De grenzen van een vierkante meter; in gesprek met Anne Geene
Hoeveel slokjes zitten er in het grootste zwembad ter wereld? Waarom drukken wij het gewicht van een vinvis uit als wat deze aan land zou wegen? Wat te doen als de kilo plotseling een zandkorrel minder weegt?
Maat is een steeds terugkerend begrip in het gesprek tussen mensen en blijft fascineren met haar enerzijds precieze karakter van het achter de komma en anderzijds abstracte toon die speels vervormd in de fantasie van elk hoofd. Want deze cijfertaal draait om alles waar je haar aan verbindt.
Zo onderzoek ik hoe in het dagelijks leven, in de kunst en in de wetenschap met maat wordt omgegaan en hoe dit zich verhoudt tot een context. Als onderdeel van mijn onderzoek ging ik in gesprek met Anne Geene, die een encyclopedie van een volkstuin maakte waarin zij alles wat groeit/zwemt/vliegt, op/in/over de exact 245 vierkante meter van haar perceel vastlegt en beschrijft. Hoewel je zou zeggen dat dit onmogelijk lijkt, is er geen moment dat je bij het doorkijken van de encyclopedie de compleetheid ervan bevraagt. Waardoor de overtuiging groeit dat het haast onmogelijk is dat er iets tussen het perceel nr. 234 en nr. 236 aan de aandacht van Geene is ontsnapt. Wat omsluit de kluiten aarde en daarmee ook het begrip van de volkstuin? Hoe zit het met de wortels die de boom groeit tussen de verschillende percelen of de bladeren die van die boom vallen. Hoort de hommel die op zijn bloesem vliegt bij de volkstuin van Anne Geene? Ik vroeg mij af wat de grenzen van een oppervlakte zijn en bovendien de beperkingen van een encyclopedie. Hierover ging ik met haar in gesprek.
VM Wat zijn de regels van een encyclopedie?
AG Daar ben ik best lang mee bezig geweest. Ik heb heel veel soorten encyclopedieën gehad. Wat ik er het leukste aan vind is eigenlijk de suggestie van compleetheid. Dat je alles kan meten, alles kan omschrijven en alles uiteindelijk in een boekwerk kan bevatten.
VM Dat je het in je hand kan houden
AG Er zijn bijvoorbeeld van die vogel encyclopedieën waar ze in de inleiding zeggen: ‘Deze gids is compleet, hierin staan alle vogelsoorten van Europa” Ik vind dat heel grappig, dat is natuurlijk totaal onmogelijk. Tenminste als je een beetje in dat soorten benoemen zit. Er zijn zoveel minieme afwijkingen waardoor iets wel of niet een nieuwe soort wordt. Die encyclopedieën zijn alles behalve compleet, maar het is de suggestie van compleetheid. En zo kijk ik ook naar mijn encyclopedie, want als je links fotografeert, gebeurt er rechts ook weer wat. Je kan niet alles vangen.
VM Op welk moment heb jij besloten een encyclopedie te maken?
AG Dat idee had ik al snel in mijn hoofd. Ik wilde wel een encyclopedie maken, maar ik wist nog helemaal niet wat de vorm zou zijn . Ik ben gewoon begonnen en ik wilde in eerste instantie gewoon alle vormen die daar voor kwamen vastleggen. Van alles één. Dus ik had een hele opstelling gemaakt, maar ik raakte steeds meer gefascineerd door de beeldtaal van de klassieke encyclopedieën. Die beschrijven niet alleen soorten, maar ook gedrag bijvoorbeeld, reacties, experimentjes. Dus dat is veel ruimer dan alleen het benoemen zelf. Keuzes van de encyclopediemaker, van wat wel of niet op te nemen, zijn heel leuk. Heel persoonlijk ook volgens mij, gewoon wat hen interesseert. Dat heb ik gewoon een beetje nagedaan.
VM Jij hebt veel voorbeeldencyclopedieën gehad?
