De gemeente als opdrachtgever – vier kunstwerken in de openbare ruimte
Elke 4 jaar mogen we onze rode potloodjes weer afstoffen om te stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Een goede tijd om even stil te staan bij wat de gemeente kan betekenen voor de kunst en cultuursector.
Gemeenten en provincies zijn verantwoordelijk voor het lokale kunst- en cultuurbeleid. Denk hierbij aan subsidies voor tentoonstellingsruimtes, ateliers en kunstwerken in de openbare ruimte. Naast subsidies te verlenen aan kunstprojecten kan de gemeente zelf ook de opdrachtgever zijn. Wanneer dit het geval is, wordt de opdracht vanuit een beleidsplan opgesteld waarvoor kunstenaars voorstellen kunnen indienen, soms via een aangewezen lokale kunstinstelling. Vervolgens kiest de gemeente, vaak in samenwerking met geïnformeerde bewoners, welk voorstel wordt uitgevoerd.
In teken van de gemeenteraadsverkiezingen 2022 ben ik op zoek gegaan naar de meest verrassende en eigenzinnige kunstwerken waarbij een Nederlandse gemeente betrokken was. Het zijn niet de figuratieve bronzen beelden op rotondes waar we ongemerkt voorbijlopen, maar werken in een vorm die je niet verwacht voor een kunstwerk in de openbare ruimte. In deze selectie zijn de kunstenaars op verschillende manieren de interactie aangegaan met hun omgeving. Ondanks dat de werken in bepaalde mate onzichtbaar zijn, door op te gaan in het landschap of door zich te richten op andere zintuigen dan het oog, zorgen ze op een eigen manier ook voor verbinding.
‘Atlas’, Bram Kuypers
Een graafmachine die zijn eigen begrafenis uitvoert. Eenmaal in de grond is de machine onderhevig aan het verval van de tijd. Dit dubbelzinnige ritueel is in 2017 ter opening voor de kunstroute Nijmegen uitgevoerd door Bram Kuypers. Het werk ‘Atlas’ keert de verhoudingen tussen machine en landbouw om door de machine onderdeel te maken van het landschap en het aan het lot over te laten. Het uitgangspunt van deze performance was de vraag of een graafmachine zichzelf kan begraven. Kuypers heeft een certificaat behaald zodat hij het voertuig een gegraven kuil in kon rijden om het gat vervolgens dicht te trekken. Dit proces ging tijdens de uitvoering echter anders dan gepland, wat bij het werk van de kunstenaar past. Kuypers zegt dat onzekerheid fundamenteel onderdeel is van het bestaan en zo ook van zijn werk. Hij vertrouwt erop dat onverwachte gebeurtenissen zijn werk beter maken. De graafmachine is uiteindelijk niet volledig begraven, maar is half uit de grond blijven steken.
De zelf ingegraven machine was te zien in het Hof van Holland. Dit landschap van de Waalsprong bij Nijmegen zat midden in een overgang van agrarisch naar stedelijk gebied. Het werk van Kuypers laat zien dat een landschap altijd in transitie is, het is nooit af. Vanaf het moment dat het werktuig in de grond zat, verging het langzaam en zijn de functies verloren gegaan. Na jaren in de grond te hebben gewacht op bevrijding, is het begraven beeld uit het landschap verwijderd door andere graafmachines om zo de transitie van het gebied voort te zetten met de bebouwing van een stedelijk landschap. In 2024 wordt het winkelcentrum op het voormalige graf van de graafmachine geopend.
‘Engelen’, Moniek Toebosch
Wanneer je op de Houtribdijk rijdt tussen Enkhuizen en Lelystad, kan je met het werk ‘Engelen’ van Moniek Toebosch je auto omdopen tot een eigentijdse, persoonlijke tempel. Het zelf ingezongen audiokunstwerk van Toebosch was voor het eerst tussen 1994-2000 op FM-frequentie 98.0 te horen. Op deze zender was 24 uur per dag, zonder onderbrekingen, engelenzang te horen voor iedereen die zich op de dijk begaf. De kunstenaar zag de auto als een hedendaagse schuilplek waar ieder zichzelf kon afschermen van de buitenwereld en onvoorwaardelijk zichzelf kon zijn. In het lege landschap, veilig in een eigen bubbel, begeleidden de stemmen van de engelen je over het water. Eenmaal terug op het vasteland hield het gezang op. 1 januari 2000, om klokslag 00:00 uur, werd het gezang beëindigd. Toebosch vond dat de engelen genoeg hadden gezongen.
