De regenboog toont ons hoe te stralen als het licht dat we zijn
“De stuwende puls van de regenboog zorgt dat de kleuren bewegen en geeft ons zo, als maatschappij, een raak voorbeeld. Want ook mensen leven, bewegen, veranderen en zijn daardoor steeds anders. Alleen onze categoriserende opvattingen brengen ons vaak tot een verkrampte stilstand, waardoor we een opstopping vormen in een onstuitbare stroom.”
De regenboogvlag is al een tijd onderwerp van een discussie waarin het aantal kleuren dat erop wordt afgebeeld centraal staat. Met elke verandering zal de vlag minder gelijkenis met het hemelfenomeen vertonen, maar de regenboogvlag lijkt nu eigenlijk al helemaal niet op de hemelbrug. Prominent aan het natuurlijke fenomeen is namelijk het verloop van de kleuren waardoor ik, hoe lang en geconcentreerd ik ook kijk, nooit kan aangeven waar precies de ene kleur in de andere overgaat. Terwijl in de grafische vertaling de kleuren in een strikt aantal duidelijk te onderscheiden kleuren zijn omgezet. In dit essay onderzoek ik of de kleuren zelf, wat ze ons tonen en hoe we ze interpreteren, iets kunnen toevoegen aan de discussie over de kleuren van de vlag.
Vanuit kleurcontrasten bekeken is de vlag een toonbeeld van het kleur-tegen-kleurcontrast waarbij de kleuren zo met elkaar samenwerken dat ze elkaar tot de grootst mogelijke stralingskracht brengen. Rood complementeert oranje: ‘jij bent zó vol oranje.’ Terwijl groen tegen geel uitroept: ‘Ik herken niets van mezelf in jou!’ Doordat de kleuren er in hun hoogste verzadiging staan, paarser of roder is onmogelijk, tonen ze zo min mogelijk gelijkenis met de ander. Ze zijn hun puurste zelf en daardoor onderling zo onverenigbaar mogelijk. De grafische vertaling is de tegenpool van het hemelfenomeen waar weliswaar de kleuren geel en blauw te onderscheiden zijn, maar tot waar precies de een reikt en waar de ander begint is niet te zien. Groen verbindt ze in een vloeiend verloop.
De kenmerken kleurrijk, bont en divers zijn door de regenboogvlag symbolisch van het natuurfenomeen overgenomen. De regenboog is geschikt om het begrip ‘diversiteit’ te verbeelden omdat het staat voor alle kleuren. Alle kleuren die de mens met het oog kan waarnemen, worden erin zichtbaar. Nu blijkt dat de kleuren niet alle mensen die zich onder deze vlag scharen vertegenwoordigen. In ieder geval niet in gelijk mate en daarom wordt deze soms aangepast. De verbeelding van de regenboog is echter nooit statisch geweest.
Zijn het elf kleuren of zijn het er zes? Zij het er zeven of acht of drie? Bij al deze getallen hoor ik iemand ‘ja’ roepen. ‘Zes, maar eigenlijk acht’ roept de Amerikaanse activist en ontwerper Gilbert Baker die in 1978 de eerste officiële gayvlag ontwierp. Zijn ontwerp begon bovenaan met een roze baan daaronder gevolgd door rood, oranje, geel, groen, turkoois, blauw en paars. Door technische druk- en verfproblemen viel eerst de roze baan van de vlag en verdween binnen een jaar ook het turkoois, waardoor de tegenwoordig gebruikte zeskleurige vlag overbleef.
‘Zeven’ is het antwoord volgens de Zwitserse Diversity Flag waarin de prismakleuren van Newton zijn overgenomen. In 1671 definieerde de natuurkundige Isaac Newton met behulp van zijn bekende kleurenprisma de zes hierboven genoemde kleuren plus een tweede tint blauw: indigo. De persoon die ik na het getal ‘drie’ instemmend hoor roepen is Aristoteles. In zijn teksten beschrijft hij de kleuren rood, groen en blauwpaars. Dit kleurpalet uit ongeveer 350 v. Chr. heeft grote gelijkenis met de drie basiskleuren van licht RGB: rood, groen, blauw. Dat zijn de drie kleuren waarmee op bijvoorbeeld beeldschermen alle kleuren worden gemengd.
