Dead plants and living objects
Stel je voor: je staat midden in een gebied vol natuurlijk schoon, waar de wind de enorme bladeren van helder groene varens zachtjes heen en weer doet wiegen. Op de achtergrond hoor je het water van een meertje licht kabbelen en af en toe torent het geluid van een brullende kikker uit boven de meditatief te noemen stilte. Langzaam daalt de zon en komt de schemer op. Pas wanneer je opmerkt dat je omringd wordt door het warme licht van een tal aan waxinekaarsjes besef je je dat de dringende behoefte om op je telefoon te kijken die tien minuten geleden nog zo sterk aanwezig leek, is verdwenen: je bent beland in een botanische tuin, geheel zonder stroom.
De Japanse installatie kunstenares Rie Nakajima, overgevlogen uit Londen, heeft niet alleen muzikant Pierre Berthet uit België meegenomen naar Nederland, maar ook een auto volgeladen met diverse zelf gefabriceerde muziekinstrumenten. Ze zijn in de vorm van een installatie verspreid en opgebouwd in een botanische tuin. PVC buizen waar bont gekleurde verjaardagsballonnen overheen zijn gespannen dienen als trommels. Aan de bomen hangen waterreservoirs gemaakt van plastic flesjes die langzaam waterdruppels op de gespannen ballonnen doen vallen. Rietjes van een meter lang die door hun neon kleuren oplichten in de schemering maken fluitende klanken. De performance van Nakajima en Berthet is één groot levend experiment.
Voor Nakajima is het zoeken naar muziek zonder genre een oneindige tocht. Door het gebruik van vreemde objecten waar ze zelf ook niet altijd de functie van weet, tast ze de grenzen van de muziek af. Zo probeert ze tijdens de performance langzaam en vol concentratie knikkers te laten rollen door een niet te definieren metalen object, het veroorzaakt galmende geluiden. Het blijkt een voorwerp te zijn wat ze meenam uit de keuken van haar tante, in haar moederland Japan. Met zelfontdekte klanken en tonen maakt ze haar eigen akoestische producties, ze sluiten moeiteloos aan op het werk van Berthet die als slagwerker afstudeerde aan het conservatorium van Brussel. Sindsdien maakt hij zowel binnen als buiten experimentele muziekinstallaties waarin het experiment van het druppelen van water op diverse oppervlakten meervoudig centraal staat. Gedurende de performance in de botanische tuin heeft niet alleen de menselijke aanwezigheid van de kunstenaars invloed op de installatie, ook zijn zij in dialoog met de natuurlijke elementen in hun omgeving: water en wind.
Een blauw met gele opblaasboot lijkt klaar voor vertrek te wachten aan de waterkant. Echter dient ook dit object als instrument om de meest mystieke geluiden te produceren. Langs de takken van de bomen in de tuin is een constructie uit staaldraad gespannen waar verschillende materialen wachten op aanraking: waaiende plastic sluiers, een stuk aluminiumfolie en diverse zelfgemaakte muziekinstrumenten. Zo’n vijftig man beweegt zich langzaam door de botanische tuin, de een zittend aan de waterkant, de ander leunend tegen een boom. Op eigen tempo volgt ieder individu de beweging van de twee performancekunstenaars die beide hun eigen koers lijken te volgen. Er heerst een ambiance vol nieuwsgierigheid terwijl de kunstenaars in zelfingetogen intuïtie hun pad bewandelen door de tuin, op zoek naar nieuwe geluiden.
De auditatieve installatie geeft tevens stof tot nadenken. Wat valt er nog te horen als de stroom uitvalt? Is het mogelijk de onzichtbare vibraties te horen die het duo als schaduwen door de tuin laten dansen? Het toont een ode aan het experiment en tevens een tegengewicht aan alle muziek die niet meer zonder stroom lijkt te kunnen voortbestaan. Zonder stroom: een concept wat al eerder diverse kleinschalige luisterconcerten tot stand bracht en waar het openen van de oren centraal staat. Het wordt georganiseerd door EXTRAPOOL, een plek in Nijmegen waar experimentele muziek en performance een podium krijgt. Hier is het gebruik van stroom écht verboden en mag de smart-phone zelfs niet gebruikt worden om de performance te documenteren. Het zorgt ervoor dat de bezoeker met potlood en papier gedurende de avond vastlegt wat er ervaren, gevoeld of geobserveerd wordt, en de performance slechts als een herinnering in het geheugen opnieuw af te spelen is.