Daar waar de vissen dol worden (4) – ‘Water heeft geen DNA, maar zou het wel geheugen kunnen hebben?’
Mister Motley en festival Into The Great Wide Open bundelen de krachten om samen het onderzoek van kunstenaars voor een breder publiek te ontsluiten, zoals dat van Valerie van Leersum, die deze zomer op Vlieland een werk presenteert dat deel uitmaakt van de kunstroute van Into The Great Wide Open.
Een eiland is volgens het woordenboek ‘land dat aan alle zijden door water is omringd en geen continent vormt’. In het geval van Vlieland bestaat dat water uit twee zeeën: de Noordzee en de Waddenzee. Bijzondere plekken, elk met een totaal eigen identiteit. Maar waar komen deze twee zeeën samen? Is er een grens? Hoe verhouden ze zich tot elkaar en hoe ziet die verbintenis eruit?
De komende tijd houdt kunstenaar Valerie van Leersum zich bezig met deze vragen: een onderzoek dat zal uitmonden in een (ver)beeldend werk dat met het publiek zal worden gedeeld tijdens het jaarlijkse festival Into the Great Wide Open: een meerdaags, popcultureel festival met muziek, beeldende kunst, literatuur en film, dat aan het einde van de zomer op Vlieland plaatsvindt. Eén van de pijlers van het festival is het multidisciplinaire kunstprogramma. Rondom het jaarthema Shifting Perspectives presenteren zo’n tien kunstenaars zowel overdag als ‘s avonds hun werk in de overweldigende natuur. In aanloop naar het festival zal Van Leersum diverse keren als artist in residence op het eiland verblijven en zowel de kleur van de Noordzee als de Waddenzee onderzoeken, en met diverse eilandbewoners in gesprek gaan over hun kennis en visie betreft de plek waar deze zeeën in elkaar over gaan. Mister Motley en Into The Great Wide Open bundelen de krachten om samen het onderzoek van kunstenaars voor een breder publiek te ontsluiten. Via onze beide kanalen delen we de komende maanden Valerie’s zoektocht naar de vermeende grens die in het water loopt en wat deze ons kan leren.
Gedurende mijn verblijf op het eiland lees ik het proefschrift dat Marcel Robert Wernand heeft geschreven over de Forel-Ule schaal: Poseidon’s Kleurdoos. De Forel-Ule schaal is een methode om de kleur van waterlichamen, bij benadering, te bepalen. Voor deze bepaling wordt gebruik gemaakt van een meetinstrument dat bestaat uit 21 doorzichtige glazen buisjes, elk gevuld met een door chemicaliën gemengde vloeistof in een kleurverloop van donkerblauw, naar diepbruin. De methode wordt gebruikt in combinatie met de Secchischijf die de transparantie van het water bepaalt. Samen behoren ze tot de oudste oceanografische parameters; ze gaan terug tot 1890. Het proefschrift van Marcel bespreekt vele facetten, bevindingen en theorieën die te maken hebben met observaties en analyses van de kleur van de zee. Zo kijkt het onder andere naar de kleur van ons water in relatie tot klimaatverandering en worden oude methodes van het meten van kleur gelinkt aan het hedendaagse meten dat vanuit satellieten gebeurt.
Zelf word ik heel enthousiast van het lezen over de vele manieren die men in alle jaren heeft uitgeprobeerd om de kleur van water te bepalen en de uitspraken van mensen die deze bevindingen eerder onder woorden hebben proberen te brengen. Zoals bijvoorbeeld: ‘Alles, was sich auf die Farbe des Wassers bezieht, ist ausnehmend problematisch.’ (‘Alles wat met de kleur van water te maken heeft, is uiterst problematisch.’) Geschreven door Von Humboldt in 1815.
De kleur van water intrigeert ons dus al heel lang en we vermoeden dus ook al heel lang dat het ons iets vertelt. Maar wat vertellen de 21 kleuren van de Forel-Ule schaal nou precies? Een vraag waar ik bij het lezen van de thesis eigenlijk geen antwoord op vind. Ik besluit om mijn zelfopgelegde spaarzame ChatGPT rantsoen voor deze vraag in te zetten. ‘Weet jij waar de 21 kleuren van de Forel-Ule schaal voor staan?’, vraag ik haar. ‘Jawel hoor. Hoewel de exacte omstandigheden enigszins kunnen variëren, afhankelijk van interpretatie en omgevingsfactoren, zijn de algemene kenmerken van elke kleur als volgt.’ En dan verschijnen één voor één de kleurnummers en hun condities onder elkaar op mijn beeldscherm. Nr 3: Groenachtig wit (Vert-Blanc): Melkachtig of troebel water met slechte transparantie en een groenachtige tint, wat wijst op een hoge troebelheid en zwevende deeltjes. Nr 12: Vuil geel (Jaune-Sale): Geelachtig water met slechte transparantie en hoge troebelheid, dat waarschijnlijk zwevende sedimenten of verontreinigende stoffen bevat.
