De ‘Prospects’ van Art Rotterdam 2022
Mister Motley bezoekt de Prospects op Art Rotterdam.
Dit weekend viert de Prospects haar tiende verjaardag met achtentachtig deelnemende kunstenaars verspreid over twee locaties binnen de kunstbeurs Art Rotterdam. Het ‘expeditiegebouw’, pal tegenover de Van Nellefabriek, is er dit jaar bijgetrokken naast het vaker gebruikte distributiecentrum in de voormalige fabriek. Daarmee is de jaarlijkse presentatie van kunstenaars die een startersbeurs* van het Mondriaan Fonds hebben ontvangen groter dan ooit. Welke namen vallen dit jaar op?
Een danser staat met twee felgekleurde plastic tasjes in de hand in het droge landschap van Zuid-Spanje. De bruingroene omgeving contrasteert met de harde kleuren van het plastic terwijl de wind beweging in de tasjes waait. Het lichaam volgt de sturing van de wind. De torso volgt de armen, die de handen volgen, die het plastic volgen, die de wind volgen waardoor een subtiele dans ontstaat. Met deze video-performance weet kunstenaar Sarah Rose Guitian Nederlof (1993) met minimale invulling van vorm, kleur en beweging een prachtig beeld neer te zetten.
De door de wind en plastic geleide dans van Guitian Nederlof is een van de vele video-installaties in het expeditie gebouw van de Prospects tentoonstelling. Het valt op hoeveel kunstenaars voor deze vorm kiezen in de exposite, die is samengesteld door curator Johan Gustavsson en assistent-curator Gabija Seiliute. Je zou bijna vergeten dat er een aparte filmzaal is ingericht voor uitsluitend videowerken. Je gaat dan ook eenvoudig parallellen zien tussen de verschillende werken. Zo hebben veel van de video’s een duidelijk narratief dat verbonden wordt aan (regionale) identiteit en rituelen.
Neem bijvoorbeeld het werk Santa Emlia van Andrés García Vidal (1991) dat vlakbij de video van Gutian Nederlof staat. Vidal toont twee video’s waarin lokale problematiek behandeld wordt die speelt in een landelijk gebied in de buurt van Sevilla. Een groep bewoners houdt een kringgesprek rondom een vuur en bespreekt hun conflict met het stadsbestuur dat is veroorzaakt door irrigatieproblemen als gevolg van klimaatverandering. Ondertussen wordt er gezongen als een weeklaag op de problemen van het volk met de machthebbers.
In de ruimte ernaast gebruikt Flora Reznik (1986) voor New Worlders vijf verschillende video’s om een verhaal te vertellen over de geschiedenis en de toekomst van rubber. Manoeuvrerend over de autobanden op de grond baant de bezoeker zich een weg naar een wirwar aan verhalen over rubber als (vervuilende) grondstof, als koloniaal product en als rekwisiet in mythes en rituelen. Daarnaast toont Ana Bravo Pérez een sculptuur en een film over mijnbouw in Colombia met scenes die geladen aanvoelen alsof de aftiteling zo over het scherm zal lopen na een dramafilm. Een trein lijkt eindeloos voorbij te rijden terwijl de wind door een boom waait en de voice-over praat over Moeder Aarde. Er zijn meer werken die het midden houden tussen documentaire en performance waarbij de informatiedichtheid hoog is, of er in ieder geval wordt gesuggereerd dat er veel lagen onder het oppervlak schuilgaan.
Ondanks overeenkomstigheden qua thematiek of materiaal (lees: textiel) blijft Prospects verrassen simpelweg vanwege het grote aantal jonge kunstenaars. Dat zorgt bijna automatisch voor verscheidenheid. Hieronder vijf kunstenaars die dit jaar extra opvielen.
Florence Marceau-Lafleur
In een hoek van het distributiecentrum staat de redelijk onopvallende installatie van Florence Marceau-Lafleur (1988). Het is een vitrine met daarin opengelegde boeken waaraan tekeningen en foto’s van de kunstenaar zijn toegevoegd. Een boek over modeltekenen ligt naast een boek van Eadweard Muybridge en toont een extra foto van Marceau-Lafleur waarop ze een witte ballon opblaast.
