De vissen weten niet wat er gaat gebeuren (maar wij wel) – in gesprek met Arturo Kameya en Claudia Martinez Garay
De Peruaanse kunstenaar Arturo Kameya heeft het huis van Marres omgebouwd tot een hotel waar de geesten van de mislukte staat Peru hun intrek hebben genomen. Bezoekers treffen allerlei scènes aan, zoals een badhuis dat zich voordoet als restaurant, een bierfontein en een bovenkamer met mechanische vissen. Het interieur vormt een allegorie van de Peruaanse staat. Het weerspiegelt een schijnwereld waarin de waarheid minder belangrijk is dan wat uit pure noodzaak wordt opgeroepen. Marres-directeur Valentijn Byvanck ging voorafgaand aan het installeren van het werk met Arturo en zijn partner Claudia, die ook meewerkte aan de tentoonstelling, in gesprek.
Het volgende interview is het resultaat van drie gesprekken met Arturo Kameya. Twee vinden plaats in zijn studio in Amsterdam, een kamer met een kleine keuken. Tegen de muur staan beschilderde panelen in verschillende stadia van voltooiing voor aankomende tentoonstellingen en beurzen. We drinken koffie aan het bureau van Arturo, waar hij me computerschetsen laat zien voor de tentoonstelling bij Marres. Zijn partner Claudia Martinez Garay schildert grote panelen in de aangrenzende studio. Als gastkunstenaar in de show van Arturo is zij ook aanwezig in Banka Studios in Maastricht waar we het derde gesprek opnemen.
Een schilderij waarin je kunt ademen
Arturo:
Ik ben bezig Marres om te vormen tot een hotel. In dat hotel vertegenwoordigt elke kamer een schuld van de Peruaanse staat jegens zijn volk. De kamers worden bewoond door geesten die zijn gekomen om deze schulden te innen. De titel Opaque Spirits suggereert dat deze geesten ondoorzichtig zijn. Hij is afkomstig van een zin in het boek van Édouard Glissant, The Poetics of Relation (1990), waarin hij pleit voor het recht van samenlevingen om nooit helemaal leesbaar te zijn voor de heersende macht. De door de machtige landen gereguleerde globalisering eist transparantie. Maar transparantie veronderstelt altijd een blik vanuit het centrum naar de periferie, nooit andersom.
Claudia:
In Peru heerst een diepgeworteld religieus en spiritueel bewustzijn. Dit beïnvloedt de manier waarop de tentoonstelling is opgezet. Ik denk dat we sommige dingen kunnen uitleggen, maar je kan of hoeft het niet helemaal te begrijpen. Het recht om ondoorzichtig te zijn, is eveneens het recht om anders te zijn. Het markeert een vorm van verzet tegen het homogene begrip van cultuur.
Arturo:
Opaque Spirits is een schilderij waarin je kunt ademen. De beschilderingen van ruimtes, objecten en dieren zijn voor mij een manier om kwesties aan de orde te stellen die anders te dramatisch of te romantisch zouden zijn om aan te pakken. De vele verwijzingen naar Peru zijn hierbij essentieel voor mij. Alle objecten, geluiden, figuren en muren in deze kamers, komen uit mijn geheugen. Maar ik hoef het niet belangrijk te maken voor anderen. De tentoonstelling is geen lezing of toeristische brochure.
Een imitatie rugzak
Arturo:
De wereld na Margaret Thatcher houdt ons voor dat er geen alternatief is voor de vrije markt. Dit is iets wat we moeten accepteren, anders worden we buitengesloten van het economische systeem. Cultureel kapitaal werkt op dezelfde manier. De wereld wordt onderwezen volgens een Eurocentrisch model. Peruanen leren over de westerse cultuur, over grote Europese kunstenaars Monet, Van Gogh, Picasso, net zoals ze leren over Europese leiders en politiek. We putten allemaal uit dezelfde bron van kennis die voortkomt uit een intellectueel extractivisme dat kennis toe-eigent en aanpast om het vervolgens te presenteren als de basis van de moderne samenleving. Van daaruit concluderen we: dit is beschaving en al het andere is dat niet.
