Bevroren Flakkerende Vlam, Blad of Lint: de artistieke praktijk van Jonathan van Doornum door Eloise Sweetman
‘Terwijl ik de boodschappen van de antenne probeer te ontcijferen besef ik dat mijn ervaring het maakproces van de kunstenaar weerspiegelt – een intuïtieve ontdekkingsreis vol momenten van heruitvinding.’ Eloise Sweetman schreef over de artistieke praktijk van Jonathan van Doornum. Met zijn sculpturen, tekeningen en performances vermengt hij de grenzen tussen het technische, het communicatieve en het ornamentele. Tijdens het schrijven komt ze niet alleen tot inzichten over het maakproces van Doornum, maar wordt ze er zelf in meegenomen.
Iets dat gelijkenis kent met drilpudding – over verloop en verandering
Laure van den Hout zag de extatische film The Book of Flowers van Agnieszka Polska en werd gegrepen door parelachtige bloemknoppen en hallucinante meeldraden. Is het mogelijk om de biologische loop der dingen te veranderen, vraagt de voice-over van de film. En zo ja, wat zou daarvan de prijs zijn? Laure trekt een parallel met de onlangs verschenen film The Substance en schreef een kort essay over maakbaarheid en het hoofdpersonage dat de mens zich waant.
Zacht verzet – een wereld zonder held waarin de draad het voor het zeggen heeft
‘Geen helden maar mensen zouden verhalen moeten bevolken.’ Erik Wong ging naar aanleiding van de tentoonstelling Unravel in het Stedelijk Museum in Amsterdam in gesprek met kunstenaar LJ Roberts over het werken met textiel. In Zacht verzet onderzoekt hij het verhalende denken en houdt hij een wervelend betoog voor de tussenruimte. ‘Roberts omarmt het ambivalente, het non-binaire en koestert daarmee een tussenruimte. Een ruimte die hen voor zichzelf heeft gemaakt, bevochten heeft en die – zeker in deze gepolariseerde, binaire tijden – verdedigd moet worden.’
‘Niet zomaar een huis’ – over de 4e triënnale van Beetsterzwaag
Berber Meindertsma bezocht Kunsthuis SYB voor de 4e Triënnale van Beetsterzwaag. De titel van de triënnale, It hûs is net ien, zette haar aan het denken over haar eigen ouderlijk huis, dat eveneens in Friesland stond, en wat het is dat een huis een (t)huis maakt. Ze gaat in gesprek met verschillende residenten van Kunsthuis SYB en reflecteert op vragen als ‘wat is een huis?’ en ‘hoe verhoudt die persoonlijke ruimte zich tot de wereld daarbuiten?’, die beladen voelen met de dagelijkse bombardementen van huizen in de oorlogen die worden gevoerd, de alsmaar stijgende huizen- en huurprijzen, en het strenger wordende asielbeleid.
Het niets en alles dat het opvreet – over het werk van EMIRHAKIN, Brat, Camping en FADAT
‘Principes en overtuigingen zijn mooi, maar weinig waard zolang ze geen stand houden zodra we zelf gevaar lopen’, schrijft Maurits de Bruijn naar aanleiding van het openingswerk If I go further, I will burn van EMIRHAKIN in de expositie Remarkable Meetings with Disgusting Men in W139. Aan de hand van deze tentoonstelling, werk van performanceduo FADAT, Maartje Wortels nieuwe roman Camping en Charli xcx’s Brat onderzoekt Maurits in dit essay nietszeggendheid of uitzichtloosheid als materiaal.
Meegaan of achterblijven – wat gebeurt er als we kunst bezien door de lens van de psychische gezondheid van diens maker?
Wolter de Boer verkent in dit essay aan de hand recente tentoonstelling Matthew Wong | Vincent Van Gogh: Painting as a Last Resort in het Van Gogh Museum hoe het contextualiseren van hun oeuvre aan de hand van hun mentale gezondheid en hun suïcide de beleving van het werk kleurt. Wolter bevraagt op een verfijnde manier dit soort pogingen om het gesprek over mentale gezondheid open te breken en welke rol taal daarin speelt. ‘Psychische gezondheid is mijn vak – als psycholoog probeer ik dagelijks een ruimte te scheppen waarin mensen kunnen spreken over de narigheid die zich voordoet in hun hoofden, hun relaties, hun levens. Taal is, uiteraard, essentieel in mijn werk – het is eigenlijk het enige instrument dat ik kan inzetten om me een voorstelling van iemands binnenwereld te maken.’
Tendentieuze imago’s – over hoe Keizer Augustus de alleenheerschappij naar zich toetrok en Trump het opnieuw probeert
Het zien van Andres Serrano’s film Insurrection, waarin beelden van de bestorming van het Capitool in Washington verwerkt zijn, was voor Hille Engelsma aanleiding om de retoriek en strategie van Keizer Augustus naast die van Trump te leggen. Beiden geven zodanig kleur aan actuele en historische gebeurtenissen, dat ze passen in hun belofte van een terugkeer naar, respectievelijk, de vermeende gloriedagen van de Romeinse Republiek en een ‘Great America’. Dat geidealiseerde beeld is niet alleen gevaarlijk, het is bovendien uitsluitend, racistisch en mensonterend.
