De werkelijkheid is ongeloofwaardiger dan fictie – het fotowerk van Ruud van Empel, deel I
In 2020 wordt in Hangar Photo Art Centre in Brussel de expositie “Ruud van Empel 25 Years of Photo Works 1995-2020 geopend. Bij de tentoonstelling verschijnt ook de gelijknamige publicatie. Daarvoor schreef Alex de Vries teksten over vrijwel alle series fotowerken die Van Empel in die periode gemaakt heeft. Mister Motley publiceert in twee delen een selectie van deze teksten. Ze zijn voor dat doel licht bewerkt – vandaag deel één.
In 1995 krijgt Ruud van Empel een werkbeurs van de Nederlandse staat via het toenmalige Fonds voor Beeldende Kunst, Vormgeving en Bouwkunst. Hij koopt een computer om te experimenteren met Photoshop. Het programma stelt hem in staat zijn analoge foto’s nauwgezetter te bewerken dan mogelijk is in de meer traditionele fotocollages die hij tot dan toe met behulp van de kopieermachine maakt. Van jongs af legt hij een beeldarchief aan dat de bron vormt waaruit hij kan putten voor al zijn werk. Het bestaat uit beelden en objecten die hij overal en nergens vindt en die hem frapperen door hun eigenzinnig karakter. Hij ontdekt dat de uiterste consequentie van alledaagsheid is dat de werkelijkheid zich absurd, krankzinnig, banaal, geniaal of waardeloos voordoet. De verbeelding van die werkelijkheid in het werk van Van Empel komt voort uit een filosofische fascinatie voor confrontatie enerzijds en episodes uit zijn persoonlijke leven anderzijds.
Hij ontdekt dat de uiterste consequentie van alledaagsheid is dat de werkelijkheid zich absurd, krankzinnig, banaal, geniaal of waardeloos voordoet.
In Engeland is ‘theatre’ een militaire term voor een veldslag. Daarmee wordt uitdrukking gegeven aan de schrikbarende schoonheid die is verbonden aan een strijd op leven en dood. De wonderlijke esthetiek van dood, bederf en vernietiging vormt voor Ruud van Empel (1958°) het uitgangspunt voor de panoramische verbeeldingen (100 x 300 cm) van Theatre. De fotoserie, begonnen in 2010, wordt om de twee jaar uitgebreid met nieuw werk. Op Theatre#4 is een blond meisje in een blauw jurkje te zien in een imponerend donker bos, waarbij op de plek in de verte waar zij staat nu juist het zonlicht valt. Op een ander panoramisch werk staat er in het donkere bos een jong hertje. Het sentiment van onschuld dat zowel jonge kinderen als Bambi oproepen wordt schaamteloos ingezet. Volgens Ruud van Empel kun je zo’n beeld wel afwijzen omwille van de eenduidige emotie die ermee wordt nagestreefd, maar dat neemt niet weg dat als je zelf op een boswandeling wordt geconfronteerd met een ree, je stilvalt en met open mond staat te kijken. Het onontkoombare van die ervaring krijgt bij hem in dit werk gestalte.
De kleinere werken van 120 x 120 cm uit Theatre laten een weerloze landschappelijke schoonheid zien die nog geen weet heeft van het lot dat haar beschoren is. Na een veldslag die er mogelijk gevoerd gaat worden zal zij tot ‘schuldig landschap’ worden verklaard. Daarmee verwijst dit werk naar de kunstenaar Armando (NL 1929-2018) die in zijn reflecties op de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog bosranden als onverschillige getuigen van oorlogsmisdaden in zijn schilderijen heeft opgevoerd. De wrede schoonheid ervan heeft Van Empel gevat in een bijna architecturale weergave van ongenaakbare natuur in zijn fotoseries.
In Engeland is ‘theatre’ een militaire term voor een veldslag. Daarmee wordt uitdrukking gegeven aan de schrikbarende schoonheid die is verbonden aan een strijd op leven en dood.
