De verloren ramen in Tsjernobyl
Slechts drie dagen hebben de glas in lood ramen in Tsjernobyl gehangen, daarna vond de allesverwoestende ramp plaats. In april 1986 ontplofte de reactor midden in de nacht, toen de meeste inwoners van Tsjernobyl lagen te slapen. De ramen van de Oekraïense muralist Nikolai Semenovich Linnik spatten in miljoenen stukjes uit elkaar en gingen op in het puin van alles wat verloren ging die nacht.
In 2015 plaatste de Russische website goodnews.ru de foto’s van de originele werken online. Ze geven een schitterende inkijk in het Sovjet Socialistisch realisme, het type kunst die de muren en ramen van de kerncentrale destijds sierden. Tsjernobyl is sinds de ramp een geliefde plek voor kunstenaars en fotograven die de schoonheid van het verval in beeld brengen. De tragiek van de plek. De Russische website doet echter een oproep aan mensen die nog informatie hebben over dit Sovjet Sociaal realisme, om het cultureel erfgoed van voor de ramp in kaart te brengen en als tegenkleur te laten gelden voor alle vervallen foto’s van de plek. De ramen van Linnik laten de geschiedenis van de energie zien beginnend bij de Griekse God Prometheus. Uit hybris stal Prometheus het vuur bij de Olympische goden en schonk het aan de mensen. De mens leerde metaal te bewerken en een technische beschaving te ontwikkelen. Prometheus wordt bovendien voorgesteld als een leraar en uitvinder, die de mensen wederzijds respect bijbrengt en hen leert vooruit te zien: zijn naam wordt verklaard als ‘de vooruitdenkende’. Vanaf de mythologie toont Linnik een historische weg die tot de oprichting van de kerncentrale leidde.