De respectabele houding voor een academicus is om het tegenovergestelde standpunt te verdedigen. Maar ze huiveren om oplossingen te suggereren. Toen ik hier zes jaar geleden voor het eerst kwam, werd er veel gepraat over dekolonisatie. Er werd van alles gezegd over hoe het was om te leven in een postkoloniaal land, gebied of cultuur. Ik denk dat ik er hier meer over hoorde dan in mijn thuisland. Ik vroeg rond, vooral aan mensen in mijn omgeving die uit Indonesië kwamen. Ze voelden hetzelfde: mensen die in de zogenaamde perifere gebieden van de wereld wonen, hebben niet veel tijd om na te denken over het postkoloniale discours. Ze kunnen zich niet veroorloven om steeds abstract te zijn. Ze begrijpen situaties omdat ze die in hun dagelijkse leven tegenkomen. Dat betekent niet dat er een gebrek is aan kritisch denken, maar het is anders, meer gelaagd.
Ik liet je laatst een afbeelding zien van een imitatie rugzak met aan de ene kant een afbeelding van het videogamepersonage Sonic en aan de andere kant Harry Potter. Verder staan het cijfer 10 (het nummer van voetballer Messi) en de naam van voormalig president van de V.S. Obama op de zijkant geschreven. Alles tegelijk. Beeld je eens in wie de persoon is die zoiets draagt: iemand die van Obama, Harry Potter, Messi en Sonic houdt. Dat is het postkoloniale discours in de echte wereld. Er is geen abstractie, het is er gewoon. Je hebt al deze veelzijdigheid in één kleine rugzak. Je kunt veel analyseren en schrijven, maar het echte leven is gewoon zo. Er gebeurt iets en het schrijven komt pas daarna.
Claudia:
In Peru gebruiken de meeste scholen schooluniformen om een gelijk speelveld te creëren. Maar veel mensen hebben niet genoeg geld om een uniform te kopen. Arme gezinnen kunnen zich zelfs geen onderwijs veroorloven. Ze hebben moeite om op te groeien in een wereld waarin hun taal niet wordt geaccepteerd. Deze taalbarrière houdt hen geïsoleerd op hun lokale positie. De rugzak stelt hen in staat om een identiteit te creëren die heel concreet en echt voor hen is. Dat kan je zien als een uiting van identiteit, verzet of protest. Uiteindelijk is het gewoon wat het is.
Een voetbalkleedkamer ergens achteraf
Arturo:
Voor deze tentoonstelling moet veel op locatie worden bepaald. Daarom nemen we meer dan vijf weken de tijd om haar te installeren. Het 3D-bestand dat we hebben gemaakt, markeert slechts het begin. De rest is een organisch proces. Ik vind het leuk dat mensen in dit werk alle markeringen en indrukken vinden die we erop hebben achtergelaten, alle beslissingen die we hebben genomen, en hoe dat verband houdt met hen als kijkers. Veel van ons werk in Marres is het creëren van een atmosfeer, het bouwen van kamers, het instellen van het licht, het plaatsen van voorwerpen, filteren, selecteren wat erin en eruit gaat, totdat je een balans vindt.
Claudia:
Het maken van zo’n grote installatie is heel opwindend. Als je een schets maakt voor een schilderij, heb je een concreet idee van hoe het eruit zal zien. Nu hebben we wel een idee, maar pas tijdens het maken zullen we weten hoe het echt zal werken. Arturo maakt een plan voor een reis door het huis, een installatie met veel objecten waar je doorheen kunt bewegen. Hij ontwerpt ook een aantal tussenruimtes. Hij wil dat de bezoeker in die ruimtes omgeven worden door geluid, muziek of gewoon lawaai. Ik werk met hem samen aan dit geluidsdeel.
Arturo:
De tentoonstelling wisselt eenvoudige werken af met complexe kamers. De bierfontein is een voorbeeld van de eerste. Het is in feite een schilderij met een watertap. Uit de tap stroomt een vloeistof die op bier lijkt. Het vocht stroomt omlaag via waterkruiken die aan de muur zijn bevestigd, en het resultaat is een bierfontein. Het werk heeft de titel Rosario (Rozenkrans), een reeks kralen die door katholieken wordt gebruikt voor boetedoening. Elke kraal symboliseert een sleutelmoment in het leven van Christus. Het helpt de eigenaar om te mediteren over het leven van Christus en boete te doen voor zijn zonden. Je kunt een ongelovige zijn, maar dat doet er niet toe, omdat Peruanen veel van de katholieke cultuur hebben overgenomen, vooral het collectieve schuldgevoel. We weten niet wat we fout hebben gedaan, maar we zijn er zeker van dat we schuldig zijn. Met het bier wassen we onze zonden weg.
