Charging Bull – Wij mannen lopen hopeloos achter
Hij is het symbool van onze zakenwereld. Ver buiten zijn thuisstad New York en zelfs buiten de Verenigde Staten is hij een beroemdheid. De fakkeldrager van een sterke aandelenmarkt waarin deelnemers optimistisch en zelfverzekerd zijn. Het symbool van machismo en hoog testosterongehalte, maar ook van speculeren en opdrijven.
Twee jaar geleden was ik in New York, en ik besloot hem op te zoeken. Ik wist waar hij was en vond hem uiteindelijk in de Bowling Green Park, in het financiële hartje van de Big Apple. Hij was kleiner dan ik me had voorgesteld, maar dat deed niks af van de imposante pose die hij had aangenomen. Het gespierde lichaam met de bronzen kop naar één kant gedraaid, poten wijd uit elkaar, de staart gebogen als een zweepslag. Voor mij stond de Charging Bull of Wall Street: een boos, gevaarlijk beest met neusvleugels wijd open en een boosaardige blik klaar om te gonzen.
Mij lukte het helaas niet om in zijn buurt te komen. Toeristen en dagjesmensen wisselden elkaar in rap tempo af voor een foto met het beeld van de stier. Of beter gezegd – met de stier en vooral met zijn ballen: de twee Zwitserse koebellen die bijna elke toeschouwer even moest aanraken voor een snapshot. Als onmiskenbaar symbool van zijn viriliteit.
Voor mij stond de Charging Bull of Wall Street: een boos, gevaarlijk beest met neusvleugels wijd open en boosaardige blik klaar om te gonzen.
Het brengt geluk, wordt er gezegd. Grab him by the balls – zou het andere gebronsde beest van Wall Street – die nu in het Witte Huis zit – gonzen. Vooralsnog is er geen #Metoo beweging voor ongepast gedrag jegens beelden en de stier zelf lijkt er geen erg in te hebben. Dan nog zou een klacht van het geïdealiseerde archetype van machismo weinig geloofwaardig zijn.
Over vrouwen in de top wordt vaak anders geoordeeld. Die worden geteisterd met negatieve stereotypes: een bitch, emotioneel en waarschijnlijk singel. Ook ik zie het gebeuren in mijn werkomgeving als beleidsmaker. De ijskoningin, zo werd de enige vrouwelijke manager bij ons op de afdeling genoemd.
Mama Cash – een internationaal fonds voor vrouwenrechten – deed onderzoek naar de positie van vrouwelijke makers binnen de brede Nederlandse kunstsector. Bij Nederlands grootste popfestivals en musea is het droevig gesteld: slechts 3% van de headliners is vrouw en 13% van de tentoongestelde kunst in Nederlandse musea is door vrouwen gemaakt. In december presenteerde het World Economic Forum haar jaarlijkse gender-cijfers over de economische positie van mannen en vrouwen. Als de vooruitgang zo blijft voortsjokken als nu, is de economische kloof tussen mannen en vrouwen pas over 202 jaar gedicht. Daar zijn niet alleen vrouwen het slachtoffer van.
slechts 3% van de headliners is vrouw en 13% van de tentoongestelde werken in Nederlandse musea zijn door vrouwen gemaakt.
In 2003, toen bewindspersonen nog visies hadden, opperde de toenmalige CDA minister De Geus dat de emancipatie van de Nederlander ”af” is. De emancipatie van de vrouw zou voltooid zijn. Natuurlijk moest volgens de CDA’er de emancipatie bij mannen ‘er tussen de oren worden ingeramd’, maar daar werd verder geen aandacht aan besteed. Het beleid ging zich richten op de allochtoon. De speech was niet alleen het startsein voor het omploegen van het emancipatiebeleid naar integratiebeleid. Het is ook kenmerkend voor hoe we met mannenemancipatie omgaan. Passief, meestal als reactie op feminisme en vooral selectief. In werkelijkheid lopen mannen hopeloos achter als het om emancipatie gaat.
Als de vooruitgang zo blijft voortsjokken als nu, is de economische kloof tussen mannen en vrouwen pas over 202 jaar gedicht. Daar zijn niet alleen vrouwen het slachtoffer van.
Ook ik heb lange tijd de vrije westerse denkbeelden over man-vrouw verhouding aangenomen. Niet langer was mijn eer onlosmakelijk verbonden aan het gedrag van de vrouw en ik had een broertje dood aan sociale controle. Ik liet mezelf niet gijzelen door het verstikkende keurslijf van religie en traditie, dan wel door die van vooroordelen en uitsluiting.
In werkelijkheid lopen mannen hopeloos achter als het om emancipatie gaat.
Vorig jaar schreef ik een essay over mannenemancipatie voor de Volkskrant. Niet omdat ik mezelf als het toonbeeld van ‘de echte man’ beschouw – in tegendeel juist. Mijn mannelijkheid is allesbehalve een gegeven eindhalte of een geïdealiseerd archetype. Het maatschappelijk debat over mannelijkheid is vandaag de dag vooral een tegenreactie op feminisme en wordt aangezwengeld door een seksist als Maxim Hartman, chagrijnige voetbalcommentatoren of de antifeminist en de ‘echte-mannen Messias’ Jordan Peterson. “We hebben meer echte mannen nodig die niet naar de vrouwen luisteren. Wanneer vrouwen zich als mannen gaan gedragen dan groeit er iets scheef in een maatschappij.” Deze echte-mannen-huilen-niet spartanen stellen ironisch genoeg dat gendernormen in stand moeten blijven maar steigeren en klagen over ‘militante’, ‘lichtgeraakte’ en ‘extremistische’ feministen.
