowel agrammaticaal, als zich bevindend ‘tussen ja en nee in’: het reageert op de vraag, maar geeft niet echt antwoord, aanvaardt noch verwerpt het betreffende voorstel. En zo, op ieder voorstel reagerend met dezelfde ongrijpbare zin, weigert Bartleby zichzelf te laten bepalen door wat aan hem gepresenteerd wordt, weigert zichzelf te definiëren door welk voorstel dan ook te bevestigen of te verwerpen en laat zich zo onbepaald door alles om hem heen.
Ik had het liever niet, maar met beeld valt niet te praten. Om de indringendheid van visuele communicatie te ontwrichten voldoen onze reacties niet. Hiervoor moet de communicatie zelf ongrijpbaar zijn. Niet onze antwoorden, maar het ontwerp moet agrammaticaal zijn. Ontwerp dat geen Ja en geen Nee is, niet volledig helder of totaal onbegrijpelijk, maar ergens daar tussenin. Ontwerp dat niet meegaat met de beeldconventies van zijn context, zoals reclameborden met reusachtige schreefloze letters, of punkalbums vol rebelse foto’s en bewust rommelige typografie, maar ook niet bewust het tegenovergestelde doet. Want een paarse albumcover met grote schreefloze letters zou dan wel niet inspelen op mijn muzieksmaak, het zou me wel ondubbelzinnig doen denken aan mijn webhoster. Agrammaticaal ontwerp zou herkenbaar genoeg zijn om je aandacht te trekken, maar vaag genoeg om ervoor te moeten stilstaan: een gat in de zee van indrukken om ons heen.
Waar ik naar zoek in agrammaticaliteit is dan ook geen anti-ontwerp, geen leeg A4’tje of onleesbare typografie. Geen Instagram post van een hoopje rommel dat breekt met de norm van perfectie op sociale media. Agrammaticaliteit is niet het laten horen van een tegenstatement; het is het volledig voorbijgaan aan statements. Het doen van een uiting waarbij het overbrengen van de boodschap niet het enige is wat ertoe doet. Een uiting die om meer geeft dan de punten op de i’s. Hel, een uiting waarbij de i’s misschien in het geheel ontbreken.
Waar het op neerkomt, is een zekere disfunctionaliteit; agrammaticaal ontwerp breekt met zijn functie als effectief communicatiemiddel en met een neoliberale staat van zijn waar alles gezien wordt in termen van kost en effect, resultaat en doelgerichtheid. In deze breuk ligt voor de kijker het moment van ademruimte in de stroom van beelden waar we dagelijks tegenin moeten zwemmen. In deze breuk ligt het moment dat je in verwondering stilstaat, dat je laat wachten. Wachten, wachten en wachten, terwijl je zoekt naar dat woord dat op het puntje van je tong ligt, maar dat je eeuwig zoekende laat.
‘A design without referents’ is een verzamelend onderzoek naar mogelijke vormen van agrammaticaal ontwerp en de mogelijke gevolgen die het kan hebben.
— Joost Vullings