In de wereld van Lisa Brice hoeven vrouwen zich niet te verbergen
Nu een groot deel van de wereld zich al bijna een jaar af en aan in verschillende vormen van een lockdown bevindt, is het lastig om deze situatie buiten beschouwing te laten bij het zien van wat voor beeld dan ook. Het is vervreemdend en jaloersmakend om in series of films mensen gezellig bij elkaar te zien komen in restaurants en cafés, laat staan ze uitzinnig te zien dansen in drukbezochte clubs, waar (nog) niemand bezig is met afstand houden van elkaar. Bij de werken van Lisa Brice, die zich nu achter de gesloten deuren van KM21 (voorheen GEM) in Den Haag bevinden is als het ware het omgekeerde aan de hand. Ze zijn niet tot stand gekomen als verwijzingen naar onze huidige leefomstandigheden, een groot deel dateert van voor 2020 en toch zou je zomaar kunnen denken dat er sprake is van afzondering van de buitenwereld.
Het werk van de uit Kaapstad afkomstige Brice heeft tot nu toe in Nederland nog niet veel aandacht gekregen. Haar eerste museale solotentoonstelling bij KM21 brengt daar gelukkig verandering in en vormt een sterke opvolger op de vorige exposities van onder meer Kati Heck, Emma Talbot en Helen Dowling. Stuk voor stuk vrouwelijke kunstenaars die veel van elkaar verschillen, maar waarbij vrouwelijkheid – weliswaar bij de een meer expliciet dan de ander – op verscheidene manieren een rol speelt. In de tentoonstellingsruimteruimte hangen meerdere grote schilderijen op redelijke afstand van elkaar en kunnen hierdoor mooi afzonderlijk bekeken worden. Terwijl andere kleinere werken juist dicht bij elkaar zijn opgehangen, alsof het een serie of geheel betreft.
Binnenwereld
Steeds opnieuw zijn vrouwen in binnenruimtes te zien die zich daar prima vermaken, ze zijn aan het schilderen, roken onbezorgd een sigaret of bekijken zichzelf in de spiegel, een kat krioelt en miauwt aan hun voeten zonder aandacht te krijgen. Vaak zijn zij alleen, maar ook in gezelschap van elkaar zijn zij nog steeds vooral op zichzelf gericht. Van interactie lijkt niet veel sprake te zijn, hiervoor is iedereen te veel verzonken in eigen gedachtes of te druk met individuele bezigheden. Hoewel zij meestal naakt of zeer schaars gekleed zijn, geven zij zichzelf absoluut niet bloot. Deze vrouwen zijn keer op keer in control en voelen zich totaal op hun gemak, kleding lijken zij van zich afgeschud te hebben als een onaangenaam omhulsel dat hen niet (meer) in de weg zit. Zij hoeven zich duidelijk niet te verbergen in hun eigen wereld waar niets gemaskeerd hoeft te worden.
Tegelijkertijd zorgt de terugkerende kleur blauw voor een zekere koelte, het lichaam is goed zichtbaar, maar gezichten juist niet. Ze worden overschaduwd door een intense blauwe gloed met daarin witte open oogkassen zonder uitdrukking. Wij als toeschouwers mogen naar ze kijken, maar we worden op afstand gehouden, we komen niet echt dichtbij. Hoewel er een zekere intimiteit uitgaat van alle taferelen zorgt de verstilling van het stoere en tegelijk afstandelijke karakter van de personages steeds weer voor een niet overbrugbare distantie. De binnenwereld blijft van hen en wat wordt prijsgegeven kan ieder moment weer verdwijnen achter een gesloten deur, waardoor een contrasterende aantrekkingskracht bestaat. Het wordt nooit helemaal duidelijk wat er in hen omgaat, maar toch zou je een van hen willen zijn, even zelfverzekerd en net zo goed in staat om de controle te houden en vermaakt te zijn met jezelf.
Vaak zijn zij alleen, maar ook in gezelschap van elkaar zijn zij nog steeds vooral op zichzelf gericht.
Zelfportretten
De kleur blauw is bijna altijd aanwezig, vaak ook letterlijk op het schilderspalet of van het penseel afdruppelend. Het doek keert regelmatig terug als onderwerp in de schilderijen, waarbij het meestal functioneert als een weergave van het zelfportret van de geschilderde vrouw. Spiegels komen ook vaak voor, waarmee Brice niet alleen iets zegt over de afbeeldingen van vrouwen in onder meer de kunstgeschiedenis, maar ook het werk van de kunstenaar als het ware op een voetstuk plaatst. De manier waarop de vrouwen hun penselen vasthouden, een doek vasthouden, op ladders staan of verf in een bak gieten heeft een sfeer van empowerment. Het schildermateriaal is als het ware hun bewapening, waarmee ze het heft in handen nemen en houden.