Een beetje teleurgesteld bekijk ik de antwoorden op mijn vraag. Ik weet niet wat ik had verwacht, maar hoopte blijkbaar toch op iets anders dan deze best logische uitkomst. De vastigheid van het kader lijkt zo ver verwijderd van de ongrijpbaarheid waar ik en de vermoedelijk andere zoekers naar de kleur van water door gegrepen zijn. Het bewegen van kleur, in tijd en plek. En dat is precies wat ik wil gaan meenemen in mijn werk voor het festival straks. De grens, de kleur, het bewegen, het ongrijpbare.
Zoals afgesproken ontmoeten Folkert en ik elkaar in cafe ’t Praethuys waar we ons gesprek over de zee, zijn kleur en scheidslijnen dat we tijdens onze eerdere ontmoeting in de Vliehors Expres hadden, vervolgen. Ik vraag Folkert naar het verschil tussen beide wateren. ‘De samenstelling van water in de Noordzee is anders dan in de Waddenzee, maar het blijft altijd H2O’, zegt hij. ‘Onlangs las ik een stuk over epigenitica,’ vertel ik. ‘Daarin wordt onder andere onderzocht of informatie die niet in het DNA terug te vinden is, toch van de ene generatie op de andere kan worden overgebracht. Water Water is een molecuul en geen organisme, hierdoor heeft het geen DNA, maar zou het wel geheugen kunnen hebben, vraag ik me af? Worden haar trauma’s opgeslagen, haar wijsheden en avonturen doorverteld?’’Ha! nu gaat ons gesprek richting filosofische natuurkunde. Dat is niet helemaal mijn vakgebied maar laten we het eens proberen. Alles heeft een trilling. Deze kan beïnvloed worden door de omstandigheden waarin die plaatsvindt. Maar ik vraag me af in hoeverre die trilling kan worden onthouden of doorgegeven. Ik zou me niet kunnen bedenken wat voor een nut en effecten dat in de natuur zou kunnen hebben. En zonder nut heeft iets in de natuur geen bestaansrecht. Niets is toevallig.’
Al doorpratend komen Folkert en ik in ons gesprek bij de smeltende ijskappen, het mengen van zout en zoet water en de grote golfstromen. Ik laat Folkert de kaarten zien met de kleuren van de zee. ‘Dat wordt interessant,’ zegt hij ‘want ik ben kleurenblind. Maar ik kan zeker aangeven wat ik waarneem.’ Hij kiest voor een kleur: ‘dit is achter de Vliehors aan de kant van de Waddenzee, het is een beetje grijzig blauw.’ Zelf zie ik ook een vleugje paars in de kleur, maar pastelkleuren zijn voor Folkert lastig waar te nemen. Hij bladert heel resoluut door de kleuren en weet precies wat hij zoekt. Tot mijn verrassing zegt hij ‘Ik mis bruin-blauw.’ Bruin-blauw is een kleur die ik niet direct voor me zie, en dat gebeurt niet zo vaak. ‘Er zit dan een zweem van geel doorheen’, legt hij uit. Dat is de kleur van het wad.
‘De volgende keer dat je weer op het eiland bent, neem ik je mee op een waddenexcursie, dan zal je weer een geheel andere blik op de kleur ontmoeten.’ Met deze belofte gaan we ieders ons weegs. Voor het wegfietsen krijg ik met een glimlach een laatste advies van Folkert: ‘Vergeet niet: neem de tijd en ruimte om avontuurlijk te kunnen zijn, dan kunnen onverwachte dingen gebeuren.’
De lijn
De laatste dag besluit ik twee enorme houten schijven het strand op te trekken. Ik heb ze meegenomen om mee te spelen. Ik wil de cirkels, als symbool van alles dat met elkaar verbonden is, laten bewegen op de plek waar twee zeeën elkaar mogelijk ontmoeten. De cirkels van 120 cm doorsnee hebben een kleine sleuf en steken in elkaar. De verhouding komt nauw maar als het juist is, bewegen ze samen prachtig in de wind.
Trekkend aan de twee grote vormen voel ik me een kleine krab op een immens strand, zoekend naar de beweging van wind en water. Als deze twee elementen het van me overnemen en ik de controle los laat, is het net zo spannend als fantastisch. De schijven rollen om elkaar heen. Soms staan ze even stil, zoekend naar de wind om er vervolgens met een steeds snellere rotatie er vandoor te gaan. Soms slaat de kracht ervan mij om het hart, andere keren ren ik er kirrend als een kind achter aan. Als verrassing ontdek ik dat ze een prachtig spoor achter laten in het zand.
Hier ga ik mee door. Het is spannend en onvoorspelbaar maar misschien juist daarom zo passend bij de plek en de verhalen die ik erover heb gehoord.
Straks op het atelier zal ik de schijven verven in de kleuren van Forel Ule. De ene schijf in de kleur van de Noordzee, de andere in de kleur van de Waddenzee. Als paar wisselen de kleuren zich af.
Ongrijpbaar als een scheidslijn in het water. Een uitnodiging om na te denken over de prachtige complexiteit van de wereld om ons heen en onze plaats daarin. Speels, samenwerkend, loslatend en omarmend.