Brieven vol ontwapenende kunst
Ik woon in Amsterdam, in een hoog en groot gebouw. Daar deel ik bepaalde ruimten, zoals een grote keuken, een kleine douche en een dakterras, met enkele vrienden. Samenwonend kom je een heleboel van elkaar te weten. Zo houdt de één niet van vier seizoenen peper en doucht de ander graag met Zwitsal zeepvrije douchegel. We delen een kroeg en de liefde voor kunst en cultuur. En dus die keuken, waar de postvakken staan en waar sinds enkele weken een van deze huis-vrienden post in krijgt uit het hoge noorden van een meisje dat hij online via een datingsite leerde kennen.
De enveloppen zijn al kunstwerken an sich. Als er post van J. arriveert blijft iedereen plakken aan de keukentafel, afwachtend tot Emiel het vindt, aan wie de brief gericht is. Hij opent het nooit waar we bij zijn. Maar soms mag ik kijken. Prachtige boekjes, tekeningen, borduursels en kaarten worden er naar hem gestuurd.
Kunst is altijd persoonlijk. Het is ontwapenend om te zien dat twee mensen die elkaar nauwelijks kennen, tenminste in de ‘fysieke wereld’, zulks persoonlijks in enveloppen naar elkaar stuurt. Emiel is pianostemmer en stuurt haar smarties, brieven en muziek terug. Na een paar keer heen en weer verkeer legde Emiel al J.’s boekjes, prenten en tekeningen bijeen en maakte hij een mini-eenpersoons-tentoonstelling. Hij liet twee uitnodigingen drukken, 1 voor haar die hij naar het Noorden stuurde en 1 voor zichzelf.
Overzichtstentoonstelling van Ante J. Bouma stond erop en een foto van al haar werk; op zijn bureau.