Terwijl de wereld nog steeds en constant wordt opgeschrikt door #MeToo schandalen en de hoge depressie en zelfmoordcijfers onder jonge mannen blijven stijgen, groeit ook de groep mannen met een gevoel van false etitlement: ze delen menselijke relaties bewust in langs de meetlat van dominantie en hiërarchie. ‘De man blijft achter als een sukkeltje, met z’n IKEA- of z’n GAMMA-tassen achteraan hobbelend bij wat de vrouw allemaal bepaalt. En dat moet een keer stoppen.” Het lijkt allemaal onschuldig: vrouwenhaat en misogynie verpakt in een intellectueel praatje van Peterson op YouTube of in een ‘niet mij niet zo serieus’-grapje van Hartman aan tafel bij de DWDD.
In feite zien deze mannen vrouwen als een object dat ze kunnen bezitten en waar ze recht op hebben. Het steeds verder oprukkende anti-feminisme en de opkomende vrouwenhaat lijken misschien onschuldig en goed voor het debat – maar zijn van grote invloed op jonge mannen, bijvoorbeeld op de jonge Alek Minassian. De Canadees die zich een ‘incel’ noemde pleegde in 2018 een aanslag gericht op vrouwen. Incel is een afkorting voor ‘involuntary celibacy’, een onlinebeweging van mannen die vrouwen ervan de schuld geven dat zij onvrijwillig celibatair door het leven gaan.
In feite zien deze mannen vrouwen als een object dat ze kunnen bezitten en waar ze recht op hebben
Onze identiteit als man-zijn wordt vaak ten onrechte gereduceerd tot één smaak en onze popcultuur bevestigt telkens dit stereotype beeld van de westerse zakenman als statige hyper seksuele macho, een onderkoelde autoriteit en een geprivilegieerde alfa bovenaan de voedselketen. De echte oorzaken van de frustraties en depressies bij jonge mannen blijven daardoor opgekropt en genegeerd.
Gaan mannen gebukt onder de stereotypering en kunnen mannen ook een slachtoffer zijn? Zijn jongens niet gewoon zoals ze zijn: jongens?
We moeten af van het idee dat het tussen onze oren zit: biologie, dus er valt niets aan te doen. Als je aan tienerjongens vraagt welke regels mannelijkheid definiëren, zijn het woorden als ‘onbevreesd’, ‘sterk’, ‘spieren’, ‘niet huilen’, ‘veel vrouwen’ en ‘geen emoties’, het resultaat.
Net als bij vrouwen, dwingen culturele stereotyperingen zoals ‘dominant, zwijgzaam’ en ‘geen emoties’ mannen om zich te conformeren. Dat gaat uiteindelijk ten koste van het vermogen om eigen gevoelens te herkennen en daar op een gepast wijze mee om te gaan. Met als mogelijk gevolg agressie, huiselijk en seksueel geweld, drank en drugsmisbruik, depressie en oplopende zelfmoordcijfers.
Gelukkig is er ook een groep mannen die zich durft uit te spreken tegen de niet-lullen-maar-poetsen bikkels. In Nederland wijst Jens Tricht in zijn boek Waarom feminisme goed is voor mannen op de destructieve gevolgen van waardeoordelen en stereotyperende denkbeelden die veel mannen belemmeren om ten volle zichzelf te zijn.
Net als bij vrouwen, dwingen culturele stereotyperingen zoals ‘dominant, zwijgzaam’ en ‘geen emoties’ mannen om zich te conformeren. Dat gaat uiteindelijk ten koste van het vermogen om eigen gevoelens te herkennen en daar op een gepast wijze mee om te gaan.
Wij mannen lopen hopeloos achter als het om emancipatie gaat en kunnen veel leren van het verzet dat vrouwen al jarenlang voeren tegen ongelijkheid. In plaats van te brullen tegen de feministen dat we geen mannen mogen zijn, zou de man zich meer druk moeten maken om zijn geluk, gezondheid en rechten. Net zoals vrouwen en ‘minderheden’ dat gedaan hebben, is het ontketenen van de stereotype denkbeelden iets wat mannen zelf moeten doen. Of zoals Grayson Perry dat omschrijft in zijn boek The Decent of Man: ‘Feminisme en mannenemancipatie zijn gebruiken van hetzelfde idee dat iedereen gelijkwaardig is. Geëmancipeerde mannen hebben niets te verliezen dan hun mentale blokkades en fixaties.’
Het beeld van de Charging Bull of Wall Street in New York – is toch kleiner dan voorgesteld. Hoe langer ik naar het beeld kijk, hoe kleiner het lijkt te worden. Komt het door de financiële crisis – veroorzaakt door de speculerende testosteronbommen in streepjespakken? Wellicht komt het door de Fearless Girl: het veel minder bekende beeld van een vastberaden meisje dat de stier onverschrokken aankijkt.
Het schijnt dat het beeld van het meisje zonder vrees onlangs is verplaatst. Nu herinnert enkel nog een plakkaat met haar voetsporen aan haar onverschrokken aanwezigheid. Voetsporen die je uitnodigen haar plaats in te nemen en het beest in de ogen aan te kijken.
Deze tekst is als column voorgedragen door Illias Mahtab tijdens Art Rotterdam bij de presentatie van Julius Thissen