De relatie tussen licht en kleurenmenging komt ook terug in de verhalen van de Noors-IJslandse Edda waar de regenboogbrug, die de mensen en het godenrijk met elkaar verbindt, ook drie kleuren heeft. In deze mythologische verhalen wordt alleen de kleur ‘roodoranje’ bij naam genoemd. De brug was namelijk niet alleen kleurig maar ook vurig; de roodoranje lichtgevende vlammen sloegen haar uit.
Over de twee kleuren die niet genoemd worden in de Edda zijn behoorlijk wat wetenschappelijke onderzoeken gepubliceerd. Door onze focus op het benoemen van tinten is het onverdraaglijk niet te weten welke ‘kleuren’ de mensen toen zagen. Maar onze hyperfocus op de eigenschap tint is vrij recent ontstaan. Dat kleuren ook andere eigenschappen hebben, zoals dus die vurig lichtende stralingskracht, beoordelen we als ondergeschikte informatie. Eerst benoemen we de tint: is het groen of blauw? Daarna kun je eventueel toevoegen dat de kleur ook donker, dof of verzadigd is. Onze omgang met kleur is gestoeld op een specifieke benadering en andere benaderingen zijn mogelijk. Maar dat is lastig om te zien en misschien zelfs te geloven. Onze kijk op kleur zit ons namelijk zo ingebakken dat we denken dat het juist is, waar is en eenvoudig weg klopt met wat we zien.
De huidige kleurdefinitie komt aan onze drang tegemoet om alles perfect te categoriseren en als volledig, passend en compleet te bejegenen. Zoals bijvoorbeeld het ontwerp van eenkleurige paperbacks die gerangschikt in de juiste volgorde exact een regenboogkleurverloop tonen in de boekenkast. Ontwerper Willy Fleckhaus maakte deze serie voor de Duitse Uitgeverij Suhrkamp eind jaren zestig en de boeken werden gemaakt tot 2004. De regenboog toont zich alleen dan als je alle 48 delen bezit en ze precies in de zo ontworpen volgorde in je kast zet. Na deel 48 begint een nieuwe regenboog. Of de stapeling geschminkte mensen, die in de still uit de film Night Soil – Economy of Love (2015) van Melanie Bonajo exact de zeven prismakleuren van Newton belichamen. Alleen als ze precies in deze volgorde achter elkaar bewegen is de regenboog te zien, anders past het niet, geldt het niet, klopt het niet. Dan is het eenvoudigweg geen regenboog.
Dit dogmatische karakter van onze regenbooginterpretatie is goed te zien in de bijschriften van andere interpretaties. Naar de vlag van Zuid-Afrika wordt bijvoorbeeld vaak verwezen met de “rainbow flag“. Op de vlag zijn de kleuren rood, wit, groen, blauw, zwart en geel afgebeeld. De Zuid-Afrikanen mogen dit een regenboogvlag noemen, maar omdat de kleuren en volgorde niet overeenkomt met de prismakleuren van Newton wordt het expliciet een ‘verwijzing’ genoemd. Ook bij de Boeddhistische regenboogvlag staat extra vermeld dat de kleuren als regenboogkleuren worden benoemd. De kleuren op de vlag zijn geel, blauw, wit en rood. Dit zijn interpretaties van de regenboog omgezet in een ontwerp dat op stof gedrukt kan worden, maar andere vertalingen zijn dat net zo goed. Toch behandelen we het als een classificatiemodel; er is één grafische vertaling van de regenboog ‘juist’ en de anderen zijn daardoor automatisch onjuist. Dat zijn zogenaamd ‘niet kloppende verbeeldingen’ die met artistieke vrijheid of zelfs vol fantasie zijn vertaald. Als ik zelf oog in oog sta met een andere verbeelding van de regenboog blijk ik geen haar beter.
