DE KUNSTENAAR EN ZIJN TATOEAGES – BAS KOSTERS
Na drie weken in Indonesië geweest te zijn is modeontwerper Bas Kosters weer terug in base camp Amsterdam. Ik ontmoet hem in zijn atelier in het World Fashion Centre. Bij aankomst krijg ik van de bewaker de instructies om de lift naar de 13e verdieping te nemen. Een getal wat in de VS door velen verbannen wordt. Toch staat dit cijfer groot op Bas’ lijf getekend. Bas Kosters is een paradijsvogel: zo constateer ik dat zijn lichaam een tekenboek is, gevuld met personages uit zijn kledingcollecties.
De eerste tatoeage liet hij ongeveer tien jaar geleden zetten toen hij 25 jaar was. ‘Best wel laat. Ik had al wel veel piercings, maar nog geen tatoeages. Ik wist namelijk niet goed waar ik moest beginnen. Uiteindelijk besloot ik in dikgedrukte letters, maar zonder hoofdletters, mijn eigen naam te laten tatoeëren. Dit was toentertijd ook het logo van mijn bedrijf.’
Inmiddels is hij al tal van logo’s verder en heet zijn merk nu Bas Kosters. ‘Het leek me wel grappig om al mijn logo’s te laten tatoeëren, maar dat blijkt misschien toch iets teveel van het goede.’ Daarentegen laat hij wel zoveel mogelijk zelfbedachte figuren op zijn huid zetten, zodat hij ze op zijn lichaam overal met zich meedraagt.
Naast vele illustraties staan op het lijf van Bas ook de woorden anti en love. ‘Toen mijn relatie van negen jaar op de klippen liep heb ik de liefde aan mezelf verklaard en om dit te bestendigen love op mijn borst laten zetten. Jammer genoeg zie je ‘m niet zo vaak aangezien de hoogtijdagen van de V-hals al jaren voorbij zijn.’ Voor iedere collectie bedenkt Bas één of meerdere figuren die deel uitmaken van een groter verhaal. Vaak bezitten deze een duistere, maar serieuze onderlaag. Vertellingen waarbij wereldproblematiek, zoals de voedselindustrie en massaconsumptie, aan het licht worden gebracht. Toch wordt deze donkere ondertoon bijna altijd opgefleurd door een zachte, kleurrijke uitstraling, waarbij woorden als extravagant of grotesk tekortschieten. Uit de collectie ‘Love Fuck Yeah’ stammen de lachende worst en Mr. Lovebelly en staan ze beiden op zijn bovenbenen. ‘Net zoals de twee harten op mijn bovenarmen zijn ze groot, en daardoor erg pijnlijk om te laten zetten, omdat de pikzwarte inkt erin geknald moest worden. Nou dat heb ik geweten…’
‘Als tweede liet ik ‘1977’ op de binnenkant van mijn pols zetten: mijn geboortejaar. Ik liet ‘m tegelijk zetten met ‘Foetsie’: een personage uit The Fashion Mutant Collectie.’ Deze collectie werd getoond tijdens de Amsterdam International Fashion Week in 2011 en bevat een explosie aan kleuren en printen. De kledinglijn vormt een metafoor voor de veranderingen in de maatschappij, de mode-industrie en het bedrijf van Bas zelf. ‘Het beestje heb ik zo genoemd omdat ie eruitziet alsof hij ieder moment kan wegrennen. Jungleboy is ook een beeldicoon uit deze collectie en staat gezellig naast Foetsie op mijn onderarm vereeuwigd.’
Bas heeft er op een blauwe maandag weleens aan gedacht om zelf de tattoomachine ter hand te nemen. Hij denkt dat hij het wel zou kunnen, vanwege zijn vaste tekenhand. ‘Een paar vrienden van mij hebben een ontwerp van Bas Kosters op hun lichaam staan. Ik vind het eng om zomaar een ontwerp voor iemand te maken. Zodra mijn tekeningen tatoeages worden, ga je anders nadenken en tekenen. Ik ben bang dat de persoon in kwestie spijt krijgt en ik toch degene ben die verantwoordelijk wordt gehouden voor iets wat hij of zij voor de rest van zijn leven met zich meedraagt. Ik moet er bij nader inzien dan niet aan denken dat ik ook nog eens de persoon ben die ‘m zet. Ik heb al zoveel verschillende petten op, en voel niet zozeer de behoefte om deze techniek te leren. Ik laat het dus liever in de handen van professionals, zodat ik me ondertussen kan storten op het organiseren van een absurd en excentriek feestje op de catwalk. Dat lijkt me voor iedereen beter.’