De tijd die zeeën verplaatst – in gesprek met Maurice van Es
We spreken met Maurice van Es over de tijd en de (on)mogelijkheid deze te vangen.
Maurice van Es staat midden in zijn witte hoge atelier in de Rijksakademie van Beeldende Kunsten aan de Amsterdamse Sarphatistraat, waar hij twee jaar lang Artist in Residence is. Op de grond ligt gekleurd plastic kinderspeelgoed, de boekenkasten zijn gevuld met dichtbundels en filosofieboeken en in de hoek flikkert een beeldscherm waarop uit de hand gefilmde video’s elkaar afwisselen. We spreken vandaag met hem over de tijd en de (on)mogelijkheid deze te vangen.
Je zegt dat wat jou betreft fotografie neerkomt op de persoonlijke waarde die fotografie voor iemand heeft. Of bedoel je de persoonlijke waarde in je eigen werk, de betekenis van fotografie voor jou?
‘Nee, ik bedoel, hoe fotografie wordt beleefd door de ‘normale’ mensen, hoe zij hun vakanties fotograferen, bijvoorbeeld. Het gaat mij in fotografie om haar herinneringswaarde.’
Maak je dan een onderscheid tussen gewone mensen die foto’s maken en de fotograferende kunstenaar?
‘Ik probeer te zeggen dat mijn werk gaat over de universele omgang met fotografie. Waarom zetten we fotografie in? Ik heb mijn scriptie op de KABK in Den Haag geschreven over de oorspronkelijke betekenis van fotografie. De titel was: Voor ik vergeet. Ik maakte een vergelijking tussen hoe fotografie nu beleefd wordt en hoe deze in de beginfase voor 1900 beleefd werd. Een van de conclusies uit dat onderzoek is dat we met fotografie ons onvermogen de tijd te vatten, of te bevatten, uitdrukken. We kunnen de tijd niet stilzetten, maar fotografie verschaft ons de mogelijkheid dat we een persoonlijke geschiedenis hebben en de tijd nog enigszins de baas kunnen zijn.’
Hoeveel invloed heeft deze scriptie gehad op je eigen werk?
‘Veel invloed. Na mijn scriptie wilde ik de herinneringswaarde van fotografie ook zelf toepassen. Ik was op de academie in Den Haag altijd maar rare schoolopdrachten aan het uitvoeren, ik begreep helemaal niet wat ik aan het doen was. Maar toen dacht ik: ik ga gewoon voor mijzelf dingen maken. Toen ben ik bijvoorbeeld al mijn kledingstukken gaan fotograferen en fotodocumenten gaan maken van de mensen om mij heen. Ik ging heel erg dichtbij kijken wat ik eruit kon halen.’
Wat bedoel je met eruit halen? Waaruit? Uit die reeks fotografische documenten van de mensen om je heen?
‘Ja. Ik denk een soort houding. Een houding hoe ik met tijd omga. Met verandering. Ik ging toen bijvoorbeeld portretten maken van levensfases. Mijn eerste boek bestond uit foto’s hoe je afscheid neemt van je ouderlijk huis. Daar maakte ik vervolgens een statistiek van. Zo bleek dat ik eerst nog dertig keer naar huis terugging en later alleen nog maar met de feestdagen.
Ik probeer eigenlijk dingen te fotograferen waarvan ik denk dat ik ze later terug wil zien. Ik heb bijvoorbeeld een serie gefotografeerd hoe mijn opa zijn trui uit trekt. Het klinkt misschien dramatisch, maar zes maanden later overleed hij. Toen ging ik in mijn archief kijken met de vraag: wat is eigenlijk waardevol? Dat waren de foto’s waar mijn opa zijn trui uitdeed. Toen realiseerde ik me dat ik eigenlijk de essentie van mensen om mij heen wil vastleggen. Ik fotografeerde daarna bijvoorbeeld elke keer mijn vader, als hij mij kwam ophalen, met de auto van het treinstation. Als hij er niet meer zou zijn, zou ik dat heel erg missen. ‘
Die onderwerpen zijn heel persoonlijk, maar ze hebben ook iets universeels. Iedereen herkent het gevoel wanneer iemand je ophaalt. Het ontroerende daarvan.
‘Ja, er zit altijd iets algemeens in. Ook ik heb natuurlijk specifieke familieomstandigheden, maar daar hoef ik geen werk over te maken. ‘
Eind november houdt de Rijksakademie haar jaarlijkse opendagen. Wat ga je laten zien tijdens de RijksOPEN?
‘Ik laat mijn boeken zien. Het is een project met de titel Rooms of Now. Mensen kunnen mij vragen een boek te maken van hun huis en dat doe ik al sinds 2013. Ik ga met mijn camera langs en leg allerlei details vast in hun woonruimte en maak zo een herinneringsdocument. Ik ben dan als een soort insect, the fly on the wall. Ik ga helemaal op in iemands huis. Ik probeer vast te leggen wat de bewoners over tien jaar nog bijstaat of waar zij over tien jaar nog naar terug willen kijken.’
En jij kiest wat je vastlegt in dat huis? Of geven mensen aan wat ze graag willen kunnen terugzien in hun boek?
