De toekomst
In Hongkong nam een vage vriend ons mee naar de beste waarzegger van de stad. Als voorbeeld van zijn onfeilbaarheid vertelde de vage vriend over een voorspelling, een waar gebeurd verhaal. Een paar maanden geleden liep hij dezelfde route met een goede vriendin. Ze betaalde, nam plaats op het krukje en keek de oude man verwachtingsvol aan.
De waarzegger nam haar hand in de zijne en keek haar diep in de ogen. Hij mompelde wat over werk en voorspoed en sprak toen helder en luid: je zult geen grote liefde meer tegenkomen. Het meisje keek verbijsterd. De man herhaalde het nog eens, en haalde zijn schouders op in een verontschuldigend gebaar. De volgende week huilde de vriendin bijna onophoudelijk. Ze was pas dertig. Maar de gedane voorspelling was een proeve van zijn kundigheid, niet bang om ook een nare toekomst uit te spreken. Ik ben gelukkig vergeten wat de man mij voorspelde, uit angst heb ik het waarschijnlijk niet binnen laten komen. Ieder jaar koop ik een blad waarin de horoscoop voor het volgende jaar wordt uitgespeld, dit jaar werd het de Elle, met de meest gunstige prognose. ‘Eindelijk vooruit ‘staat er boven (ik ben een weegschaal) het eindigt met ‘Je viert je nieuwe zelf en dat verdien je’.
Erik Niedling en Ingo Niermann maakten ‘The Future of art, a manual’. Het staat al jaren in mijn boekenkast. Ik pak het uit mijn kast en lees een vermakelijk interview met Terence Koh, die dan net twee dagen is gestopt met drugs en vegetariër is geworden. ‘The way you make art, it seems very close to a ritual, like a magic practice. I personally can’t do any magic. I wish I could. I wish I could change time. But I can’t. So art is closest to magic. You would like to change time? -in what sens? Probably backwards.’
Aan het eind van het gesprek komt hij tot de opmerking ‘I would hope the future would be happy’.
Hans Ulbrich Obrist vertelt dat hij 20.000 boeken bezit en hoe hij zijn boeken beschikbaar wilde stellen voor studenten, in een archief. Boeken als tijd capsules, als protest tegen het vergeten. Zijn boeken stonden in bananen dozen in de bibliotheek van de universiteit van Luneberg. Tot een nieuwe directeur dit niet efficiënt vond en de ruimte wilde gebruiken als kantoor. Obrist huurde een appartement voor zijn boeken, en daar wonen ze nu. ‘The fact that more and more information is being produced doesn’t necessarely mean that more memory is being produced.’ Obrist zegt zinnige dingen over de toekomst, bijvoorbeeld dat het probleem van instituten is dat we de toekomst van de kunst niet kennen. Dat houdt hem bezig . Maar om meer te weten over de toekomst van de kunst moet je meer weten over de toekomst zelf. Hij vroeg het aan kunstenaars.
Rirkrit Tiravannija: The future will be chrome
Olafur Eliasson: The future will be curved
Tino Seghal: The future will be subjective
Tacita Dean: The future will be obsolete
Loris Greaud: The future will be delayed
Trisha Donnelly: Future? You must be mistaken.
Carsten Holler quotes Helmut Kohl: The future is more important than freedom.
Paul Chan: The future is going nowhere without us.
82 kunstenaars geven hun zin over de toekomst.
De toekomst luistert, wacht, is een klap in je gezicht, een ziekte, een hond, overgewaardeerd, ons excuus, niet, instant , enzovoort.
Gilbert and George zonden hun visie per fax:
The future? See you there! As artists we want to help to form our tomorrows. We have always believed in the past, present and future. It’s going to be marvellous. Long live the future with lots of love always and always.
Ik hou van hun antwoord.