Enkele jaren vóór Theatre, in het jaar 2007, ligt de atelierpraktijk van Ruud van Empel nagenoeg stil, omdat hij de zorg op zich heeft genomen voor zijn ongeneeslijk zieke moeder Corrie Couweleers. Het besef dat alles wat je moeder over je weet met haar dood verloren gaat, brengt hem van zijn stuk. Van Empel is dan 48 en besluit te reconstrueren wat zijn moeder over hem weet, hoe gebrekkig dan ook. Eenzelfde voornemen doet zich voor als ook zijn vader in 2011 overlijdt. De nalatenschap van zijn beide ouders grenst wat betreft bewaarde voorwerpen aan het obsessieve, vergelijkbaar met de manier waarop hijzelf zijn beeldarchief aanlegt en tienduizenden beelden verzamelt, maakt en opslaat om deze in zijn fotografische werk om te kunnen zetten in een zelfstandige wereld. Het huwelijk van zijn ouders waaruit drie kinderen worden geboren is in een scheiding geëindigd. Zowel zijn moeder als zijn vader bewaren relikwieën uit het verleden met de grootste zorgvuldigheid. Vooral zijn vader bewaart alles en komt met die schatten uit het verleden voor de dag als zijn ex-vrouw overlijdt. De spullen van zijn vader zijn vooral persoonlijke artefacten van hemzelf en zijn kinderen en die van zijn moeder de gebruiksvoorwerpen die in het dagelijks leven vanzelfsprekend zijn, maar die eenmaal nutteloos geworden een symbolische betekenis krijgen voor hoe het leven geleefd is en wordt.
In de nalatenschap van zijn ouders treft hij ook veel over zichzelf aan die hij in de serie Souvenir d’intime (2016-) in de goede traditie van het Madeleine-effect van Marcel Proust zintuigelijk ervaarbaar maakt: kindertekeningen, speelgoed, zelfportretten, pasfoto’s, nagetekende veldslagen, academiestudies, maar ook zijn liefdesbrieven en die van meisjes uit de eerste klas lagere school, de parafernalia van zijn vader tot diens PTT-pet en kunstgebit aan toe, memorabilia met betrekking tot zijn vaders verblijf in Indonesië tijdens de onafhankelijkheidsoorlog, de borduurspullen van zijn moeder en aandoenlijke tastbare herinneringen aan zijn overleden zus.
Als dit werk door zijn dwingend intieme karakter al indruk maakt, dan is de eerdere serie Souvenir (2008-) zo mogelijk nog schrijnender. Het bijna ondraaglijke, persoonlijke karakter van dat werk probeert hij aanvaardbaar te maken door zijn fotocomposities vergezeld te laten gaan door korte, poëtische teksten. Je zou ze gedichten kunnen noemen, maar eerder zijn het neutrale observaties van alledaagse situaties in de traditie van de literaire beweging van de Informelen begin jaren zestig in Nederland: found footage en daarvan dan de documentaire beschrijving waar persoonlijke ervaringen in doorsijpelen. Niets aan dit werk is voor de gelegenheid erbij bedacht. De combinatie van de objecten draagt zorg voor een onontkoombaar beeld.
Het besef dat alles wat je moeder over je weet met haar dood verloren gaat, brengt hem van zijn stuk.
Voordat in 2007 zijn moeder overlijdt heeft Ruud van Empel in 1992 zijn gehandicapte zus al verloren. Ze is maar 21 geworden. Vanaf die gebeurtenis is het denken over sterfelijkheid en vergankelijkheid in zijn werk in toenemende mate betekenis gaan krijgen. Hij gaat er op een nietsontziende manier mee om, dat wil zeggen in de ogen van een buitenstaander. Voor hemzelf is het een vanzelfsprekende noodzaak dat hij de persoonlijke intimiteit van herinneringen verbeeldt door tastbare objecten in een afhankelijke relatie met elkaar te tonen. Opvallend is dat dit werk buiten Nederland minder wordt herkend. Het is dan ook een oer-Hollandse thematiek die met name in de Nederlandse literatuur, met als hoogtepunt de legendarische roman ‘De avonden’ van een van de grootste twintigste-eeuwse Nederlandse schrijvers Gerard Reve (1923-2006), altijd een prominente rol speelt. Uitgangspunt daarbij is dat de werkelijkheid ongeloofwaardiger is dan fictie, een notie die in het geval van Ruud van Empel het voor niet-Nederlanders moeilijk maakt om zich daarin te verplaatsen.