‘Ja, ik praat met ze, zo kom ik wel wat dingen te weten. Dat vind ik heel belangrijk. Dan weet ik wat bepaalde dingen voor hen betekenen. Ik was een keer in New York om zo’n fotoboek te maken en de jonge vrouw waar het voor was, stuurde mij een lijst met dingen die ze vernield had omdat haar verkering net was uitgegaan. Die spullen mochten echt niet in het boek, want ze was zo kwaad. Toen heb ik haar gezegd dat dit juist het punt was waar het project omdraait. Het is toch schitterend dat je ergens van houdt en het kust en dat je dat ook kan verachten en het gaat verscheuren? Ik vind het echt heel mooi dat ik dat met fotografie kan vastleggen. Dus ik heb tegen haar gezegd: je mag doen met het boek wat je wilt. Je mag ze eruit scheuren, maar ik laat de foto’s met die vernielde voorwerpen erin.’
Een boek van Rooms of Now wordt slechts in twee exemplaren vervaardigd?
‘Ja, één voor de bewoner van het huis en een artist copy voor mijzelf. De boeken zien eruit als een soort Bijbel. In historische zin, als hele oude boeken. Maar ik wil ook dat ze gewoon lang meegaan, stevig zijn. Is zo’n boek over 100 of 200 jaar nog te begrijpen? Bepaalde dingen die we nu nog heel normaal vinden, zoals de knop van de magnetron bijvoorbeeld, zullen mensen dan misschien wel heel raar vinden. Je kan je niet voorstellen hoeveel alles nog gaat veranderen.’
Dat is mooi dat je dat zegt. Daarin zit die tweedeling waar je het eerder over had. Dat het je enerzijds gaat om de persoon zelf. Het boek is een persoonlijke Bijbel. Tegelijkertijd zegt het ook iets over de tijd waarin we leven en over het fenomeen dat over 100 jaar alles anders is.
‘Inderdaad, ik ben heel geïnteresseerd in de intieme beleving van tijd, maar ook in de langere termijn van tijd; de tijd die zeeën verplaatst.
Wat laat je behalve de boekenreeks Rooms of Now zien op de RijksOPEN?
‘Daarnaast laat ik een aantal films zien die ik heb gemaakt. Sinds een jaar verzamel ik constant videomateriaal van dingen die ik zie. Dat is inmiddels een archief van meer dan 12.000 video’s. Ik ben het de laatste maand aan het opruimen, aan het indelen.’
Je zegt: ‘de dingen die je ziet’. Kun je dat uitleggen?
‘Ik had elf jaar lang een relatie met een vriendin. Ik dacht dat ik op het punt stond om een nieuwe fase in te gaan, met kinderen en een huis. Ik wilde een videoportret maken van die laatste fase, waarin je nog heel dicht bij je vrienden bent, je constant op avontuur bent en dingen onderneemt. Die relatie is echter uitgegaan, dus is het project ook heel anders uitgepakt. Het is meer een document van m’n vrienden geworden. Van elke vriend ben ik een individuele film aan het maken en elke vriend heeft zijn eigen mapje en een script waarin ik bijhoud wat ik nog van ze wil filmen.’
‘Maar er zitten ook andere beelden in. Ik heb bijvoorbeeld vijftien dode dieren gefilmd, of dieren die aan het sterven zijn. Ik was eens in Madrid en zat op een verlaten terras. Er vloog toen een hele mooie oranje vlieg neer op mijn bord en stierf daar voor mij. In een film heb ik die dode vlieg nu tussen twee zonnen geplaatst. Er zijn daarnaast ook beelden van vrienden met de zon in hun gezicht en vrienden die rennen op hun eigen manier. Kerktorens waarvan ik de wijzerplaat film. Ik vind het ook niet erg als het cliché dingen zijn die ik film, zoals bloemen en planten, zeegezichten en zonsondergangen. Ik benader de film encyclopedisch en wil de wereld als geheel laten zien.
Jouw vrienden zijn dan dus een soort acteurs in je eigen kunstproject?
‘Ja klopt. Ik moet dan ook balanceren, mezelf soms voorschrijven: Oké, vanavond ben ik met een vriendin uit en dan ga ik niet filmen.’
Waarom is het interessant voor andere mensen om naar jouw gefilmde vrienden te kijken?
‘Ik wil volgens mij gewoon laten zien dat het leven mooi is. Je komt dan al snel met woorden als verwondering etc. Nu klink ik misschien als een volkszanger, maar ik vind het wel fijn om naar al die dingen te kijken die je om je heen ziet. Het is écht bijzonder. Ik vier wat ik zie. In die zin kunnen die films van mijn vrienden interessant zijn. Maar als ik eerlijk ben dan is dat niet mijn bedoeling. Ik wil gewoon iets voor mezelf maken. Als ik iets voor anderen zou maken, dan zou het heel ander werk zijn.’
En dat heb je altijd zo gedaan, dat het fotograferen en filmen voor jezelf is?
‘Ja, ik denk dat mijn werk daar heel sterk van wordt en ook onafhankelijker. In de video’s laat ik gewoon een houding zien van mezelf en ik denk dat dat vooral het werk is. Een soort performance van wat er gebeurt als je altijd alles filmt in je leven.’
Het moet ingewikkeld zijn om zo te werken, omdat er geen duidelijke scheiding is tussen je persoonlijk leven en je kunstenaarschap. Word je daar niet moe van?
‘Ja, soms wel. Maar ik kan het gewoon niet uitzetten.’
De Rijksopen is vandaag nog te bezoeken tot en met 17.00.
Klik hier voor de website van Maurice van Es.