AG Ik ben ze zo’n beetje gaan verzamelen. Ik kreeg ooit van mijn moeder een dierenencyclopedie en in plaats van dat ik meteen de leuke beestjes opzocht begon ik altijd gewoon bij a en las ik alles van voor naar achter. Ik vond het allemaal even leuk.
VM Ik kan mij voorstellen dat je in een jaar een heleboel materiaal hebt gemaakt. Hoe ben je toen begonnen een indeling te maken?
AG Als eerste had ik de serie van de soorten gemaakt, en ik had een verzameling van plattegronden. Hoe de tuin er uit zag, als een overzicht. Toen ben ik mij zoals in veel encyclopedieën (zeker vogelgidsen: vogelgids van Europa, vogelgids van Nederland, vogelgids van Texel) gedaan wordt, bezig gaan houden met het bepalen van en geografische afbakening. En ik vond het leuk om het heel uitgebreid te beschrijven waar je het over gaat hebben. Verder wilde ik in het catalogusgedeelte alle soorten onderbrengen. En toen had ik nog allemaal dingen over. Dat zijn dan eigenlijk meer experimenten met bewegende dingen, dus waar tijd overheen gaat. Waarnemingen van mijzelf.
VM Het valt mij op dat iets beschrijven voor een groot deel het constant bepalen van de grenzen is. Daar waar hetgeen dat besproken wordt begint en de rest, het andere, ophoudt. Gelijk aan de meeste encyclopedieën begin jij bij het aangeven van een kader. Daarmee volgen we eigenlijk jou blik van onder naar boven als je de laagst en hoogst voorkomende soorten vastlegt en vervolgens van links naar rechts langs terrastegels, een stapel takken en de heg.
VM Het was dus ook nooit een poging voor jou om een onpersoonlijke encyclopedie te maken?
AG Ik wilde het wel zo objectief mogelijk brengen. Maar ik wist wel dat het met die gekke onderzoekjes heel snel persoonlijk zou worden: het omdraaien van stoeptegels is natuurlijk totaal onzinnig.
VM Omdat het jouw interesses zijn, als maker, wordt het snel persoonlijk.
AG Ik wil niks over mijzelf zeggen, het is meer dat het vanzelf persoonlijk wordt. Of misschien eerder persoonsafhankelijk. Niet zozeer van mij maar zoals iedereen die dit zou het op een andere manier zou doen.
VM Denk je dat het mogelijk is dat een encyclopedie onpersoonlijk is?
AG Nee ik denk het niet. Daar gaat het mij ook om. Ik denk dat wetenschap überhaupt heel persoonlijk is.
VM het verschil is misschien dat bij wetenschap wordt gedaan alsof er geen persoonlijke besluiten bestaan. Dat de wetenschap de illusie hoog houdt objectief te zijn. Het valt mij ook op dat zodra er over jou werk geschreven wordt, vaak genoemd wordt dat jou werk tussen wetenschap en kunst in zit. Daar wordt dus ook een vage scheidslijn getrokken waar kunst ophoudt en wetenschap begint. Hoe zie jij dat zelf?
AG Alles was je onderzoekt kan je noemen, elk onderzoek met een uitkomst zou in principe wetenschappelijk genoemd kunnen worden. De waterlelie is feitelijk inderdaad veel minder doorzichtig dan de Hortensia. Maar ik denk dat het zit in het belang van het onderzoek. Dat het daardoor persoonlijk wordt.
VM Er bestaat geen humor in de wetenschap?
AG Inderdaad. Dus ook daar verraad je jezelf als kunstenaar. Nou, misschien op de IG-Nobelprijs na. Dat is een prijs die wordt uitgereikt voor het meest onzinnige, nutteloze onderzoek van het jaar. Zo won in 2012 het Eiffeltorenonderzoek*, waarmee ontdekt werd dat mensen die naar links leunen de Eiffeltoren gemiddeld minder hoog schatten dan wanneer zij naar rechts leunen.
