Alex de Vries

Cartograaf van haar bestaan – op atelierbezoek bij Marjo Postma

Interview
14 maart 2025

Alex de Vries ging op atelierbezoek bij Marjo Postma. ‘Het fysieke van het maken van mijn werk vind ik fijn, want er gebeurt van alles in mijn hoofd terwijl ik het maak. Er ontstaat een fantasiewereld, een eigen universum, als tegenwicht voor wat er in de werkelijkheid gebeurt. Ik ben bezig met een film die tactiel en poëtisch moet zijn, een eigen werk dat niet te letterlijk is.’

Duikend in de Rode Zee ontmoette Marjo Postma (Ulestraten, 1958) in 1992 een grote schildpad die haar recht in de ogen keek. Ze ervaarde een vorm van onmiddellijke herkenning, vergelijkbaar met wat Baruch Spinoza ‘het onmiddellijke weten’ noemt, het weten door aanschouwing, een besef van een waarheid die niet rationeel verklaarbaar is, maar die niet ontkend kan worden. Vanaf dat moment is de schildpad in het werk van Marjo Postma een terugkerende dierlijke identiteit met wie ze zich als mens op allerlei manier verstaat.

Als Marjo Postma het frame omdraait waarop ze een groot textielwerk aan het tuften is, zie ik dat ze op de tegenkant een krantenfoto van een baviaan heeft geprikt. De aap kijkt je recht in de ogen. ‘Hij kijkt of ik wel hard genoeg werk’, zegt Marjo. Daar hoeft hij niet aan te twijfelen, want haar grote atelier in Pakhuis Wilhelmina aan de Veemkade in Amsterdam, dat ze deelt met haar man, grafisch ontwerper Michiel Uilen, barst van de energie en haar beeldende werk is onontkoombaar aanwezig. De baviaan geeft eerder rekenschap van het belang van haar menselijke verbeelding van de schepping. Ze is ondergeschikt aan het natuurlijke leven dat haar omringt en daar wil ze in haar werk verantwoording over afleggen.

Marjo Postma – Installatie bij ps.kot, 2024, ‘Runway Whispers’.

‘Ulestraten, waar ik opgroeide was eind jaren vijftig, begin jaren zestig nog veel kleiner dan nu. Er woonden misschien 2000 mensen in het dorp in het Limburgse heuvelland. Er liepen nog ganzen en varkens op straat; er was maar één asfaltweg. Ik was altijd buiten. Ik lag veel in het gras gefascineerd naar de wonderlijke, natuurlijke wereld te kijken.  Mijn moeder is er geboren en getogen en mijn vader – Bertus, die Jan de Hollander werd genoemd – kwam er als zeventienjarige vanuit zijn tuindersopleiding bij de fraters in Borculo, waar hij als halve wees was ondergebracht, om er als boerenknecht te werken. Zijn vader zat op de grote vaart en voer over de wereldzeeën. Zo leerden mijn ouders elkaar kennen, maar mijn vader moest na die werkperiode in militaire dienst en werd uitgezonden naar Indonesië. Terug in Nederland trok hij voor mijn moeder weer naar Ulestraten waar hij werk vond in de papierfabriek in Meerssen. Er was daardoor altijd veel bijzonder papier in huis. Als het regende waren mijn twee zussen en ik altijd aan het tekenen. Mijn moeder was coupeuse en werkte met textiel. We hebben ook veel met batik en macramé gedaan wat in die jaren populair was. Ik ging naar de middelbare school in Maastricht, elke dag tien kilometer heen en tien kilometer terug op de fiets.’

Marjo Postma – Installatie bij ps.kot, 2024, ‘Runway Whispers’.

Als kind had Marjo het romantische idee om brandweervrouw te worden. Toen ze ouder werd wist ze een ding zeker: ze wilde weg uit Ulestraten om de wereld te zien. Haar oudere zus studeerde aan de lerarenopleiding van de Stadsacademie in Maastricht en raadde haar aan een soortgelijke opleiding te doen. Ze koos voor de opleiding Tehatex in Nijmegen. Ze was zeventien jaar en studeerde vijf jaar aan deze docentenopleiding, maar ze zou nooit les gaan geven, in tegenstelling tot haar zus die 45 jaar in dat vakgebied heeft gewerkt.
‘De Tehatex was net opgezet toen ik aan de opleiding begon en was gevestigd in een voormalige drukkerij met veel werkplaatsen en materiaal. Daar werd ik door gegrepen. Na mijn afstuderen meldde ik me aan voor de Rijksakademie in Amsterdam bij de grafiekafdeling, maar ik was te laat voor de toelating. Docent Pieter Holstein nodigde me toen uit om rechtstreeks bij hem toelating te doen. Ik had uitgeknipte en beschilderde lino’s van vissen bij me die ik meenam in een vlaaidoos – pizzadozen kende ik nog niet. Holstein dacht dat ik Limburgse vlaai voor hem had meegebracht, maar het was mijn werk. Zo ben ik daar aangenomen. De Rijksakademie had veel faciliteiten en ik kon allerlei disciplines mixen. Zo heb ik er een half jaar geschilderd, maakte films en was altijd met de natuur bezig. Ik ging naar Artis, tekende in het aquarium en in de kassen van de Hortus Botanicus en gaf me over aan de belevingswereld van de natuur met dagdromen over vormen en kleuren die ik me door enkel te kijken eigen kon maken. In 1984 deed ik mee aan de Prix de Rome voor grafiek en ik won. Ik ging naar Rome om daar te werken in het Koninklijk Nederlands Instituut aan de rand van het park Villa Borghese. Ik had een brommertje en reed daarmee de stad uit om de omringende natuur te verkennen. Het warme en barokke leven op straat beviel me erg goed. Rome en Italië zijn sindsdien voor mij speciale ijkpunten voor mijn werk.’