De verzameling lijkt geheimzinnig totdat je door de stereoscopen kijkt die bovenop de vitrinekast zijn bevestigd. Via deze kijkers zijn zes verschillende foto’s te zien waarop Marceau-Lafleur met door haar gemaakte sculpturen in haar atelier poseert als ware deze een verlengede van haar lichaam. Het innemen van de ruimte vormt daarbij het centrale onderwerp. Als kunstenaarsmodel raakte Marceau-Lafleur gefascineerd in de letterlijke en figuurlijke ruimte die het lichaam inneemt: de “site-specific physical space”. In de bijhorende publicatie vraagt ze zich bijvoorbeeld af: “hoe vaak moet ik ademhalen om mijn eigen lichaam volledig in te nemen?”. Deze gedachte-experimenten in combinatie met de sferische foto’s maken de installatie tot een poëtisch geheel.
Natalia Papaeva
Een van de meest krachtige videowerken staat direct bij de ingang van het expeditiegebouw en is gemaakt door Natalia Papaeva (1989). In de video-performance staat Papaeva voor een schoolbord terwijl ze de kijker onderwijst. “Ik ben geen Chinees” schrijft ze velen malen op het bord terwijl ze eerst ieder woord afzonderlijk een paar keer opschrijft en uitspreekt. Vervolgens gaat ze door naar “Ik ben een Mongool”, om daarna dezelfde zinnen in het Russisch en Boerjats uit te spreken en op te schrijven.
Met Ik ben… reageert Papaeva op hoe kolonialisme, discriminatie en racisme verweven zijn met taal. Ze werd geboren in Boerjatië, een gebied in Oost-Siberië vlakbij Mongolië. Toen ze in Nederland kwam was ze geschokt dat het woord ‘Mongool’ een dubbele betekenis heeft in de Nederlandse taal. De video is kort, simpel en een krachtig voorbeeld van show don’t tell.
Robin Alysha Clemens
Een ander opvallend videowerk is afkomstig van Robin Alysha Clemens (1992). Voor Performing Adulthood filmde ze zes verschillende groepjes jongeren tussen de zestien en vierentwintig jaar oud terwijl deze ‘goede gesprekken’ houden. In de lange takes zien we de verschillende vriendengroepen praten over liefde, succes, volwassen worden en andere vragen des levens. De gesprekken zijn intiem omdat je als kijker even onderdeel wordt van een hechte vriendenkring, tegelijkertijd voel je de aanwezigheid van Clemens achter de camera. De vrienden weten dat ze opgenomen worden en hebben enkele instructies gekregen waardoor je ziet dat ze zich bewust zijn van hoe ze overkomen. Daardoor spelen ze zichzelf, performen ze volwassenheid.
Marwan Bassiouni
Het werk van Marwan Bassiouni (1985) lijkt voor iemand die niet regelmatig een moskee bezoekt bijna gefotoshopt. De sierlijke omlijsting van de kozijnen van de moskee van waaruit hij het uitzicht fotografeert, contrasteert met het Hollandse landschap dat door het raam te zien is. Dat contrast bestaat echter alleen vanwege vooroordelen en stereotyperingen die sommige mensen hebben van welke omgeving er bij een moskee hoort en welke religieuze huizen passen bij het Nederlandse landschap. Iemand die regelmatig een Nederlandse moskee bezoekt, ziet dit contrast waarschijnlijk een stuk minder scherp dan iemand die ze alleen van de buitenkant beziet. Die botsing van stereotyperingen en vooroordelen weet Bassiouni te scherp vangen in zijn New Dutch Views.
Kateryna Snizhko
Negative space van Kateryna Snizhko (1984) toont een enorme hoop van papier, glas en metaal dat als een neergestorte wolk tussen de stellages van de tentoonstellingsruimte ligt. Voor haar sculpturen gebruikt Snizhko ‘artistiek afval’, restmateriaal van bijvoorbeeld beeldhouwers en grafisch ontwerpers dat ze omvormt tot nieuwe kunstwerken. Daarmee is ze de belichaming van het idee dat het proces belangrijker is dan het eindresultaat van een kunstwerk. Ze ziet haar beelden als tussentijdse resultaten, en niet als complete kunstwerken, terwijl het toch gestileerde vormen zijn.
*De Prospects tentoonstelling op Art Rotterdam toont werk van kunstenaars die in 2020 een bijdrage Kunstenaar Start van het Mondriaan Fonds hebben gekregen.