De ontvangst van zijn nieuwe werk in de Verenigde Staten is wat dat betreft typerend. Jeff Stafford reageert op 7 oktober 2014 als volgt op een presentatie in Jackson Fine Art in Atlanta: “De meer verontrustende toon van het nieuwe werk is mogelijk te wijten aan de reactie van de kunstenaar op moderne media, vooral de manier waarop die ons ontmenselijkt in plaats van de communicatie te verbeteren. Of je deze nieuwe richting in de carrière van Van Empel nu verwerpt of omarmt, het recente werk levert overtuigend nieuw bewijs dat hij de lijn tussen fotografie en schilderkunst verder vervaagt, door middel van zijn digitale manipulaties en fotorealistische collages.”
…het recente werk levert overtuigend nieuw bewijs dat hij de lijn tussen fotografie en schilderkunst verder vervaagt, door middel van zijn digitale manipulaties en fotorealistische collages.
Die vergankelijkheid blijft een terugkerend element in de kunst van Van Empel. De serie Still Life (2014-) laat klassieke vergankelijkheidssymboliek zien met bedorven vis, rot fruit, beschimmeld brood, opgezette dieren, foetussen op sterk water, uitstalling van slagerijwaren, fossiele stenen en schelpen, en orgaanvlees. Het zijn confronterende beelden die een reflectie zijn op hoe de mens in de loop van de geschiedenis omgaat met zijn eigen sterfelijkheid in relatie tot flora en fauna. Dat hij zich in de beeldtaal laat leiden door de Nederlandse zeventiende-eeuwse schilderkunst is evident. Recensent Ronald Ockhuysen schrijft in het Parool van 15 september 2009: “Still Life-funghi, een wellustig stilleven dat verwijst naar de ijdelheidsschilderijen uit de zeventiende eeuw en waarop schimmel de hoofdrol speelt, herbergt een heel arsenaal aan verhalen en inzichten. Dit werk toont Van Empel in topvorm, als een kunstenaar die fotografie opnieuw uitvindt en de realiteit een enorme klap geeft met zijn reconstructies.”
Van Empel trekt met zijn fotowerk ideeën over goede smaak en esthetiek in twijfel. Hij laat zien dat wat vanuit een eenzijdige blik op hedendaagse beeldcultuur als sentimenteel of ongemakkelijk wordt ervaren historisch gezien een aanname is die door eerdere en wellicht toekomstige visies kan omslaan. Alles wat als (te) lieflijk wordt gezien of als overdadig en overdreven esthetisch is voor hem een aanleiding om daar anders naar te kijken om te ontdekken wat daarvan juist de kwaliteiten zijn.
Wat je er ook van kunt zeggen, hoe onnatuurlijk en confronterend de samengestelde beelden ook zijn, de waarachtigheid ervan is dat alles naar het leven is gemaakt. Er is geen detail in het werk van Ruud van Empel dat hij niet in het leven heeft waargenomen en ondergaan. Hij geeft het stilleven een levendige dynamiek waarin waarneming en beleving daarvan samenvallen. Daarmee is het ook werk dat zijn kwaliteit niet per se ontleent aan wat erop te zien is. Het komt erop aan wat hij bij je als kijker teweegbrengt, wat je in het beeld beleeft. Gevoelens en ervaringen van ontroering, verwarring, verontwaardiging, bekoring, onwetendheid en begrip zijn daarin gelijkwaardige elementen die je relatie tot de beeldende kunst verdiepen.
Wat je er ook van kunt zeggen, hoe onnatuurlijk en confronterend de samengestelde beelden ook zijn, de waarachtigheid ervan is dat alles naar het leven is gemaakt. Er is geen detail in het werk van Ruud van Empel dat hij niet in het leven heeft waargenomen en ondergaan.