Brice liet zich voor het schilderij Smoke and Mirrors inspireren door beroemde vrouwelijke kunstenaars zoals onder meer Helen Frankenthaler, Lee Krasner en Tamara de Lempicka, die zich staande wisten te houden in de kunstwereld toen deze in hoge mate gedomineerd werd door (witte) mannen. Hoewel het niet altijd makkelijk geweest moet zijn om hun posities in te nemen, diende het doek wel als hun wapen in die strijd. En op dat doek konden zij zichzelf laten horen en uiten op een manier die voor vrouwen in andere sectoren niet mogelijk was. Natuurlijk verwijzen de schilderende vrouwen ook naar Brice zelf die op haar beurt dit medium inzet om haar verhalen te vertellen. Hoewel zij deel uitmaakt van een samenleving die weliswaar verbeterd is voor vrouwen, is de machtspositie van de witte man nog steeds een feit.
Het schildermateriaal is als het ware hun bewapening, waarmee ze het heft in handen nemen en houden.
Verwijzingen
Maar ook verwijzen de vrouwelijke figuren in haar werken naar composities van beroemde kunstwerken van bijvoorbeeld Manet. Waar vrouwen voorheen vaak als subjecten werden onderworpen aan de mannelijke blik, geeft Brice ze een andere dynamiek. De vrouwen liggen niet ergens nonchalant op een bank voor zich uit te staren, maar zijn verwikkeld in handelingen waar zij zelf voor lijken te hebben gekozen. Zij maken schilderijen van wat zij willen tonen en dat is vaak een beeld van zichzelf vereeuwigd in kobaltblauwe elementen. Deze terugkerende kleur intrigeerde Brice toen zij probeerde het neonlicht van reclames weer te geven. Maar het wordt door de personages ook ingezet als een verhulling of masker waarachter misschien iets verborgen wordt gehouden. Het spiegelbeeld en zelfportret geldt hier letterlijk als het terugbrengen en herstellen van de positie van vrouwen in niet alleen de kunstgeschiedenis, maar in de beeldcultuur in brede zin. Op geen enkel doek zijn mannen aanwezig, zij zijn blijkbaar totaal overbodig in dit universum van feminiene kracht, waar ook sensualiteit vanuit gaat.
Zo is op een van de kleinere werken een vrouw te zien die gehurkt boven een spiegel, haar jurk licht optrekkend zichzelf bekijkt. Op haar ezel is zij bezig aan een schilderij dat lijkt op een kopie van het beroemde schilderij L’origine du monde (1866) van Gustave Courbet, waarop het onderlichaam en vagina van een vrouw expliciet getoond wordt. Waar het originele werk vaak geassocieerd wordt met mannelijke interesse en lust, krijgt het bij Brice een heel andere lading. Hier gaat het om een vrouw die dit intieme gebied van zichzelf onderzoekt en verbeeldt. Een zelfonderzoek dat veel vrouwen weleens hebben gedaan in hun leven, maar waar misschien nog steeds een mate van taboe of gevoel van schaamte mee gepaard gaat. Nu niet een man, maar een vrouw dit schildert is het erotische voyeurisme verdwenen en heeft het plaatsgemaakt voor een daad van zelfbeschikking, waarbij de vrouw zelf de controle heeft.
Op geen enkel doek zijn mannen aanwezig, zij zijn blijkbaar totaal overbodig in dit universum van feminiene kracht, waar ook sensualiteit vanuit gaat.
Krachtig is ook het werk Charley gebaseerd op een zelfportret van Charley Toorop. Brice ontdekte dit werk bij een bezoek aan het Kunstmuseum. Het is niet vreemd dat dit portret van Toorop met haar schilderspalet in de hand haar intrigeerde, omdat de thematiek van het zelfportret veelvuldig deel uitmaakt van haar eigen werk. Daarnaast is Toorop natuurlijk een kunstenaar die al in de jaren dertig van de vorige eeuw haar positie als kunstenaar wist te vestigen. Op een hoge kruk schildert het in timide grijzige tinten geschilderde gestalte haar beroemde zelfportret. De krachtige en hoekige trekken van het portret staan in sterk contrast met de afgebeelde kunstenaar, die een veel zachtere uitstraling lijkt te hebben. Er zijn twee schaduwen geschilderd, waardoor er in feite sprake is van vier afspiegelingen van Charley, de afbeelding van Brice, haar portret en de schaduwen. Het verwijst misschien naar de verschillende kanten die allemaal bij een persoon horen en naar wat iemand hiervan aan de buitenwereld laat zien.
Deze dynamiek zit in alle werken van Brice verscholen, al haar vrouwen zijn bezig met het bekijken en afbeelden van zichzelf en gaan hierbij de naakte waarheid niet uit de weg. Toch vertellen ze ook veel niet en juist dat geeft ze macht en aantrekkingskracht, de kijker blijft zoeken, maar dat deert hen niet. Je zou je voor kunnen stellen dat zij in dat gesloten museum uit het canvas treden en ongestoord verder gaan met hun bezigheden. Zonder enige angst om ontdekt te worden.
KM21 is tijdelijk gesloten. De expositie staat nu gepland t/m 4 april 2021