Miriam Cahn: Blumendenken
Naar aanleiding van de dit weekend geopende tentoonstelling Reading Dust over het werk van Miriam Cahn in het Stedelijk Museum Amsterdam, herpubliceert Mister Motley vandaag het essay dat Hanne Hagenaars schreef na het zien van Miriam Cahns solotentoonstelling Ma Pensée Sérielle die vorig jaar te zien was in Palais de Tokyo, Parijs. Lees over door de zachte sferische kleuren van de werken die tegelijkertijd een niet mis te verstane klap weten uit te delen: ‘Doordat Cahn haar personages vaag houdt, het zijn geen portretten, en met een paar minimale verfstreken een intense uitdrukking weet te geven, besef je meteen: dit geweld is geen uitzondering, dit gaat niet over een bepaalde persoon, dit is de mensheid.’
Luxueus ten onder
‘Mijn vriendin keek mij samenzweerderig aan en stelde voor het zwembadtrappetje weg te halen.’ Lena van Tijen schrijft dat voordat ze wist wat ‘sadist’ betekende, ze er een was. In het essay Luxueus ten onder onderzoekt ze het verschil tussen menselijk lijken en menselijk zijn. Aanleiding hiervoor is de tentoonstelling Whatever Remains Unchanged is Already Dead van Diana Gheorghiu, Jill Verweijen en Linnéa Gerrits die vanaf vrijdag 27 september te zien is bij Das Leben am Haverkamp in Den Haag.
Unfinished obelisk
Unfinished obelisk werpt licht op de praktijk van vertalen. Kunstenaar Jack Eden onderzoekt in een poetische kunstenaarstekst hoe sculptuur een uiting van symboliek kan zijn, en dus een vertaling van relaties en gevoelens. Vertrekpunt is een eeuwenoude obelisk die gemarkeerd is in het graniet, maar nooit helemaal is uitgehouwen, en dus niet tot stand gebracht. Welke vertaalslagen – meetkundig, taalkundig en beeldhouwkundig – zijn nodig om dat waar zij voor staat voort te zetten in Edens eigen idioom?
Lezenkijken of kijkenlezen – over de poëtische ruimte tussen beeld en tekst
Sanne Kabalt maakt werk dat zich ophoudt in het domein dat aangeduid wordt met ‘image+text work’. In een onderzoekend essay tast ze aan de hand van andere kunstenaars die beeld en tekst samenbrengen, onder wie Roni Horn, Sophie Calle en Louise Bourgeois, af welke ruimte en relaties er ontstaan als er een vorm van lezenkijken of kijkenlezen geïntroduceerd wordt.
Tentoonstellingen zijn spektakelstukken geworden waar de bezoeker niet tegen is opgewassen
Jorne Vriens beziet de trends in het kunstenveld: de blockbustertentoonstellingen en de nadruk op immersieve ervaringen. ‘Het is heel gewoon geworden om een tentoonstelling met een zekere urgentie te presenteren (‘niet te missen’) of er een ‘audiovisuele totaalervaring’ van te maken. Wat zegt dit over de wijze waarop er vandaag de dag over kunst wordt gedacht? En wat zou dit kunnen betekenen voor de manier waarop kunst en cultuur ruimte krijgen?’
Daar waar de vissen dol worden (4) – ‘Water heeft geen DNA, maar zou het wel geheugen kunnen hebben?’
Mister Motley en festival Into The Great Wide Open bundelen de krachten om samen het onderzoek van kunstenaars voor een breder publiek te ontsluiten, zoals dat van Valerie van Leersum, die deze zomer op Vlieland een werk presenteert dat deel uitmaakt van de kunstroute van Into The Great Wide Open.
In aanloop naar het festival zal Valerie diverse keren als artist in residence op het eiland verblijven en zowel de kleur van de Noordzee als de Waddenzee onderzoeken, en met diverse eilandbewoners in gesprek gaan over hun kennis en visie betreft de plek waar deze zeeën in elkaar over gaan. Vandaag publiceren we het vierde deel van haar onderzoek over de vermeende plek waar de vissen dol worden.
Daar waar de vissen dol worden (3) – ‘Een politiek spelletje dat gaat over hebzucht, water is toch gewoon water’
Mister Motley en festival Into The Great Wide Open bundelen de krachten om samen het onderzoek van kunstenaars voor een breder publiek te ontsluiten, zoals dat van Valerie van Leersum, die deze zomer op Vlieland een werk presenteert dat deel uitmaakt van de kunstroute van Into The Great Wide Open.
In aanloop naar het festival zal Valerie diverse keren als artist in residence op het eiland verblijven en zowel de kleur van de Noordzee als de Waddenzee onderzoeken, en met diverse eilandbewoners in gesprek gaan over hun kennis en visie betreft de plek waar deze zeeën in elkaar over gaan. Vandaag publiceren we het vierde deel van haar onderzoek over de vermeende plek waar de vissen dol worden.
De Aarde is niet genoeg – over het fluïde karakter van rouw
Yaïr Callender, Isabel Cavenecia en Anna Reutinger cirkelden de afgelopen maand rond de imposante Groningse begraafplaats Esserveld, een residentie op uitnodiging van Het Resort. Alledrie maakten ze werk dat is gericht op rouw, rituelen en op de mensen die op de begraafplaats werken. Maurits de Bruijn schreef, eveneens op uitnodiging van Het Resort, een essay dat losjes op deze werken voortborduurt. ‘Dat is rouw. Proberen het niets een plek te geven, te midden van een vol leven. Als rouw voltooid is dan zou het graf misschien niet meer nodig zijn. Maar dat zullen we nooit weten, want rouw is nooit voltrokken. Daarom is verwerken ook zo’n slecht woord. Afval wordt verwerkt, en ja: rouw verandert van vorm, maar gaat nooit weg.’