Want hoe onzinnig is het om op de toekomst vooruit te lopen. Om er een boek aan te spenderen. Natuurlijk zijn er grote geesten die als het ware op de toekomst vooruitlopen. Die gedachten hebben die nog te groot zijn voor het nu. Maar dat zie je altijd pas achteraf. Wat we weten is dat schilderen al vele malen is dood verklaard maar gelukkig nog altijd bestaat. Het boek over de toekomst van de kunst werd gemaakt naar aanleiding van de voorspelling van Honoré de Balzac die in het korte verhaal ‘Het onbekende meesterwerk’ uit 1831 het abstracte schilderij uitvond of aankondigde. Zijn voorspelling is uitgekomen, weten we nu.
Zo ongeveer in 1972 bezocht David Batchelor een tentoonstelling over post- impressionisme in The Royal Academy in Londen. Vol verbazing kijkt hij naar het vijf meter lange werk The Fourth Estate van Giuseppe Pellizza da Volpedo dat tussen de boeren, kaartspelers en fruitschalen hangt. Een in donkere tinten geschilderde ode aan het sociaal realisme. Het was een werk dat totaal uit de toon viel. Maar er was en ander werk dat hem nog veel vreemder voorkwam, een stuk wit papier, zo ongeveer 30 cm breed dat te midden van de post impressionistische schilderijen hing. Niemand zag het blijkbaar want er is verder nooit over geschreven. ‘There are things that don’t quite fit and there are things that appear to have come from another planet. In this case, that other planet was a future that could hardly be imagined in the surrouning works.’De toekomst van het schilderij zonder voorstelling, het abstracte monochroom was op dat moment niet af te leiden uit de werken die daar hingen. De toekomst die niet logisch volgt uit het Nu.
Blijkbaar zien we de toekomst als een rationele lijn vanuit het nu. Maar juist de dingen die zo vreemd zijn dat we zo over het hoofd zien geven de toekomst aan. Er valt dus weinig over te voorspellen.
Alphonse Allais maakte in 1883 al de eerste monochrome werken met prachtige titels. Een wit vlak heet: First communion of Anaemic Virgins in a Snowstorm. Een ander fel rood gekleurd vlak droeg als titel Apoplectic Cardinals Harvesting Tomatoes on the shore of the red Red Sea. Mogelijk was het werk sarcastisch bedoeld, mogelijk gemaakt vanuit een te vooruitziende blik. Het werk werd lange tijd vergeten, niet opgemerkt. Pas toen het monochroom werkelijk een plek van belang kreeg in de kunst kwam dit weer te voorschijn.
Dat witte papier van Batchelor lijkt me een achteraf bedachte toevoeging om iets over de toekomst te zeggen. Geoorloofd.
Wat kunnen we leren van de kunstenaar als het de toekomst betreft?
Als vervolg op The Future of Art: A Manual (2011) schreef Niedling The Future of Art: A Diary. In het leven van alledag ga je er steeds vanuit dat er nog vele jaren voor je liggen. Maar, vraagt Niedling zich af, wat als je nog maar een jaar te leven hebt. Hij besluit een jaar lang te leven alsof het zijn laatste jaar is. The Future of Art: A Diary vertelt over de vreugden en verschrikkingen van dat jaar. Op YouTube is een korte film te zien met flitsen zien van zijn leven tussen 2011 en 2012. Het filmpje laat al die grote verlangens zien, een reis maken, skating, een grote reis maken, verre zeeën zien, avonturen beleven, kortom alles uit het leven halen wat er in zit. Af en toe rookt hij een sigaret omdat intens leven niet altijd meevalt.
Als hulp voor het komende jaar zou ik opteren voor het dikke boek Sichtbare Welt van FISCHLI & WEISS uit 2000. De reeksen zonsondergangen, stadsgezichten, bossen, en bergen laten een gefotografeerde wereld van clichés zien. Als fotograferende cartografen laten ze de wereld als een ansichtkaart zien. Hoe ieder steeds door zijn camera hetzelfde ziet, en net weer wat anders. Dit werk toont ons een wereld die reeds beeld is geworden en hun liefde voor het cliché. Leg het komende jaar het boek van Fischli und Weiss naast of onder je bed. Kijk er iedere ochtend even in, als teaser voor de komende dag. Kijk om je heen en kijk. Laat de toekomst met rust. De kunstenaars werken er ondertussen aan, samen met ons: As artists we want to help to form our tomorrows. De magie van de toekomst ligt in het onvoorziene.