*Dr. Anita Eerland, dr. Tulio Guadalupe en prof.dr. Rolf Zwaan, onderzoekers van het Instituut voor Psychologie, toonden met hun studie ‘Leun naar links en de Eiffeltoren lijkt kleiner’ bovendien aan dat lichaamshouding invloed kan hebben op het schatten van hoeveelheden, zoals grootte, aantallen of percentages. Wanneer mensen wordt gevraagd naar de hoogte van de Eiffeltoren dan schatten zij, wanneer zij naar links leunen, deze hoogte gemiddeld 12 meter lager in dan wanneer zij naar rechts leunen.
VM In paragraaf 1 noem jij een aparte soort, namelijk: ‘de dwaalgast’. Waarom is de hierin opgenomen hond wel een dwaalgast en de maan die je in paragraaf 3 vastlegt niet?
AG De dwaalgast komt in een gebied waar hij niet hoort door foerageergedrag, bijvoorbeeld als het eten in zijn oorspronkelijke omgeving op is, of vanwege oriëntatieproblemen. Zoals wanneer vogels bij slecht weer ineens uitwijken. Dat is wat een dwaalgast kenmerkt.
VM Is dwaalgast een officiële term?
AG Dat komt uit de ornithologie*. Dat kwam ik tegen in een vogel encyclopedie. En de maan, die heeft weinig voedsel- noch oriëntatieproblemen denk ik.
*De ornithologie of vogelkunde is de tak van de zoologie die zich inlaat met de studie van vogels. Het omvat de classificatie van soorten en observatie van gedrag, trek, zang en vliegwijze.
VM Zoals je zelf ook beschrijft werkt fotografie als manier van registratie erg goed in een encyclopedie. Jij noemt ook dat jij hiervoor hebt gekozen omdat de fotografie als medium los staat van interpretatie. Is dat echt zo?
AG De combinatie van fotografie en wetenschap is heel goed. De wetenschap wil graag objectief zijn en de fotografie meestal ook. Dat is natuurlijk dé grote discussie in de fotografie. Je hebt altijd te maken met schaal, dat kan wel heel lastig zijn. Wij herkennen een vergroting van een beeld vrij snel, maar heel vaak ook niet. Zelfs microscopische beelden zitten in ons hoofd. Arjan de Nooy heeft een hele leuke serie gemaakt. Hij verzint allemaal fotografen, voor de fotoseries die hij altijd zelf maakt of samengesteld. Zo heeft hij een fotograaf in het leven geroepen, Jos de Munk, die altijd een menselijke maat in de foto wil, om te laten zien hoe groot iets eigenlijk is.
VM In hoeverre gebruik jij de menselijke maat in je werk?
AG Ik heb voor mijn encyclopedie besloten, dat het menselijk oog de grens is van mijn onderzoeksgebied. Dus de rest valt daarbuiten. Maarja, toen wilde ik toch bacteriën gebruiken dus toen heb ik besloten ze te vermenigvuldigen zodat je ze wel kan zien. Dit is hun originele formaat.
Ik ben vooral impliciet met maat bezig. De handeling van het meten, het zichtbaar maken vooral. Verder ben ik ook bezig met een soort nieuwe zoektermen voor een beeldbank. Zo heb ik al de categorie van foto’s waar paarden maar half op staan.
VM In jou interesses lijkt steeds een zoektocht naar omsluiting terug te komen. Een begin en een eind.
AG In houdt ook niet van losse fotoseries, daar ga ik altijd nog aan werken. Dat zit altijd nog in mijn hoofd. Terwijl een boek uiteindelijk ook echt klaar is. Dat is fijn.
VM Ik heb nog één vraag: hoe zwaar is een vinvis?
AG O dat wordt heel gênant want daar ben ik echt heel slecht in. Ik weet dat een nijlpaard 800 kilo weegt. Het zullen wel 14 nijlpaarden zijn denk ik… 11 200 kilo
VM Dat is een heel bescheiden vinvis. Hij bevindt zich namelijk op een nog veel grotere schaal.
AG ja dat is buitenmenselijk