De sporen van Keiko Sato
Een consequentie van wandelen in de ongerepte natuur is dat je met elke voetstap diezelfde natuur minder ‘ongerept’ maakt. Soms kun je iets alleen maar ervaren als je bereid bent het een klein beetje te verstoren. In Club Solo in Breda kraken stukjes flinterdun glas onder de voeten van de bezoekers als zij de eerste tentoonstellingszaal betreden. De kunstenaar Keiko Sato heeft daar, als onderdeel van een solotentoonstelling, de ruimte met een vloerinstallatie omgetoverd tot een vervreemdend landschap.
De installatie draagt geen titel en bestaat hoofdzakelijk uit grote glazen reageerbuizen gevuld met verschillende soorten thee. Met klei zijn de buizen aan de onderkant dichtgemaakt en bevestigd aan de grond. Veel van de buizen lekken door de klei heen of liggen helemaal in stukken op de grond waardoor vlekken van opgedroogde thee op de vloer zijn verschenen.
De bezoekers blijven bij de ingang staan en durven het werk niet echt te betreden. Pas als ze zien dat iemand anders het landschap betreedt en tussen de buizen doorloopt, gaan ze zelf ook echt de ruimte in. Het lijkt in eerste instantie dan ook vreemd dat je met elke stap een splinter glas nog fijner maalt. Je wordt bewust van elke voetstap die je zet. Zodra je de ruimte betreedt, stap je als vanzelf op de stukjes glas die met het blote oog niet te zien zijn, maar de grotere scherven en vlekken worden door de bezoekers vermeden. Alsof enkel de grotere stukken onderdeel zijn van ‘het kunstwerk’ en niet kapot mogen. De grens tussen dat wat de installatie is en dat wat het niet is, vervaagd. Je eigen beweging vervormt het werk van Sato net als gras dat ombuigt als je er doorheen loopt.
Keiko Sato werkt veel met de thematiek van achtergelaten sporen in haar werk. Ze verweeft haar familiegeschiedenis, haar vader was piloot in het Japanse leger tijdens de Tweede Wereldoorlog, met belangrijke gebeurtenissen uit haar eigen leven zoals haar toevallige aanwezigheid in New York bij de aanslag op de Twin Towers in 2001. Sporen van deze geschiedenissen vermengt ze in haar werk met politiek. Zo gebruikt ze voor het werk ‘Viscious Circle’ interviews met mensen die net na de terroristisch aanslagen in Parijs weer het openbaar vervoer nemen en verwijzen materialen als elektriciteitskabels en afval naar de kernramp die ontstaan is na de aardbevingen in Fukushima.
De installatie beneden vormt een parallel met de installatie in de bovenzaal waar tevens een landschap is gepresenteerd. Dit werk, genaamd ‘View on the Shore’ (2018), toont wederom verschillende eilanden in de ruimte maar ditmaal bestaan deze uit verschillende kleuren zand waarop planten en transparante plastic voorwerpen liggen zoals flesjes, containers en doppen. In het zand zijn patronen aangebracht en de voorwerpen hebben een zekere ordening.
Ook hier oogt het werk fragiel. Het is onmogelijk om de minuscule zandkorreltjes tussen de eilanden in te vermijden met je voeten en je bewegingen veroorzaken net dat beetje wind waardoor het werk (onzichtbaar) veranderd. Alsof het een kwetsbaar ecologisch systeem is, dat met elke stap heel subtiel wordt verstoord.
Deze tastbare manier van kunst ervaren vormt de kracht van het werk van Sato. Met name de vloerinstallaties komen het sterkst tot hun recht als verder wordt gekeken dan enkel de verbinding met de historische gebeurtenissen. De zaalteksten (die bij de ingang apart geleverd worden) hameren vooral op het politiek-historische karakter van Sato’s werk. Een werk is echter niet per definitie inhoudelijk sterker omdat het refereert aan een beladen historische gebeurtenis. Juist bij dit kwetsbare werk is het krachtig als er niet teveel ingevuld wordt. Sato’s werk gaat namelijk niet alleen over het verleden, maar ook over de materialiteit nu in de ruimte. De toeschouwer wordt uitgedaagd over zijn of haar eigen sporen na te denken.
Het werk van Keiko Sato is nog tot 22 april te zien in Club Solo in Breda.