Na Rosario worden bezoekers ondergedompeld in een badhuis dat tegelijk ook een gaarkeuken is. De combinatie is net zo ongebruikelijk voor Peru als elders. Mijn wens was om een gemeenschappelijke ruimte maken, niets spiritueels, maar eerder een kleedkamer van een lokale voetbalclub met geschilderde silhouetten die met elkaar praten. De ruimte heeft een reeks van deze uitgesneden figuren en heeft misschien een kopie van Het Laatste Avondmaal van Da Vinci aan de muur. Claudia maakt een soundtrack, die komt vanuit een reeks objecten. Ik weet nog niet precies wat het gaat worden. Het kan muziek zijn, lawaai, achtergrondgeluid. Ik stel me ook een radiogesprek voor waarbij je belt om een liedje aan te vragen en je vervolgens eindeloos met de presentator over je problemen praat.
Claudia:
De locatie is erg belangrijk. Het huis van Marres is een beetje chic, met zijn plafondlijsten en gevoel van verlatenheid. In elke kamer gebeurt iets heel vertrouwds, of iets dat je op de één of andere manier eerder hebt ervaren.
Arturo:
Op de eerste verdieping komt er een bijna lege kamer met een armoedig dansend rek van de rommelmarkt met wat puin en spullen eromheen. Het rek is geanimeerd en beweegt constant. Het is een zeer gangbaar Chinees product dat bij Alibaba kan worden besteld. Ik wilde dit goedkope meubelstuk dat op de één of andere manier probeert te bestaan, wat dat ook moge zijn, combineren met rood licht, zoals in een bordeel. Claudia maakt een playlist. Ik denk dat ze wat oude salsanummers gaat kiezen, misschien van de Puerto Ricaanse salsazanger Héctor Lavoe. Hij maakte deel uit van de beroemde Fania All-Stars salsagroep die zeer droevige nummers uitbracht.
Claudia:
We hebben overlegd wat nu belangrijk voor ons is om over te praten. En het antwoord komt in de vorm van muziek. In het zuiden hebben we enkele bands die echt anti-imperialistisch zijn, die het lijden van mensen van kleur bezingen. Er zijn zeer diverse stromingen, maar de politieke toon is voor ons erg belangrijk. Uit Midden-Amerika denken we aan Rubén Blades of Buena Vista Social Club. Hun nummers gaan over het dagelijks leven. En bezoekers ervaren dit terwijl ze het rek op een ritme zien bewegen. Wat valt er te begrijpen? Elke bezoeker beleeft het anders.
De scheidslijnen van kleur en geld
Arturo:
De welvaartskloof in Peru is enorm. De heersende klasse houdt zich bezig met hun zakelijke projecten door het juridische systeem te loodsen. Een 4×4-auto is hun maatstaf voor succes. In dit opzicht zijn we nog steeds sterk de achtertuin van de Verenigde Staten. De lijnen van kleur en klasse kruisen elkaar vaak. Als je wit bent in Peru, heb je waarschijnlijk geld. De Japanners komen direct daarna. Zelfs als je geen geld hebt, word je bekeken alsof je het hebt. Ze herkennen je niet als Peruaan, maar kijken niet op je neer. De inheemse mensen van het platteland worden beschouwd als het laagst. Ze spreken hun oorspronkelijke taal en kunnen zich geen degelijk onderwijs veroorloven, en als gevolg daarvan worden ze niet vertegenwoordigd in de regering.