De kunstenaar is in 2012 overleden, maar heeft op haar ziekbed nog toestemming kunnen geven om de engelen weer te laten zingen. In de vorm van een app genaamd ‘Engelen/Angels’ is de compositie sinds 2019 weer te horen in de nabijheid van de Houtribdijk. De app is voor drie jaar geadopteerd door Rijkswaterstaat. Tot 2024 kan je je dus laten begeleiden over het water door de magische stemmen van Toebosch.
In het lege landschap, veilig in een eigen bubbel, begeleidden de stemmen van de engelen je over het water.
‘Arrivals / Departures’, Marcus Coates
Boven de voetgangerspassage op Utrecht Centraal hangt het werk ‘Arrivals/Departures’ van Marcus Coates. Het werk in opdracht van gemeente Utrecht is een led scherm dat aan het plafond van het station hangt, als een soort bord waar je reisinformatie op verwacht. In plaats van informatie over de reistijden, geeft dit scherm een update uit de natuur. Teksten als “29/06 Vandaag in de natuur: Ringslangen leggen hun eieren in broeierige mesthopen.” en “25/10 Vandaag in de natuur: Hazelwormen beginnen, verstopt in strooisel en grasruigte, aan hun winterslaap.” maken mensen tijdens de spits weer bewust van de tijd van de natuur.
Als onderdeel van zijn onderzoek is Coates samen met kinderen en jongeren de Utrechtse wijken ingegaan, opzoek naar bijzondere ervaringen in de natuur. Volgens de kunstenaar horen wij als mens bij de natuurlijke wereld, maar komen velen daar door het hectische, stadse leven steeds verder van af te staan. Hij ziet het stationsgebouw als metafoor voor hoe wij leven: geïsoleerd van het buitenleven. De stedelijke omgeving smeekt om verbinding met de natuur. Door teksten die tot de verbeelding spreken, wordt de natuurkalender weer onderdeel van ons dagelijks leven.
Hij ziet het stationsgebouw als metafoor voor hoe wij leven: geïsoleerd van het buitenleven.
‘L’Essence de Mastenbroek, Eau de polder’, Birthe Leemeijer
In opdracht van provincie Overijssel, gemeente Zwolle en Zwartewaterland is Birthe Leemeijer in 2005 op zoek gegaan naar de essentie van de polder Mastenbroek. Samen met de zelf opgerichte Essence Club, bestaande uit voornamelijk veehouders die al generaties lang wonen en werken in de polder, heeft zij dit gevat in een parfum: ‘L’Essence de Mastenbroek’. De bron van de authentieke geur bevindt zich op een terp tussen de fundamenten van een afgebroken boerderij. Deze bron wordt eenmaal per jaar geopend om nieuwe flacons te maken en het publiek kan de gekochte flesjes hier nogmaals vullen.
De inhoud van het parfum bestaat volgens Leemeijer uit: “Essenties van lucht, wolken, water, vee, gras en grond”. Het luchtje is in 2005 gelanceerd en wordt sindsdien wereldwijd verkocht. Zo kan de vloeibare versie van het polderlandschap zich verspreiden over de hele wereld. Het wordt onderdeel van nieuwe omgevingen en herinneringen van mensen die zelf nog nooit in Mastenbroek zijn geweest. Parfumeur Alessandro Gualtieri heeft geholpen bij het ontwikkelen van het parfum. Volgens hem worden de keuzes die wij maken beïnvloed door onze zintuigelijke waarnemingen. Hij streeft ernaar dat de geur bepaalde gevoelens opwekt en zo meer is dan enkel een accessoire.
Wil je weten hoe je jouw stem kan inzetten voor cultuur?
- Lobby voor cultuur richtig gemeenteraadsverkiezingen 2022
- Hoe denken onze parlementariërs de kunsten weer op de been te krijgen?
- Geef kunstenaars en werkenden in de cultuursector een stem in de gemeenteraad
Overzicht stemwijzers: