‘Creativiteit stimuleren is als het trainen van spieren’ – in gesprek met Andrea Palašti
*English version below
In september 2020 werd het boek Wicked Arts Assignments uitgegeven door Valiz. Het boek werd samengesteld door Emiel Heijnen en Melissa Bremmer, lectoren kunsteducatie van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Hart van het boek vormen de kunstopdrachten die zijn verzameld van over de hele wereld. Belangrijk is dat deze opdrachten daadwerkelijk eerder door de docent zijn uitgevoerd; het ‘bewijsmateriaal’ hiervan is middels foto’s toegevoegd op de pagina’s naast de desbetreffende opdracht.
‘Ontwerp een trofee voor een lokaal sporttoernooi voor senioren’ en ‘Maak een tentoonstelling op de hoedenplank van de auto van je buren. Fotografeer dit van buitenaf.’ Dit zijn de twee opdrachten die kunstenaardocent Andrea Palašti (1984) bijdroeg aan het boek Wicked Arts Assignments. We waren geïntrigeerd door deze creatieve opdrachten en wilden meer weten over Palašti’s kunstpraktijk, die is geïnspireerd door het doe-het-zelf-karakter en de op instructies gestoelde kunst van de Fluxus-beweging. In haar project Home workouts gebruikt ze ervaringen uit het alledaagse leven als kunst, en kunst als een mogelijkheid om het alledaagse te ervaren. Haar creatieve work-outs zijn korte instructies die deelnemers uitdagen om een bepaald fenomeen uit hun dagelijks leven te onderzoeken. Andrea Palašti woont in Novi Sad, Servië. Ze beschouwt haar educatieve praktijk als een conceptuele artistieke praktijk.
Hoe zou je jezelf introduceren?
Ik ben kunstenaardocent. Mijn werk overstijgt artistieke en curatoriële grenzen en ik experimenteer met verschillende media als fotografie, video en geïllustreerde lezing-performances. Ik hou me vooral bezig met kwesties rond cultuur en geografie, en stel vragen over de invloed van de geschiedenis op het dagelijks leven en onze mogelijke toekomst.
Ik ben opgeleid als fotograaf. Na het afronden van mijn master fotografie besefte ik dat ik geen theoretische achtergrond had, dus promoveerde ik in kunst- en mediatheorie in Belgrado. Ik was niet van plan kunstcriticus of filosoof te worden, maar het heeft me wel geholpen om een kritischer kunstenaar worden en mijn eigen theoreticus te zijn. Onlangs heb ik nog een PhD afgerond, meer praktijkgericht dit keer, met het (doorlopende) project Home workouts.
Waar streef je naar als kunstdocent?
Toen ik begon als docent aan de kunstacademie in Novi Sad, vijf jaar geleden pas, vond ik mijn rol verwarrend. Ik vroeg me af: ben ik leraar, of ben ik een student? Ik was amper tien jaar ouder dan mijn leerlingen, was niet opgeleid tot kunstdocent, en ik realiseerde me hoeveel ik niet wist. Al snel ontdekte ik hoe belangrijk het is om de dynamiek in een klas te veranderen en ruimte te scheppen voor dialoog.
Mijn eerste inspiratiebron om leraar te worden en contact te maken met studenten kwam uit de populaire cultuur en MTV. In 1995, toen ik zelf nog op de middelbare school zat, zag ik de film Dangerous Minds. Michelle Pfeiffer had in die film moeite om haar leerlingen bij de les te houden en zette daarom onconventionele methoden in als karate beoefenen, het luisteren van Bob Dylan of samen poolen. Er is één scène die me tot de dag van vandaag is bijgebleven: het moment waarop Pfeiffer chocolarepenen snoep gooit naar iedereen die het goede antwoord geeft. Ik heb deze methode ook toegepast toen ik zelf student was en een keer een presentatie moest geven. Mijn klasgenoten vonden het geweldig!
Als docent begon ik leeromgevingen te creëren buiten het academiegebouw. Samen met de studenten organiseerde ik pop-up-tentoonstellingen in de stad. We namen mededelingenborden en lege winkels over, en hebben zelfs een keer een expositie gemaakt in de kleedkamer van een sportschool. Ik denk dat de taak van een kunstdocent niet zozeer is om kennis over te dragen aan studenten. Ze zijn geen tabula rasa, we leren van elkaar. Kunst maken en leren hoe je een kunstenaar moet zijn is voor mij hetzelfde – we bevinden ons in een continu leerproces. Ik heb veel geleerd van mijn studenten: van basketbal spelen en goede veganistische muffins maken, tot het leren werken met digitale technologieën als 2D-computeranimatie, VR, AR. Dat zijn dingen die zij veel beter kunnen dan ik.
Als kunstenaar wachtte ik altijd tot er een idee in me zou opkomen, alsof ik wachtte op een zegen van God. Ik begreep dat ik op die manier heel veel tijd zou verliezen. In plaats daarvan besloot ik aan de slag te gaan en mijn creativiteit te ontwikkelen. Home workouts is een artistiek werk in uitvoering, gebaseerd op verschillende individuele work-outs die je kunt zien als communicatie-oefeningen of creatieve exercities. Het zijn trainingsroutines die je heel makkelijk kunt uitvoeren met minimale middelen, tijd en moeite. Voorbeelden zijn: ‘Poets je tanden op het ritme van een lied’, ‘Vul een ruimte’ of ‘Onderbreek een schaduw’. Net zoals we ons lichaam trainen met fysieke trainingen, denk ik dat we ook onze creativiteit als een spier moeten trainen. Hoe meer we onze creativiteit gebruiken, hoe meer we het ontwikkelen. Home workouts gebruikt ervaringen van het alledaagse leven als kunst, en kunst als een ervaring van het dagelijks leven. Ik zie deze trainingen graag als tastbare objecten met een lage resolutie, waarmee we het idee van ‘denken met onze handen’ kunnen oefenen. We moeten het materiaal voelen, aanraken en er echt contact mee maken. Home workouts laat zien hoe sociale en culturele ontwikkelingen en politieke ideologieën de structuur van ons dagelijks leven beïnvloeden.
Hoe zou je de relatie tussen je kunst- en onderwijspraktijk omschrijven? Hoe beïnvloeden ze elkaar?
In eerste instantie wist ik niet hoe lesgeven mijn kunstpraktijk iets zou kunnen opleveren. Ik kreeg zelfs het advies van vrienden om op te passen, want veel docenten stoppen met het maken van kunst. Het tegendeel was waar: ik ontdekte dat er een hele wereld aan nieuwe mogelijkheden voor me openging. Ik vroeg me meteen af wat lesgeven precies is en hoe lesgeven een conceptuele artistieke praktijk zou kunnen zijn. In plaats van te proberen om aan de ene kant leraar te zijn en aan de andere kant kunstenaar, begon ik de interacties met studenten en docenten, en het lesgeven zelf, met nieuwe ogen te bekijken.
In mijn eigen praktijk raakte ik steeds meer geïnteresseerd in het maken van kunst die direct verbonden is met mijn lessen of mijn rol als docent. Ik integreerde mijn artistieke project Home workouts in mijn curriculum. Mijn studenten worstelden met het idee dat ze kunst moesten maken die succesvol was en bewonderd zou worden door de leraar. De spontane work-outs hielpen om die stress van tafel te vegen. Ik was degene die het project startte en faciliteerde, maar al snel gaf iedereen elkaar opdrachten en deed ik zelf ook de opdrachten met mijn studenten. Dit resulteerde in een open ruimte waarin iedereen op elkaar kon reageren en in dialoog kon gaan.
Elk jaar organiseren we met Home workouts als collectief kunstwerk een tentoonstelling op een andere plek. In mijn schoolomgeving in Servië waren collega’s daar sceptisch over: ze dachten dat ik de leerlingen gebruikte voor mijn eigen gewin. Ik moest de school er echt van overtuigen dat het een kunstproject is. Ik ben de curator en de initiator, maar binnen het project heeft iedereen heeft zijn eigen werk. Ik neem de leerlingen hun kunstwerken niet af en bezit ze niet. Wat ik doe is simpelweg sociale ervaringen en artistieke ontmoetingen creëren. Dat is waar mijn kunstenaarschap om de hoek komt kijken: ik ben de maker van het podium waarop al het andere kan gebeuren. Ik hou van die rol, die van architect en ontwerper van de tentoonstelling.
Je werk komt tot stand door samenwerkingen met andere kunstenaars, collectieven en studenten. Waarom is dat belangrijk voor jou?
Ik leer veel van deze samenwerkingen. Onze expertises zijn heel anders en samen kunnen we veel meer voor elkaar krijgen. We kunnen tijd besparen en onze creativiteit een boost geven, maar het allerbelangrijkste is: ik heb meer plezier! Het gaat niet alleen om het eindproduct, of om het kunstwerk dat er wel of niet gaat komen. Het gaat om sociale groei en de verbinding die we met elkaar hebben.
Kortgeleden zijn we met verschillende kunstenaars uit Oostenrijk begonnen aan een nieuw werk. We bevragen de toekomst van de Donau en onderzoeken hoe klimaatverandering doorwerkt in mogelijke toekomstscenario’s. Een van de kunstenaars, Alexandra Fruhstorfer, vroeg zich af hoe niet-inheemse diersoorten onze omgeving kunnen beïnvloeden. Ze had het gekke idee om een menu samen te stellen met gerechten gemaakt van niet-inheemse diersoorten, omdat bepaalde nieuwe typen schildpadden de lokale schildpadden opaten. Dit leidde tot de vraag: is het ethisch verantwoord om deze schildpad te doden en op te eten, zodat de ‘goede’ schildpad overleeft? Deze creatieve denkers helpen me om mijn perspectief te verbreden.
Daarnaast ben ik tweetalig opgegroeid en wisselde ik altijd tussen Hongaars, de taal van mijn moeder, en het Kroatisch, de taal van mijn vader. Leven met meerdere culturen – culturen die op een gegeven moment erg vijandig tegenover elkaar stonden – was een hele uitdaging. Nationalisme was erg aanwezig in de jaren negentig, en vandaag de dag voel ik dat eigenlijk nog steeds. Deze ervaringen leerden me om anderen te erkennen, en stelden me in staat om verschillende manieren van denken en zelfs verschillende manieren van praten te ontwikkelen. Dit beïnvloed mijn artistieke praktijk enorm, omdat ik in mijn werk opensta voor een alternatief narratief. Ik ben altijd op zoek naar andere verhalen: onvoorziene lessen die we niet uit schoolboeken kunnen leren.
Wie zijn jouw inspiratiebronnen, en hoe hebben ze de manier waarop je over je praktijk denkt beïnvloed?
Ik ben gewend om opdrachten te krijgen en te geven. Thuis kreeg ik altijd instructies van mijn grootmoeder en mijn ouders. Op school leerde ik Fluxus kennen en raakte ik geïnspireerd door het op instructies gebaseerde systeem van kunst. Later, toen ik docent werd, realiseerde ik me dat hun gebruik van spelpedagogiek iets heel krachtigs is. Het stimuleert de spontaniteit van creatief denken en helpt je om het mogelijke eindresultaat los te laten.
Ook Jef Geys, die zichzelf beschreef als docent positieve esthetiek, is een grote inspiratiebron. Hij maakte een gezamenlijke tentoonstelling, waarbij hij geen onderscheid maakte tussen het werk van zijn studenten, die tien tot vijftien jaar oud waren, en zijn eigen werk. Toen ik daarover las voelde het alsof ik eindelijk het bewijs in handen had dat ik met iets goeds bezig was. Rob Pruitt maakte een lijst met 101 doe-het-zelf-ideeën over het maken van kunst. Met deze lijst verhelderde hij elke mogelijke artistieke werkmethode en liet hij me inzien dat iedereen kunstenaar kan zijn. Er is niks mysterieus, ingewikkelds of ontoegankelijks aan. Een andere inspiratiebron is Johannes Itten, hij bedacht dat een student die een tijger wil tekenen eerst moet leren brullen en kruipen als een tijger. Deze opdracht gebruik ik ook voor mijn studenten. Voordat we bijvoorbeeld een stofzuiger willen gebruiken voor onze kunstwerken, moeten we eerst allemaal het geluid van een stofzuiger nabootsen.
En Gertrud Grunow, ook een Bauhaus-docent, gaf haar studenten deze opdracht: ‘Dans de kleur blauw’. De integratie van allerlei lichamelijke ervaringen is belangrijk voor me. Door het fysiek te maken, erken je dat je verschillende lichaamsdelen hebt die dezelfde dingen kunnen doen, die kunnen samenwerken en elkaar kunnen beïnvloeden. Gebruik verschillende media alsof je verschillende talen gebruikt.
Bestaat er zoiets als een goede of een slechte opdracht? En zo ja, wat definieert een goede opdracht?
Ik denk dat er geen goede of slechte opdracht bestaat, maar misschien is er wel een goed moment voor een opdracht. Politiek en sociaal gezien bevinden we ons op een bepaald punt in de tijd, en dat heeft invloed op de opdrachten. Ook de karakters van de studenten zijn van invloed, en of de groep een eenheid is. Tijdens de lockdown heb ik bijvoorbeeld de examenopdracht aangepast en liet ik de studenten andere mensen ergens mee helpen. Dat kon het uitdelen van voedsel aan ouderen zijn of het helpen van jongere broers en zussen met hun wiskundehuiswerk. Maar ik zou zo’n opdracht nooit geven als het niet bij de gelegenheid zou passen. Het gebruik van spontane methodieken is iets waar ik als docent naar streef, ik wil niet te strikt aan mijn plannen en opdrachten vasthouden.
Ik heb ooit besloten, naar voorbeeld van John Cage, om helemaal geen opdracht te geven en iedereen alvast een tien te geven nog voordat het semester begon. Dat bleek voor de jongere studenten niet bepaald een goed idee. Meer dan de helft van de klas leverde helemaal geen werk in, in plaats daarvan stuurden ze me regelmatig foto’s van zichzelf vanuit de kroeg. Maar voor de oudere studenten werkte het wel: ze deden iets wat ze echt wilden doen, dingen die ze niet hadden kunnen of durven maken als ze er een cijfer voor hadden gekregen. Het zorgde dus echt voor nieuwe mogelijkheden. Dit experiment met de beoordelingsmethode verruimde hun kennis, hun werkproces en de ruimte die ze voelden.
Bekijk hier de website van Andrea Palašti.
Exercising creativity is like training muscles: the more we use it, the more we will have of it
Andrea Palašti interviewed by Sanne Kersten
The book Wicked Arts Assignments was published in September of 2020, by Valiz. Wicked Arts Assignments was edited by Emiel Heijnen and Melissa Bremmer, Professors Art Education at the Amsterdam University of the Arts. The book revolves around art assignments that were collected from all over the world, each and every one of them have been carried out before. Proof of that real life aspect is shown in the imagery that is added to each assignment.
‘Design a trophy cup for a local senior sports competition’ and ‘Make an exhibition in the rear deck of your neighbour’s car. Photograph it from the outside.’
These are the two arts assignments that artist-teacher Andrea Palašti (1984) contributed to the Wicked Arts Assignments book. Intrigued by these creative assignments we were curious to hear more about her art practice, that’s inspired by the do-it-yourself and instruction-based art of Fluxus. In her project Home workouts, she uses experiences of the everyday life as art and art as an experience of everyday life. The creative workout routines are brief instructions, challenging participants to investigate a particular phenomenon in their everyday life. Andrea Palašti is based in Novi Sad, Serbia. She considers her teaching practice as a conceptual artistic practice.
How would you introduce yourself?
I am an artist teacher, working across artistic and curatorial boundaries experimenting with different mediums like photography, video and illustrated lecture performances. My statements are mostly based on issues of culture and geography. I’m questioning how history is affecting the everyday life and our possible future. I was trained as a photographer. After finishing my master’s in photography, I realized that I lacked a theoretical background, so I did a PhD of Art and Media theory in Belgrade. I had no intention of becoming an art critic or philosopher, but it helped me to become a more critical artist and to be my own theorist. Just recently I finished another, more practice-based PhD with the (ongoing) project Home workouts.
What are you aiming for as an artist teacher?
When I started to work at the Academy of Art in Novi Sad only 5 years ago, I had a crisis of identity questioning whether I was a student or a teacher? I was barely 10 years older than my students, not educated as an arts teacher and I realized how much I didn’t know. Soon I found out the importance of changing the dynamic within the classroom and to make a space for a dialogue. My first inspiration of being a teacher and how to connect to pupils was taken from popular culture and MTV. Being in middle school in 1995 I saw the movie Dangerous Minds. Michelle Pfeiffer was struggling to get the attention of her pupils and she was using unconventional methods like karate, Bob Dylan or playing pool together.
I know this one part that stuck with me until today: the moment she was throwing chocolate or candy bars to everyone who got the right answer. I was using this method too, when I was a student and had to do a presentation in front of the classroom. My classmates loved this!
I started to build learning environments outside the university building. Working together making pop-up exhibitions in the city, taking over the notice boards and empty shops. We even made an exhibition space in a dressing room at a fitness club. I think the role of the arts teacher is not necessarily to transfer knowledge to the students. They are not a tabula rasa, we learn from each other. Practicing art and learning how to be an artist are the same to me: we are always in this process of learning. I learned a lot from my students: from playing basketball or making a good vegan muffin, to learning to use digital technologies like 2D computer animation, VR, AR. This is something that they do much better than me.
As an artist I was always waiting for an idea to come to my head, like receiving a blessing from God. I realized that I will lose all my years waiting for this inspiration. So instead, I decided to get started and practice creativity. Home workouts is an artistic work in progress, based on different single workouts that are conceived as communication exercises or creative exercises. They are workout routines that can be easily achieved with minimal equipment, time and effort. Examples are: ‘Wash your teeth in the rhythm of a song’, ‘Fill in a space’ and ‘Interrupt a shadow’.
Just like we exercise our body with physical workouts, I think we should exercise our creativity as a muscle. The more we use it, the more we will have of it. Home workouts uses experiences of the everyday life as art and art as an experience of everyday life. I like to think of these workouts as low-resolution tangible objects, to which we can practice the notion of thinking with our hands. To feel the material, to touch it and to be in real contact with it. Home workouts reveal how social and cultural developments and political ideologies affect the construction of everyday life.
How would you describe the relation between your arts practice and educational practice? How do they influence each other?
At first, I didn’t know how it could be beneficial. I even got advised by friends to be very careful because many teachers stopped making art. But instead, I found out that a whole world of new possibilities opened up for me. I immediately began to question what teaching is and how teaching could be a conceptual artistic practice. Instead of trying to be a teacher on one side and a practicing artist on the other side, I started to see the interactions with students and lecturers and teaching in a different way.
In my own practice I started to become more interested in making art that is more directly related to the lessons or my role as a teacher. I integrated my artistic project Home workouts into my curricula. My students were struggling with making work that would be successful and admired by the teacher. To get this stress off of the table, these spontaneous workout exercises help. I was the facilitator and the one who started it, but soon we were all giving each other assignments and I was doing the workouts with my students as well. This led to an open place for everyone to react and to have a dialogue.
Every year we have an exhibition with Home workouts as a collective work of art in different places. In my school environment in Serbia, colleagues were skeptical about it, they thought that I was using the students for my own purposes. I really had to convince the school that it was an art project. I am the curator and the initiator, but everybody has their own work within the project. I’m not taking their artworks and own them, what I do is simply creating social experiences and artistic encounters. This is where I am an artist in making this pedestal for everything else to happen. And I really love the position of being the architect and the designer of the exhibition as well.