Claudia:
Ik heb een inheemse achtergrond van een mestizo familie die grotendeels in de Sierra woont, het bergland van Peru, waar religie het dagelijks leven doordrenkt. We respecteren gebruiken en tradities die voortkomen uit oude tijden, zelfs Inca-tradities die vermengd zijn met christelijke tradities. Iedereen heeft een portret van Jezus in huis en een afbeelding van Het Laatste Avondmaal in de eetkamer. In Peru vind je ook nog steeds minachting voor de traditionele cultuur die werd veroordeeld vanaf de koloniale tijd, vooral in de grote steden. Het is belangrijk om te beseffen dat de Peruaanse overheid alleen in het Spaans communiceert, terwijl de meerderheid van de inheemse bevolking Quechua spreekt. Stel je voor dat je alleen Quechua kunt spreken, maar documenten moet invullen die in het Spaans zijn. Je krijgt een Spaanstalig ID. Je moet leren hoe je voor je ID moet tekenen. En die handtekening gebruik je maar eens in de vijf jaar voor de verkiezingen. Dat geeft je een idee van de afstand tussen inheemse gemeenschappen en de overheid.
Veertig jaar geleden dwong een gewelddadig conflict tussen de regering en de revolutionaire groep het Lichtend Pad veel mensen om vanuit de berggebieden naar Lima te vluchten. In de stad was het gevaarlijk om te vertellen dat je uit de Sierra kwam omdat je gemakkelijk als terrorist gelabeld kon worden. Door onze identiteit te verhullen, raakten we vervreemd van onze tradities. Nu de oorlog voorbij is, groeit er een verlangen om die tradities weer te omarmen. Mijn generatie kan terugkeren naar de inheemse gebieden en opnieuw het zonnewendefeest of het Andes-nieuwjaar vieren.
Arturo:
Mijn grootouders kwamen 90 jaar geleden vanuit Okinawa naar Peru. Ze trouwden binnen de Japanse gemeenschap. Tijdens de Tweede Wereldoorlog sloot Peru een verdrag met de Verenigde Staten en deporteerde veel Japanners naar dat land. Onze families probeerden hun taal en cultuur te verbergen. Daarom spreekt de meerderheid van mijn generatie geen Japans. Onze cultuur is sowieso een flexibel weefsel waarin alles wordt vermengd. Elke Japanse familie heeft een altaar. Als je het opent, vind je wierook, de as en namen van voorouders in het Kanji-schrift. Maar er is ook een afbeelding van Jezus, de Señor de los Milagros, die de beschermheilige is van bewoners en immigranten en welke lokale heilige of godheid je ook maar wilt.
Claudia:
Arturo en ik zijn ons zeer bewust van alle problemen waarmee inheemse gemeenschappen te maken hebben in een land met zulke grote ongelijkheid en corruptie. Het speelt een belangrijke rol in ons werk, maar in plaats van direct over politiek te praten richten we ons op alledaagse situaties en praktische problemen.
De nalatige hotelmanager
Arturo:
De Venezolaanse toneelschrijver José Ignacio Cabrujas zei in een interview dat de staat in Latijns-Amerika zich gedraagt als een nalatige hotelmanager. In plaats van je de faciliteiten te bieden om comfortabel te leven, legt hij je alle verboden voor, alles wat je niet kunt doen in het hotel. Hij vroeg zich af wat het nut was van een staat, als het zo vaak slechts een spel van schijnvertoningen is. Voor deze installatie voor Marres heb ik het woord ‘schijnvertoningen’ vervangen door ‘verschijningen’ en ‘gasten’ door ‘geesten’. In plaats van gasten te huisvesten, heeft het Marres-hotel rondzwervende geesten die zijn gekomen om schulden te vereffenen. De kamers gaan over al deze onafgemaakte zaken.
Het werk Ghosts are another mouth to feed toont een typische huiselijke scène: een huis van een hamsteraar. Alle huizen van de Nikkei (Peruanen van Japanse afkomst) zijn zo: alles wat je ooit hebt gekocht is er, maar je kunt niets vinden. We gebruiken onze daken als opslagplaatsen voor achtergelaten spullen en om de was op te hangen. Mijn ouderlijk huis stond ook vol met kasten die we gebruikten om ons domein af te bakenen en die heel weinig leefruimte overlieten. In het midden van de ‘hamsteraar’ kamer in Marres staat een tafel met een paar objecten, een tonijnblik en twee uitgesneden afbeeldingen van oude dames die zich uitrekken. Het lijkt een hele gewone scène, maar vanuit een ander perspectief zou de tafel ook kunnen worden gezien als een graf of een Ouija-bord en de twee figuren als oprijzende geesten. Het werk verwijst naar alle bovennatuurlijke verhalen die we zagen in de Peruaanse media tijdens de jaren ’90, en die door de regering werden gefabriceerd om rookgordijnen te creëren voor wat er echt gebeurde.
