Blijven staan – met Mieke Hessels naar het Nederlands Fotomuseum
In aflevering XVII van De ontmoeting gaat Alma Mathijsen met kunstenaar Mieke Hessels naar When life gives you lemons, squeeze them out in the eyes of your abuser van Mandy Nijhof in het Nederlands Fotomuseum.
‘Om haar werk te kunnen zien heb je een ijzeren onderbroek nodig.’
Dit zei Mieke Hessels toen ik haar meevroeg naar de tentoonstelling When life gives you lemons, squeeze them out in the eyes of your abuser van Mandy Nijhof. Beide kunstenaars zijn opgeleid als fotograaf, terwijl ze net zozeer gebruik maken van verf en potloden. Beiden maken ze hyperpersoonlijk werk over hun verleden, waarin ze allebei als kind te maken hadden met misbruik. Beiden zijn ze nog maar net afgestudeerd. Het meest voor de hand liggende verschil is hun leeftijd. Nijhof is zeventwintig, Hessels is vijfenzestig.
Samen met Hessels reis ik af naar Rotterdam. Ze kirt als we over de Erasmusbrug rijden.
‘Ik heb hier nog nooit overheen gereden!’
Hessels studeerde in 2020 af aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Ze wil laten zien waar niemand naar kan kijken. Op een van haar schilderijen zijn haar ouders vechtend met elkaar afgebeeld, getiteld: dance of the bottle. Het is doodeng om naar te kijken, niet alleen omdat de mensen elkaar de huid openkrabben en wurgen, maar vooral omdat het lijkt getekend te zijn door een kind. Tegelijkertijd heeft het een enorme aantrekkingskracht. Het schilderij heeft levensdrift. Het wil bestaan. Het wil leven. En dat zie ik in al het werk van Hessels. Het is misschien vreemd om een woord als schoonheid te gebruiken in deze context, en toch zit er een speciale vorm van schoonheid in haar werk.
Omdat we fris willen zijn voordat we naar beneden afdalen voor de tentoonstelling van Nijhof, nemen we eerst nog thee en koffie en een gigantische brownie. We moeten zoeken voordat we haar werk vinden. Het hangt in de zaal waar het Steenbergen Stipendium exposeert. Vijf eindexamenstudenten van alle kunstacademies in Nederland worden daarvoor geselecteerd en tentoongesteld in het Nederlands Fotomuseum. De winnaar van het beste fotografische afstudeerwerk krijgt 5000 euro. Naast de juryprijs is er ook een publieksprijs. Achter een grote pilaar vinden we de schilderijen en foto’s van Nijhof. We moeten haast langs de pilaar glijden om erbij te kunnen. Op een klein bordje staat:
Ik ben seksueel misbruikt sinds ik vier jaar oud was. […] Ik heb een kleine wereld gecreëerd die de bezoeker uitnodigt om even in mijn hoofd te kijken.
Op de muur staat met dikke zwarte verf gekalkt: When life gives you lemons, squeeze them out in the eyes of your abuser. In de ruimte die steeds kleiner aanvoelt, hangen schilderijen, foto’s, tekeningen en archiefbeelden. Nijhof heeft op karton razendsnel met felle kleuren herinneringen geschilderd. Een geweer waarvan de loop uitmondt in een penis, een bebloed kind op een schommel. Bloemen over gele lichamen, in de verte een bed met een man en een kind erin. In zwart-wit heeft ze de plattegrond van het huis waar het misbruik plaatsvond op de sprankelend witte muur van het museum geklad. Hessels loopt weg uit de ruimte, als ze terugkomt zegt ze:
‘Ik heb tien minuten tijd nodig om in dit bombardement te staan voordat ik naar de afzonderlijke stukken kan kijken.’
We zijn stil. Telkens lopen nieuwe mensen langs de pilaar naar binnen: het hoofd van Nijhof in. Ze kijken, ze gniffelen om de titel die op de muur staat en dan verdwijnen ze weer.
‘Je moet jezelf dwingen om te blijven staan,’ zegt Hessels, ‘ik begin de kleinere werken nu heel erg te waarderen.’
We kijken naar een gouache op A4-papier van een naakte man zonder hoofd, helemaal in blauwtinten. Er hangen er meerdere gouaches, ze lijken vanwege hun precisie niet zo snel gemaakt te zijn als de grotere werken. De woede is vervloeid, nu kan de kunstenaar samen zijn met het leed.
‘Ik ben heel blij dat wij durven blijven te staan. We gaan er niet in en weer uit.’
Een zwaarte daalt op me in. Ik heb zin om in bad te gaan en mijn hoofd onder water te houden. Misschien komt het omdat Hessels in de auto eerder vertelde dat ze graag zwemt. Drie keer per week trekt ze baantjes. Onder water is ze alleen, had ze gezegd, boven water is ze samen met haar dader. Misschien dat ik daarom nu ook met mijn hoofd onder water wil.
‘Ik vind dit hartverscheurend.’
Zelfportretten van Nijhof schieten voorbij op een iPad die in het midden van de tentoonstelling hangt.
‘Ze is doodongelukkig, ze heeft zoveel foto’s gemaakt door de jaren heen en dat vind ik heel prachtig. Ze laat een kind zien dat niet goed in haar vel zit, niemand weet waarom. Zij wist het zelf misschien ook nog niet.’
Ineens lopen twee meisjes de ruimte binnen.
‘Ik vind deze quote perfect: When life gives you lemons, squeeze them out in the eyes of your abuser,’ zegt het ene meisje.
‘Ik zie een Furby,’ zegt het andere meisje.
Op een van de schilderijen op karton staat een Furby die wezenloos naar de toeschouwer staart.
‘Ik word droevig en stil,’ zegt Hessels.
De meisjes lopen weer uit de ruimte.
‘Je kijkt naar iemands naakte trauma, je gaat fluisteren, je gaat besmuikt naar binnen, het heeft heel veel effecten op mij.’
We hebben tientallen andere mensen voorbij zien komen. Het lijkt haast deel te worden van het kunstwerk.
‘Ik wil die schilderijen gigantisch opblazen en aan een nog grotere muur hangen. Ik wil ze uit het hok halen. Ze hebben zo’n kwaliteit, dan raak je helemaal verpletterend door de intensiteit van wat ze schildert.’
Nijhof laat, als je lang genoeg durft te blijven staan, een binnenwereld zien die normaal verborgen blijft. Het lukt ons niet om nog naar iets anders te kijken. We wilden nog langs de eregalerij, maar we zijn te ondersteboven. Als je door de eerste tien minuten heen bent gekomen, dan blijft de schoonheid van het werk over. Bij de uitgang staat een sokkel vol kaarten waarop bezoekers een stem kunnen uitbrengen.
‘Ik stem vijf keer op Mandy,’ zegt Hessels.
Ze duwt alle vijf de stembiljetten door de gleuf heen.
De tentoonstelling When life gives you lemons, squeeze them out in the eyes of your abuser is nog tot en met 15 januari 2023 te zien in het Nederlands Fotomuseum.