Marjo Postma – Tekening ‘Turtle Architecture 2023-021’, 310 x 210 mm.
Marjo Postma – Tekening ‘Turtle Architecture 2024-028’, 215 x 155 mm.
Marjo Postma – Tekening ‘Turtle Architecture 2023-006’, 205 x 175 mm.

De tekeningen en de grafiek die Marjo Postma maakt, laten in een specifiek, persoonlijk handschrift natuurlijke vormen en patronen zien van dieren en planten die tussen een figuratieve en abstracte bewerking in op het papier ontstaan. Ze laat zich leiden door wat de hand doet en het resultaat is de uitkomst van denken met het potlood. De natuur vertelt haar hoe ze te werk gaat. Het is een wezenlijke vorm van verbeelding die ze na de ontmoeting met de schildpad in de Rode Zee ervaart als een dierlijke influistering die van de motieven die ze verbeeldt meer maakt dan een onderwerp of een thema: ze geeft zich eraan over. Dat uit zich ook in het textiele werk dat ze maakt door kleurrijke droomjassen te ontwerpen die ze draagt tijdens performances. 

‘De schildpad is een heilig dier. Zij is verstandig en draagt haar schild als de aarde op de rug. Bij de Sioux wordt na de geboorte de navelstreng in een schildpadvormig amulet gedragen. Er zijn zowel land- als zeeschildpadden en zij is een oeroud wezen. Voor mij is de schildpad een beeld waar alles bij elkaar komt waarvoor ik een plek creëer, een kiosk of een gazebo die ik als architectuur ontwerp en teken. Tijdens een recente residentie in Pergola in Italië heb ik die ideeën verder uitgewerkt door oude architectuurtekeningen als uitgangspunt te nemen als de cartografie van mijn verbeelding. Het gaat over een ander idee van de werkelijkheid dat ik heb ontdekt tijdens het duiken in de Rode Zee. Onder water ben je weg van de herkenbare wereld. Je bent ervan afgesloten, het is geen omgeving voor de mens. Als kind was Jacques Cousteau, de Franse documentairemaker over het leven in de zee, al mijn held.’

Marjo Postma – Dreamcoat nummer 5, 2022.
Marjo Postma – Dreamcoat nummer 10, in installatie, 2024.

Marjo Postma is geen kunstenaar die zich opsluit in een eigen wereld en zich buiten de maatschappij plaatst. In 1996 volgde ze een opleiding tot geluidsvrouw voor film en tv en reisde twintig jaar als zodanig de hele wereld over, onder meer voor documentaires en actualiteitenprogramma’s. Ze reisde daardoor veel naar crisis- en oorlogsgebieden en kwam zichzelf regelmatig tegen in de moeilijke en bedreigende omstandigheden. Nog altijd is ze wel als geluidsvrouw actief, maar vooral voor kunstenaars en in onafhankelijke producties. Zelfstandig en onafhankelijk zijn is de leidraad in haar bestaan als beeldend kunstenaar. Ze heeft geen vaste galerie maar zoekt naar mogelijkheden om haar werk op eigen voorwaarden in kunstenaarsinitiatieven en in samenwerking met anderen te laten zien, zoals in het Tekenkabinet en met haar solopresentatie in november 2024 in projectruimte ps.kot van Esther Brakenhoff en Maarten Schuurman.
‘Ik wil mij beeldend uit kunnen drukken en aan zoveel mogelijk exposities meedoen en veel maken, want de ideeën blijven komen. Sinds 2008 werk ik weer vooral in mijn atelier en ik heb ook een tuin. Het is een eigen leef- en belevingswereld die ik zie als een cadeau voor mijzelf. Het fysieke van het maken van mijn werk vind ik fijn, want er gebeurt van alles in mijn hoofd terwijl ik het maak. Er ontstaat een fantasiewereld, een eigen universum, als tegenwicht voor wat er in de werkelijkheid gebeurt. Ik ben bezig met een film die tactiel en poëtisch moet zijn, een eigen werk dat niet te letterlijk is.’

Je kunt de kunstpraktijk van Marjo Postma zien als een sanctuarium; een zelfgeschapen ruimte om op eigen voorwaarden te tonen waar ze als kunstenaar voor staat.

Marjo Postma – ’Dreamcoat nummer 9’, 2023.
Advertenties

Ook adverteren op mistermotley.nl ? Stuur dan een mail naar advertenties@mistermotley.nl

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

* verplicht