Claudia:
De scène is kenmerkend voor een Peruaans huishouden: je wordt wakker in je huis, ontbijt met je familie, maakt je klaar om naar school of werk te gaan. Er is een eeuwenoud familie altaar waar foto’s van voorouders worden bewaard. Daarnaast staat de TV die ‘s ochtends tabloidnieuws brengt, om je te voeden met herinneringen voor de rest van de dag. Het nieuws volgt altijd hetzelfde patroon. Eerst is er iets dat moeilijk te geloven is, iets bovennatuurlijks. Dan heeft er ergens in Peru een moord of verkrachting plaatsgevonden. Ten slotte is er een roddel, zoals een voetballer die een affaire heeft met een vedette. En dan gebeurt er nog iets anders in de kamer. Het blik tonijn tikt tegen een glas of bord. Je voelt dat er iets is, dat bij dit huishouden en deze familie hoort, maar je bent niet zeker welke schuld moet worden vereffend, noch wat het onafgemaakte zaken zijn van deze entiteit die dingen verplaatst. Het is een latente aanwezigheid, iets dat blijft hangen, als een constant gevoel. Je kunt het niet uitleggen, maar het bestaat.
Een motor zonder wielen
Arturo:
De Peruaanse romanschrijver Manuel Scorza beschrijft een historische gebeurtenis die 75 jaar geleden plaatsvond. Vijftien boeren vormden een vakbond en gingen verhaal halen bij de eigenaar van de plantage, om de diensten en betalingen te krijgen die ze niet hadden ontvangen. De eigenaar vergiftigde de boeren, die allemaal stierven. De rechtbank oordeelde in het daaropvolgende proces dat de dood het gevolg was van een collectieve hartstilstand. Manuel Ugarteche was destijds president van Peru. Hij sprak de beroemde woorden: ‘Er zijn twee soorten problemen in Peru, het soort probleem dat niet kan worden opgelost, en het soort dat zichzelf oplost.’ Ugarteche zelf bewijst dat Peru misschien politiek onafhankelijk is geworden van Spanje, maar de oude politieke en familiehiërarchieën zijn nog steeds intact. Dit is kenmerkend voor de postkoloniale geschiedenis van Peru.
In het laatste kwart van de 20e eeuw waren de geweldscijfers in Peru zeer hoog, voornamelijk als gevolg van een bloedige confrontatie tussen de overheid en terroristische groeperingen. In de jaren 2000 namen de stedelijke elites van Lima en andere steden de macht over. Het armoedecijfer daalde, iedereen was gelukkig en werd heel snel neoliberaal. Iets wat nooit wordt genoemd in verkiezingscampagnes, is dat Peru ook een van de grootste exporteurs van cocaïne in Zuid-Amerika werd. Het land is openlijk corrupt. Integriteit is zelfs geen symbolisch gebaar meer, niemand geeft er nog om. Als je iets wilt stelen, geef dan alsjeblieft iets terug: een weg of een ziekenhuis. Dat is wat onze huidige politieke klasse predikt: vrije handel brengt rijkdom voor iedereen. Maar de mensen die het land bewerken, blijven onbeschermd en arm.
Een vorige regering had veel geld geïnvesteerd in de filmindustrie, wat resulteerde in een bloeitijd van de Peruaanse film. Toen de nieuwe regering aantrad en het geld opraakte, moesten filmmakers werken met zeer kleine budgetten. De films gaan over allerlei onderwerpen en verschillen sterk in kwaliteit. Ze zijn niet politiek van aard, maar hebben door allerlei kleine scènes en achtergronden een ondertoon van dreiging en oorlog gemeen. Toen ik de regisseurs om toestemming vroeg om de fragmenten te gebruiken voor een driedelige video over die periode (Punto ciego/Blindspot), ontdekten we dat er alleen maar illegale kopieën bestonden.
