De tovenaar van het glas
Arnout Visser, Water Head. Een glazen koepel gevuld met water, waar je je hoofd in kunt steken. Het visoogeffect vervormt het gezicht tot een grimas en geeft je een andere kijk op de wereld.
Tentoonstelling ‘Arnout Visser en de Glaspiraten’ in het MMKA
De man met de glazen blauw met bruine kralenketting, het opvallend gekleurde horlogebandje, een neushoorn op zijn shirt en een pet op praat vol passie, enthousiasme en onbevangenheid over zijn werk en datgene wat hem bezielt. Zijn werk is helemaal geïntegreerd in zijn leven, hij houdt zich er al van jongs af aan mee bezig en draagt uit waar hij voor staat. De ketting die hij om heeft, is dan ook gemaakt in Kenia, waar hij samenwerkt met de lokale glasblazers. Regelmatig bezoekt hij de werkplaats in Kitengela, dat vlakbij de hoofdstad van Kenia ligt. Hier kent men een andere werkwijze dan in Nederland, ze werken met het materiaal dat daar voor handen ligt, vaak wordt het werk gemaakt van gerecycled vensterglas. Daarnaast worden ook veel glazen flessen gerecycled, waaronder bruine bierflesjes en signaalblauwe likeurflessen van Bombay Gin. Dit flessenglas is heel zuiver en laat zich goed omvormen tot lampen en vazen. Van de scherven worden kralen gemaakt, die voormalige prostituees verwerken tot kettingen. Op deze manier proberen ze op een andere manier hun geld te verdienen en van de straat te blijven.
Dit verhaal gaat over Arnout Visser: een ontwerper, kunstenaar, uitvinder, natuurkundige. Vormvinder noemt hij zichzelf, met een liefde voor glas. Arnout: “Glas is fenomenaal interessant. Je kunt je er oneindig over verbazen. Je kunt glas op alle mogelijke manieren vormen; bol, hol, of massief, je kunt het in elke vorm buigen die je maar wilt. Na het blazen moet het glas heel langzaam afkoelen, anders knalt het voor je ogen kapot. Geen enkel ander materiaal heeft de bijzondere eigenschappen en zeer ingewikkelde techniek die glas bezit.” De kunst van het glasblazen is buitengewoon lastig, in Nederland zijn dan ook maar vijftien erkende glasblazers. Toch is het mogelijk om binnen 20 minuten een geweldig product te blazen, juist deze tegenstelling fascineert Visser. Hij is dan ook een glasontwerper en geen glasblazer, het uitvoeren van zijn ontwerpen laat hij door anderen doen. Hij ontwikkelt ideeën naar aanleiding van prototypes. Hij is naar eigen zeggen altijd opzoek naar een vorm, hier doet hij alles voor. Zo zaagt hij stukken uit flessen, worstelt met stukken tuinslang, breekt objecten tot scherven en lijmt ze vervolgens weer aan elkaar. Arnout: “Werken met glas is heel psychologisch, als het de glasmeester na drie keer niet lukt om een van mijn ontwerpen te maken wordt hij moedeloos, dan is ‘de geest weg uit de fles’. Om dit te voorkomen grijp ik voor die tijd al in en verander iets aan mijn prototype waardoor het wel lukt. Bij elk ontwerp is het weer een uitdaging om dit tot uitvoering te brengen, elk product heeft een eigen plan van aanpak nodig. Dit vergt vaak wat experiment binnen het maakproces. Daarom kent glas veel pieken en dalen, ik kan janken als het mislukt, maar ook euforisch zijn zonder drugs, als het wel lukt.”
Naast Nederlandse glasblazers, werkt Arnout Visser ook veel samen met blazers uit landen als Tsjechië en Kenia. Zij voeren zijn ontwerpen uit, die kunnen variëren van unica tot massaproductie. Arnout: “De Bohemen in Tsjechië is de moeder van het glasblazen, hier zich de beste glasblazers van de wereld. Ze zijn ontzettend goed in het verwerken van prototypes naar producten en kunnen erg goed overweg met mallen, hier maak ik dan ook gebruik van. Ik huur dan een dag een glasblazer, die mij helpt met de uitvoering van mijn ontwerpen. Het oorspronkelijke Tsjechische glas wordt erg bewerkt met veel goud en kleur, waardoor het al snel kitsch wordt. Het zijn allemaal ontwerpen die al vele jaren oud zijn en niemand meer wilt kopen, hierdoor zijn veel bedrijven failliet gegaan. Tsjechische glasblazers beginnen hun werkdag vaak erg vroeg, ze hebben bedacht dat je dan goed kunt werken. Al zwetend, bierdrinkend en kettingrokend komen ze hun dag door, eten gebeurd vaak tussendoor. Door zo vroeg te beginnen, hebben ze ’s middags tijd om aan hun ‘monkey business’ te werken: oftewel zwart bijklussen.” De ‘glaspiraten’ maken met behulp van mallen allerlei dure glasobjecten perfect na, die vervolgens op de markt terecht komen.
