De 10 van 2020: Een briefwisseling tussen Maartje Wortel en Vedran Kopljar
Mister Motley blikt aan het einde van 2020 terug met 10 artikelen die dit jaar zijn gepubliceerd. Verhalen die dit vreemde, eenzame, hectische, maar toch ook belangrijke jaar markeren. Een jaar waarin de kunst iedere dag een rol bleef spelen. Vandaag blikken we terug op de briefwisseling tussen Vedran Kopljar en Maartje Wortel.
In reactie op het Holland Festival 2020, waarin het streven naar een ‘wij-gevoel’ in veel voorstellingen terugkomt, stelde Mister Motley een speciale rubriek samen. Kunstenaars en schrijvers werden uitgenodigd om per brief met elkaar van gedachten te wisselen over kunstenaarschap, gemeenschapszin en hoe deze twee met elkaar verbonden zijn.
We openden Lieve vreemde met de correspondentie van Maartje Wortel en Vedran Kopljar. Beiden sloten in hun werk met iets of iemand dat geen mens is een relatie, een kat (in het geval van Maartje) en een plank (Vedran). De ‘wij’ die in hun werk centraal staat is dus niet beperkt tot intermenselijk contact of communicatie, maar gaat verder dan dat. In zijn werk refereert Vedran vaak aan reeds bestaande objecten, kunstwerken en praktijken, dat doet hij met een filosofische inslag. Zo onderzoekt hij de minimalistische plank works van John McCracken. Zijn doel is uiteindelijk echt contact te maken met een plank, maar dat is tot op heden nog niet gelukt. In haar roman Dennie is een Star voert Maartje Wortel vol overgave een kat op die haar hoofdpersoon aanspoort tot aanbidding, mijmeren en filosoferen. Dennie is behalve kat, een godheid, geliefde, metgezel en sparringspartner.
‘Ik heb twee vragen aan jou,’ schrijft Maartje Wortel in haar eerste brief aan Vedran Kopljar. ‘1. Geloof jij in God? En 2. Geloof jij in dingen?’ De gulzige correspondentie tussen Maartje en Vedran bevindt zich op de scheidslijn van taal, er werden tekeningen, getekende brieven en foto’s over en weer gestuurd. Maartjes thuisisolement maakte een tocht naar de brievenbus onmogelijk en dus moest een deel van hun communicatie via e-mail verlopen. ‘Kunnen deze brieven persoonlijk worden als we al op voorhand weten dat ze publiekelijk gedeeld worden?’ vraagt Vedran in één van zijn reacties. Voor een buitenstaander lijkt het antwoord ‘ja’ te zijn.
Maartje Wortel stuurde de eerste brief:
Daarop volgde deze reactie van Vedran:
Waarop Maartje zich gedwongen zag te mailen:
Hierop kwam een antwoord van Vedran:
En een mail van Maartje:
Een brief van Vedran volgde:
Hierop stuurde Maartje een mail:
Een mail van Vedran:
Waarop Maartje twee foto’s mailde:
Het antwoord van Vedran:
Waarop Maartje mailde:
En Vedran tot slot antwoordde:
Volgende week plaatsen we deel II van Lieve vreemde: een briefwisseling tussen sterrenkundige Vincent Icke en kunstenaar Rinke Nijburg.