Arturo:
In de tentoonstelling plaats ik een Yamaha-motorfiets met veel mensen erop, maar zonder wielen. Ik wilde dit beeld gebruiken als het begin van een route, een uitnodiging om samen deze reis te maken. Als je denkt aan een vervoermiddel in grote steden die niet in de VS, Canada, Europa, Australië of Japan liggen, is deze informele manier van verplaatsen het eerste dat bij je opkomt. Het beeld biedt ook een metafoor voor wat er met het land gebeurt. De Colombiaanse auteur Gabriel García Márquez bekritiseerde de Bananenrepublieken van Latijns-Amerika vanwege hun politieke instabiliteit, economische uitbuiting en buitenlandse inmenging. We zijn nu niet meer zo arm en afhankelijk, maar er is veel meer corruptie dan 50 jaar geleden. En toen na jaren van relatieve welvaart de economie achteruitging, bleven we achter met een motorfiets die niet kan rijden.
Zij die krabben waar het niet jeukt
Arturo:
We hebben een gezegde in Latijns-Amerika: ‘Zij die krabben waar het niet jeukt’ (in het Spaans ‘Rasca donde no pica’). De uitdrukking komt uit een kort verhaal van de Uruguayaanse schrijver Eduardo Galeano, die schreef over een Spaans comité dat de bijbel probeerde uit te leggen aan de oorspronkelijke bewoners van Meso-Amerika. De mensen hoorden de uitleg van de Spanjaarden en zeiden: ‘De bijbel is goed, maar het krabt waar het niet jeukt.’ De uitdrukking is ook geschikt voor een staat die zich vooral bezig lijkt te houden met het afleiden van de aandacht voor het eigen falen. Een spectaculair voorbeeld van die afleiding is het ochtendnieuws dat de Peruanen beelden voorschotelt van politietraining om straatcriminelen te vangen. De video’s zijn gemaakt om het vertrouwen in de politie op te krikken. De video’s tonen de politie in verschillende burgervermommingen, waaronder kerstmannen, als voluptueuze vrouwen verklede tamale-verkopers en zelfs Marvel-helden zoals Spider-Man. In de trainingsvideo’s zie je ze deuren intrappen en mensen onder schot houden en arresteren. De kostuums en luchtige toon van de video’s moeten mensen doen vergeten dat de politie een moorddadige reputatie heeft ten opzichte van tegenstanders van het regime, leden van onwillige inheemse stammen en anderen die steeds gemakkelijker als terroristen worden bestempeld.
Claudia:
De situatie is soms zeer absurdistisch. Neem Susy Díaz, een voormalige vedette en exotische danseres die congreslid werd. Ze was een van de beste congresleden die we hadden. Ze beloofde haar eerste salaris als congreslid aan de armen te geven. Dit is niet iets dat je zou verwachten in Peru. Gewoonlijk geven congresleden veel geld uit aan een parkeerplaats dicht bij hun kantoor, ze betalen een assistent om hun voeten te wassen, of ze geven het uit aan gefrituurde kip. Soms nemen ze zelfs een deel van het salaris van hun werknemers af. Dergelijk gedrag levert grote krantenkoppen op, maar zonder gevolgen. Politici in Peru kunnen belastingontduikers zijn, veroordeelde criminelen, moordenaars, verkrachters. We zijn eraan gewend.
Arturo:
De onlangs overleden Peruaanse kunstenaar Juan Javier Salazar was een scherp analyticus van de Peruaanse realiteit. Hij definieerde ons bestaan door te verwijzen naar de vissen langs de kust van Peru die heel gelukkig zwemmen zonder te weten dat ze al verkocht zijn aan de vismeelindustrie. Ik hou van zijn manier van denken en het feit dat zijn opvattingen een perspectief bieden van waaruit de geschiedenis van Peru opnieuw kan worden geschreven. En daarom wilde ik deze bewegende vissen, die niet weten wat er gaat gebeuren, als eindstuk in de tentoonstelling hebben.
Opaque Spirits is nog tot en met 26 mei te zien in Marres, Maastricht.