In Kenia heb je te maken met een andere vorm van piraterij, daar wordt gejaagd op neushoorn. Zijn logo van het dier, wat ook op zijn shirt en pet te vinden is, zijn daarvan afkomstig. Arnout: “Lang voordat de mens bestond, was de neushoorn al druk bezig zijn hoorn vorm te geven. De natuurlijke vorm van zijn hoorn is recht, maar door hem keer op keer te slijpen aan zijn favoriete boom, weet hij de karakteristieke kromme punt erin te krijgen. Ik vind het fascinerend dat een dier al aan het vormgeven was toen er nog lang geen mensen waren. Om die reden gebruik ik de rhino als logo.” Ook vindt piraterij daar letterlijk plaats op zee, waar schepen met designproducten erin worden beroofd door Somalische piraten. Aan land ben je ook niet altijd veilig, het glasblaasatelier in Kitengela waar Arnout zijn ontwerpen laat uitvoeren, is met veel geweld overvallen tijdens een roofinval van de Somalische maffia. Arnout: “Geen dag in Afrika is hetzelfde, er is altijd wat, maar dat maakt het wel spannend en afwisselend, maar het is ook corrupt. Je weet niet wat de dag je zal brengen.”
De tegenstellingen tussen de Tsjechische en Afrikaanse glasblazerijen zijn fascinerend, juist vanwege deze verschillen komt Arnout graag in beide landen. Daar waar men in het Westerse Tsjechië en Nederland werkt met zuiver glas en streeft naar technische perfectie, volmaaktheid en verfijning, vindt in Kenia het tegenovergestelde plaats. Hij werkt daar samen met locale ambachtslieden met het glas dat voor handen ligt, ‘bush glas’ noemt hij dat. Dit is glas met een slechtere kwaliteit, het is troebel, er zitten veel bellen in en wordt snel taai en koud. Het is afkomstig van vensters, Coca-Colaflessen, kapotte gebruiksvoorwerpen, scherven, werkelijk alles wordt gerecycled. De imperfecties van het glas ziet Arnout niet als probleem, hij zet het juist in als een kwaliteit binnen zijn werk. Dit zie je ook terug in zijn collectie, er is per object duidelijk terug te zien welk land het als herkomst het heeft. De glasblazers in Kenia werken vanuit de mogelijkheden van het glas en niet vanuit vooraf bedachte ontwerpen, tekeningen of mallen. Omdat de werkwijzen zo van elkaar verschillen, heeft hij uitwisselingen georganiseerd met Nederland zodat beide landen van elkaars technieken kunnen leren.
Visser vindt het een mooi en logisch idee om gebruik te maken van bestaande producten. Onder andere in Kenia heeft hij zich laten inspireren door recycling. Zo verzameld hij op zondagochtenden en nieuwjaarsdag glas van gesloopte bushokjes. Dit gruis heeft hij aan elkaar laten smelten en verwerkt tot glazen bakstenen waarmee gebouwd kan worden. Een ander voorbeeld is ‘Fruit on weels’, waarvan het concept is ontstaan uit een oude, gedumpte wasmachine die Arnout op straat tegenkwam. Met zijn padvindersmes sloopte hij het glazen oog eruit en zette er een metalen frame met wieltjes van een theekarretje onder, waaruit het prototype van de fruitschaal op wielen ontstond. Al snel had hij een lijst bestellingen, dus ging hij verschillende kringloopwinkels af, opzoek naar wasmachines. Arnout: “Helaas bleken alle wasmachines verschillende maten glazen vensters te hebben, dus daar viel niet mee te werken. Ik heb toen in de handel een goed bruikbare glazen schaal ingekocht en later hebben we de vorm in nieuw glas laten maken. Soms is het met upcyclen net zoals met restaureren van een oud huis: het is makkelijker en goedkoper om een nieuwe te bouwen.”
Arnout heeft veel samengewerkt met het internationaal bekende Droog. Zo ontwierp hij de succesvolle ‘Salad Sunrise’, een olie- en azijnstel waarbij de olie en azijn volgens hun natuurlijke eigenschappen in dezelfde buis samengevoegd zijn, terwijl ze toch gescheiden blijven. Ook ontwierp hij samen met de ontwerpers Erik Jan Kwakkel en Peter van der Jagt de ‘Function tiles’, waarbij hij de functies van producten die je in de badkamer vindt in de tegels te verwerken. Hierbij kregen de tegels geen decoratief maar functioneel element: zo maakte hij tegels met daarin een haakje voor handdoek, gebogen tegels die in de vorm van een wasbak konden worden gelegd, enzovoorts. Op deze wijze geeft Arnout een nieuwe kijk op reeds bestaande producten.
Momenteel toont het MMKA honderden gebruiksvoorwerpen die Arnout Visser in de afgelopen jaren heeft bedacht en uitgevoerd in de tentoonstelling ‘Arnout Visser en de Glaspiraten’. Deze objecten zijn uitgestald op grote rekken, alsof je een bezoek brengt aan zijn werkplaats. In glazen ‘videoheads’ wordt je uitgenodigd om je hoofd te steken in Arnouts wereld. Aan de hand van een video verteld hij hier over zijn werkwijze, experimenten en resultaten. Ook een bezoek aan de museumtuin kun je niet missen, hier staan verschillende natuurkundige instrumenten opgesteld zoals een windmeter, zoetwatermaker, zonnebrander, barometer en zandloper. Daarnaast is er speciaal voor deze expositie een leemoven gebouwd, waar glasblaas demonstraties worden gegeven volgens oude Romeinse wijze.
De expositie vindt plaats tot 17 november 2013. Speciaal voor deze tentoonstelling is een boek over Arnout Visser gepubliceerd, deze is te koop bij de museumwinkel van het MMKA. Hierin kunt u nog meer citaten van Visser lezen met betrekking tot zijn werk.