Your work is informed by collaborations with other artists/collective/students. Why is this important for you?
I learn a lot from these collaborations. Our expertise is very different and together we can do much more. We can save time and boost this creativity but most importantly: I am having more fun! It’s not just about the end product or the work of art that will be there or maybe not. It’s about this social growth and the social relation.
Just recently we started a work with different artists from Austria. We are questioning the future of the Danube River and how climate change might affect future scenarios. One of the artists, Alexandra Fruhstorfer, was questioning how invasive species can affect our environment. She had this crazy idea to make a menu for eating invasive species, because these invasive turtles are eating the local turtles. This led to the question: would it be ethically to kill this turtle and eat it, because you will have the ‘good’ turtle survive? These creative thinkers help me a lot to broaden my perspectives.
I grew up in a bilingual environment, always shifting between talking to my mother in Hungarian and my father in Croatian. Also living with multiple cultures, and even cultures which at one point were very hostile to one another, was quite a challenge. Nationalism was really big during the 90s and even today I still feel it. These experiences taught me to acknowledge each other and empowered me to come up with different styles of thinking and even different ways of talking. It informs my artistic practice very much because I’m open to alternative narratives in my work. I’m always in search of different stories: incidental school lessons that we cannot learn from the books.
What are your sources of inspiration (educational, artistic and or theoretical) and how have they influenced the way you think about your practice?
I always had this habit of getting and giving assignments. In my family I was always instructed by my grandmother and by my parents. During my school years I came to know Fluxus and got inspired by the instruction-based system of art. Later as a teacher, I realized that using their pedagogy of play is something very empowering. It’s affecting other creative thinking to be more spontaneous, to not know what will happen at the end.
Jef Geys is also a big inspiration, referring to himself as a teacher of positive aesthetics. He did a collaborative exhibition, not making a difference between the work of his students (age 10-15) and his own work. I read about this and I felt I finally had proof that I’m on good ground. Rob Pruitt made this list of 101 Do-It-Yourself ideas of art making. With this list he demystified all the art procedures and showed me that everybody can be an artist. It’s not a mysterious, complicated or inaccessible thing.
Johannes Itten had this exercise that before a student draws a tiger, one should learn how to roar and crawl like a tiger. I use this assignment with my students. For example, before we are about to use a vacuum cleaner for our artwork, we all needed to mimic the sound of a vacuum cleaner. I also think of Gertrud Grunow, also a Bauhaus lecturer, she had this assignment: ‘Dance the color blue’. The harmonization of all the bodily experience is important for me. By making this physical you acknowledge that you have different parts of your body that can do similar things, work together and influence each other. Use different mediums like you are using different languages.
Is there such a thing as a good or bad assignment? If so, what defines a good arts assignment?
I would say that there is no good or bad assignment, but maybe there is a good time to do an assignment. There is the atmosphere and the environment we are in socially and politically. That is one thing that is affecting the assignments. The characters of the students as well, whether the group is coherent and the spirit of the classroom is very much directed. For example, during the lockdown I changed the exam assignment in: Do something to help somebody with what they’re doing. It could be distribution of food to seniors or helping younger siblings at home with mathematics. But I would never do it if this assignment was not the occasion. Using spontaneous methodologies is something I strive for as a teacher, and to not stick with the plans and assignments.
I once decided, in the manner of John Cage, to not give an assignment at all and I gave everyone a ten, the highest score, before the semester started. It turned out that it was not such a good idea for younger students, more than half of all didn’t produce a work at all. They did regularly send me photos of themselves gathering in a pub. But with the older students it succeeded. They did something they really wanted to do, not directed from the teacher, something that they couldn’t or didn’t dare to do when getting a grade for it. So it really opened up other possibilities. This experiment with grading expanded knowledge, mediums, statements and spaces.