In het Tropenmuseum in Amsterdam kijk ik tijdens de tentoonstelling ‘Healing Power, winti, sjamanisme en hekserij’ naar een video waarin de sjamaan Luis Marquez Pinedo uit Peru vertelt over hoe hij tot het ontwerp van zijn kostuum (Kushma) is gekomen, dat is gemaakt door zijn echtgenote. In een visioen werd hem duidelijk dat er een regenboog op zijn mantel afgebeeld moest worden. Hij wijst op een baan geborduurde strepen. Maar ik zie geen regenboog. De kleuren zijn geheel anders dan ik ze ken, de kleurbanen worden door een witte achtergrond gescheiden en de banen hebben eigen patronen waardoor ze in dikte en prominentie niet gelijk zijn aan elkaar. De grafische vertaling van de regenboog die hij aanwijst is symmetrisch, alles wat links staat wordt rechts gespiegeld. Aan de buitenkant lopen twee recht lijnen stralend ultramarijn en na een witruimte volgt een gele lijn in een hoekig golfmotief. Dan na een witruimte wederom de rechte ultramarijnblauwe lijn, waarna een oranjerode gekartelde lijn staat. In het midden golft een geborduurd ornament in groenblauw.(1)
Ik kan het niet laten om me af te vragen wat de sjamaan ziet als hij het hemelfenomeen aanschouwt. Ziet hij het zo? Ziet hij het anders dan ik? Ik voel een jaloerse steek als ik de video voor de derde keer bekijk. Ik wil de regenboog ook zo kunnen verbeelden. Als ik me wegdraai van de video zie ik de mantel in een vitrine hangen. Ik kijk nu van dichtbij naar de geborduurde ornamenten. Ook al onderscheid ik de specifieke kleuren niet als regenboogkleuren, het karakter van de kleuren herken ik wel. Deze grafische vertaling van Luis Marquez Pinedo toont het continuüm van het wonderlijke spel van de boog. Het vloeiende, licht stralende en levendige karakter kan ik erin waarnemen. De kleuren zijn vurig en door de motieven zijn ze bovendien levendig en vloeien ze als water in een rivier. Deze vertaling raakt het wonderlijke temperament, de transparantie en tijdelijkheid van het natuurverschijnsel in het hart.
Het geloof dat alles precies in- en opdelen helpt om wonderen te begrijpen zit ook mij ingebakken. Toch kan ik door de regenboog waar te nemen zien dat in de grafische vertaling een groot deel van het verschijnsel verloren gaat. De regenboog is namelijk boven alles veranderlijk. Het is een cyclische stroom die een kort moment de volle potentie aan kleuren toont. En elke keer als ik de regenboog aan de hemel zie, zie ik iets anders. De ene keer is het groen breder dan alle andere kleuren en een volgende keer is de laaiende boog bijna wit ten opzichte van de grijze lucht eromheen. Standaard ervaar ik hoe beperkt ik eigenlijk de regenboog in me kan opnemen en misschien mede daardoor ben ik tijdens de volgende regenboog weer extra alert en open.
De stuwende puls van de regenboog zorgt dat de kleuren bewegen en geeft ons zo, als maatschappij, een raak voorbeeld. Want ook mensen leven, bewegen, veranderen en zijn daardoor steeds anders. Alleen onze categoriserende opvattingen brengen ons vaak tot een verkrampte stilstand, waardoor we een opstopping vormen in een onstuitbare stroom. Het maakt me onzeker als ik mijn blik laat rusten op iets wat ik niet ken. Ik ben kwetsbaar als ik met een zo open mogelijk blik iemand van wie ik niets begrijp, benader. Tegelijkertijd heeft het de meest hartverwarmende uitkomst. Hoe opwindend is het om iets nieuws te zien en iets nieuws te leren? Iets wat ik zelf nooit had kunnen bedenken. Hoe mooi is de ontmoeting met een ander die je laat zien hoe veel meer er mogelijk is? Kijken naar de regenboog is voor mij een perfecte oefening om te vergeten wat ik denk te weten om vervolgens zo open mogelijk waar te nemen wat ik zie. En de kleuren van de regenboog werken dat niet tegen. Die vurig lichtende regenboog toont ons hoe te stralen als het licht dat we zijn.
De tentoonstelling ‘Healing Power, Winti, sjamanisme en hekserij’ is deze zomer nog t/m 28 augustus te zien in het Tropenmuseum Amsterdam.