Brian Elstak over het innerlijke kind, Basquiat en Spider-Man
Een artikel over de impact van hedendaagse kunst op kinderen en waarom zij het ideale publiek zijn
“I want to make paintings that look as if they were made by a child.”
– Jean-Michel Basquiat-
Het innerlijke kind
Toen mister Motley me vroeg om te schrijven over de impact van hedendaagse kunst op kinderen en waarom zij het ideale publiek zijn, moest ik gelijk aan mijn eigen kinderen denken. Het zijn namelijk beelddenkers met een grote liefde voor tekenen en knutselen. Daarnaast dacht ik aan Pablo Picasso en Jean-Michel Basquiat. Picasso zei namelijk ooit: “Every child is an artist. The problem is how to remain an artist once they grow up.” Deze uitspraak is erg belangrijk geweest voor Basquiat, die zijn innerlijke kind vaak de vrije loop gaf. In de ‘Basquiat’ film van Julian Schnabel zie je een jonge Jean-Michel met zijn moeder het MoMA bezoeken. Daar staat hij tegenover Picasso’s ‘Guernica’ en Monets ‘Waterlelies’. Werken die later veel invloed op hem zouden hebben.
“I never went to an art school. I failed the art courses that I did take in school. I just looked at a lot of things. And that’s how I learnt about art, by looking at it.” – Jean-Michel Basquiat
Marvel Spiderman, Jean-Michael Basquiat
Fresku en Spider-Man
Als ik naar mijn eigen jeugd kijk, waren mijn inspiratiebronnen niet altijd te vinden in musea. Een van mijn grootste inspiratiebronnen hing in de slaapkamer van mijn neef: Spider-Man-comics, netjes in plastic mapjes naast elkaar op de muur. Het waren prachtige lange rijen van kleurexplosies en superheldenposes. Daar beleefde ik mijn eerste Stendhalmoment. Ik was helemaal overweldigd en had puur ontzag voor het werk van de kunstenaars: Erik Larsen, Todd McFarlane, Jim Lee en vele anderen. Sindsdien haalde ik inspiratie uit een strikt dieet van cartoons, comic books en de pop- en hiphopcultuur. Dat was mijn kunstopleiding.
Schoolexcursies naar musea waren wisselend voor mij. Ik had toen al weinig met de schilderijen van de oude meesters. Pas later begreep ik dat de energie die ik daarbij voelde vaak gekoppeld was aan de koloniale tijden van waaruit de beelden zijn voortgekomen. Ik voelde me toen al meer aangetrokken tot hedendaagse kunst. Het sprak meer tot mijn verbeelding. Het toonde mij namelijk nieuwe mogelijkheden en gaf mij de tools om onbekende verhalen te ontdekken en te vertellen. Tekenen gaf mij meer zelfvertrouwen dan andere vakken. Zoals rapartiest Fresku zegt in één van zijn nummers: “Ik zat alleen maar in de les te tekenen, kreeg ik punten voor tekenen dan verdiende ik makkelijk een tien.”
Tori en Trobi
De liefde voor tekenen heb ik onder andere ingezet om twee kinderboeken te maken: ‘Tori‘ en ‘Trobi.‘ In eerste instantie heb ik deze boeken voor mijn eigen kinderen gemaakt. Er staan verhalen in die ik hen voor het slapen gaan vertelde. Deze heb ik opgeschreven en geïllustreerd. Ik lees ze elke avond voor en dan draait hun verbeeldingskracht op volle toeren. Ik kom er ook niet mee weg als ik zeg dat ik nog even iets anders moet doen. Ze blijven wakker tot ik kom lezen. Ze hebben hun dosis verhalen hard nodig. Wanneer we de boeken uit hebben ga ik weer op zoek naar nieuwe. Zelf ben ik visueel ingesteld, maar helaas voor mij zijn de mooiste geïllustreerde boeken vaak voor hele kleine kinderen, of het zijn erg korte verhalen. Daarom besloot ik zelf een boek te maken.
Bij het schrijven en illustreren zijn mijn kinderen het ideale publiek. Ze denken graag mee over het verhaal, bedenken karakters en tekenen ze uit. Een van de karakters uit Trobi is bijvoorbeeld de bad guy, Octavo, een octopus die is bedacht en uitgetekend door mijn zoon. Ik heb gevraagd of ik hem mocht gebruiken in ons verhaal en of ik hem ook mocht tekenen in mijn stijl. Dat mocht.
Octavo versus Kids, Brian Elstak
Nieuwe superhelden
De verhalen uit Tori en Trobi zijn inmiddels niet meer alleen van mij en mijn kinderen. Ik hoor dat veel kinderen zichzelf herkennen in de verhalen en dat doet me goed. De boeken zijn namelijk voor alle kinderen. Dit was ook een reden voor mij om de boeken te maken: want hoe rijk onze kinderboekencultuur ook is, de representatie van jonge zwarte Nederlanders in kinderboeken is erbarmelijk. Het is belangrijk dat alle kinderen zich kunnen herkennen in verhalen. Het is ook belangrijk dat witte kinderen zien dat kinderen met kleur niet symbolische bijfiguren zijn in de levens van witte hoofdrolspelers, maar ook volwaardige driedimensionaal uitgewerkte superhelden kunnen zijn.
