De 10 van 2020: Ko van ’t Hek over de laatste man op aarde
Mister Motley blikt terug op 2020 met 10 artikelen die dit vreemde, eenzame, hectische, maar toch ook belangrijke jaar markeren. Een jaar waarin de kunst iedere dag een rol bleef spelen. We sluiten af met een column van Ko van ‘t Hek waarin hij een ode brengt aan een eenzame man.
Soms vergeet je hoe iets is, terwijl het nog het geval is. Je neemt de dingen voor lief, omdat je nou eenmaal niet de hele tijd stil kan staan bij het alledaagse bijzondere. Je zou geen stap meer zetten en alleen nog maar kijken naar de zon en hoe de regen valt en blijven hangen in de verwondering over het bizarre toeval dat de aarde is. We nemen voor lief dat er supermarkten zijn, cafés, musea. Dat kan niet anders. Tot ze allemaal even wegvallen.
Soms vergeet je hoe iets is, terwijl het nog het geval is.
De foto Last Man on Earth (2011) van Catharina Gerritsen hangt al jaren in mijn huis, in coronatijd kijk ik er weer vaker naar. Op de foto zien we alleen maar zand, zo ver als we kunnen kijken. Een leeg strand vermomd als maanlandschap. Geen zee, duinen of zonaanbidders. Er is niks hier, behalve ontelbaar veel voetstappen. Kuilen die een wereld vol leven suggereren. Daartussen loopt één oudere man in zwarte speedo, verdwaald in een eindeloze Noordzeewoestijn. Het is een mythisch beeld, zo’n man alleen in een verder lege wereld. Hij staat er alleen voor. Eenzaam, alsof niemand kan begrijpen wat hij daar voelt. Dat is niet zo. De voetstappen en rijsporen zeggen dat er duizenden mensen eerder op deze plek zijn geweest. We’ve all been there.
In de kuilen in het zand zie ik klassieke filosofen die duizenden jaren geleden al met dezelfde vragen en lastigheden zaten, kunstenaars die wat niet gezegd kan worden proberen te verbeelden, alle miljarden mensen die ooit hebben geprobeerd iets van zin te vinden in het de absolute absurditeit van dit bestaan. Waar zijn we in terecht gekomen? Waar zijn we mee bezig? De man op het strand is een mens, zoals wij allemaal.
Daartussen loopt één oudere man in zwarte speedo, verdwaald in een eindeloze Noordzeewoestijn.
De kuilen zijn voor mij ook herinneringen aan een wereld die niet vol te houden was. Het zijn gesloten wafelwinkels, vliegtuigloze luchten, wankele multinationals. Daartussen de mens die in die gevallen leegte, waar het leven even niet groots en meeslepend kan zijn, nog steeds mens is. Of júist, misschien wel. Zich bewust van wat er overblijft als het decor tijdens het stuk wordt afgebroken. Zoekend, naakt. De man is niet de laatste man op aarde, het is gewoon een man. Een man die niet terug wil naar hoe het was.
De man op het strand is alleen en precies daardoor is hij het niet. Kan hij dat zien? Dat we soms een beetje verloren zijn in een tijd met minder aanraking en meer onzekerheid, maar dat we het daar allemaal lastig mee hebben. Dat dat gevoel van eenzaamheid juist is wat ons verbindt. Dat zie ik en ik hoop dat ik dat kan blijven zien, als straks alles weer wordt hoe het was.