Een tijdje terug was er een auteur die zei dat zij nou eenmaal geen Marokkaanse was, dus er ook niet over kon schrijven. Ik snap dat het belangrijk is dat er meer zwarte makers opstaan om verhalen te vertellen. Daar ben ik ook voor. Maar mag deze auteur dan ook niet over jongens schrijven? Mag J.K. Rowling niet over Harry Potter schrijven, omdat J.K. niet behoort tot The Penis People? Mag ik geen graphic novel over een witte dame maken omdat ik zwart ben en geen vrouw? Black Panther, de koning van een fictief Afrikaans land is bedacht door twee witte Joodse mannen. Stan Lee en Jack Kirby. Miles Morales de Afro-Amerikaanse, half Puerto Ricaanse Spider-Man is bedacht door Brian Michael Bendis. Een kale witte meneer. Ik bedank die mannen voor hun fantastische bijdragen aan twee belangrijke zwarte superhelden. Hun Hollywoodverfilmingen inspireren wereldwijd jonge kinderen.
ZI vindt Colossusschild, Brian Elstak
Het ideale publiek
Mijn eigen kinderen spelen niet voor niets de hoofdrollen in mijn werk. Wat zij en ook andere kinderen doen, zeggen, tekenen, meemaken, voelen en vertegenwoordigen, gebruik ik in mijn werk. Dat maakt hen niet alleen mijn ideale publiek, maar ook mijn grootste motivatie om werk te blijven maken.
In mijn ideaalplaatje zijn kinderen sowieso onderdeel van het publiek in musea. Kunst is namelijk voor iedereen, en zeker ook voor kinderen. Ik vind het mooi om samen met hen naar hedendaagse kunst te kijken, want zij zien soms hele andere dingen dan volwassenen. Ze zijn puur en eerlijk. Daarnaast kunnen kinderen kunst overal zien. Niet alleen in musea, maar ook daarbuiten: in graffiti, murals, posters, regenbogen, bloemenvelden, tekenfilms en boeken. Wat musea echter anders maakt dan ‘de buitenwereld’ is dat zij context kunnen bieden. Dingen toelichten zodat kinderen dankzij deze aangewezen instellingen de kunst daarbuiten kunnen appreciëren, herkennen en duiden. Als dit op een interessante wijze gevoed kan blijven worden, onderhoud je een band met de bezoekers door alle stadia van hun leven. Start jong en geef ze een gevoel van ownership, waardoor ze met fijne herinneringen medeplichtig worden aan je organisatie als ze volwassen worden en dat weer doorgeven aan hun kroost.
Ik vind het mooi om met mijn kinderen naar hedendaagse kunst te kijken, want zij zien soms hele andere dingen dan volwassenen
Musea als speeltuinen
Een mooi voorbeeld van een museum waar alle generaties goed worden vertegenwoordigd is het Tate Modern in Londen. Ik was daar onlangs, en ik was allereerst verbaasd dat er zoveel mooie kunst gratis te zien was voor iedereen. Van ‘Weeping Woman’ van Picasso tot aan ‘Babel’, een uit verschillende radio’s bestaande toren van kunstenaar Cildo Meireles. Daarnaast vond ik het indrukwekkend om er zoveel jonge mensen te zien: van baby’s in kinderwagens tot kleuters en tieners. Kinderen speelden beneden in de turbinehal, ze zaten daar op de grond een broodje te eten. Er was een kindje met een step. Een vader met zoon en een balletje. Die laagdrempeligheid van een dergelijke instelling als Tate mis ik hier in Nederland.
Ik geloof dat musea net zo toegankelijk moeten zijn als speeltuinen in het park. Waar speeltuinen goed zijn voor de motoriek en sociale vaardigheden, is kunst goed voor verbeelding, fantasie, associaties, creativiteit en nog veel meer. Daarnaast levert kunst voer voor nalatenschap. Nina Simone zei ooit: “A true artist’s duty is to reflect the times.” Dat brengt mij weer terug bij ‘Guernica’, het schilderij waarmee Picasso zijn verhaal onder andere aan een jonge Basquiat vertelde. De volwassen Basquiat maakte weer werk dat onder andere een jonge Brian Elstak aansprak. En wie weet spreekt mijn werk weer een nieuwe generatie aan.
——————————————————————————————
Brian Elstak (Zaandam, 1980) is beeldend kunstenaar, illustrator, schilder, kinderboekenschrijver en verbinder tussen verschillende creatieven en verhalenvertellers. Hij is ook onderdeel van kunstcollectief Lowrey Foley McClane.