‘The bigger picture – een interview met Emma Talbot
In 2018 heeft mister Motley meer dan 75 interviews afgelegd met jonge kunstenaars, ervaren makers, uitzonderlijke denkers en kritische opiniemakers. De komende dagen worden de 12 meest in het oog springende interviews uit 2018 opnieuw onder de aandacht gebracht om het jaar stevig mee af te sluiten. Vandaag een interview met Emma Talbot van afgelopen maart.
Wie zijn de kunstenaars achter belangrijke, kwetsbare en kritische kunstwerken? Hoe ziet hun blik op de wereld eruit en wat zeggen ze precies over de thematieken die ze met hun werk aansnijden? Museum Arnhem is in 2018 tijdelijk gesloten vanwege een uitbreiding en vernieuwing. Mister Motley gebruikt deze kans om in de collectie van het museum te duiken en kiest maandelijks een spraakmakend werk uit. Deze maand: Pandora – Plant Your Scraps of Hope van Emma Talbot
De Engelse kunstenares Emma Talbot (1969) houdt de uitstraling van haar kunstwerken graag licht, zwierig en kwetsbaar. Voor haar geen strak opgespannen schilderijen, statige sculpturen of ingelijste aquarellen. Met beschilderde zijden doeken, losjes opgehangen tekeningen en luchtige installaties nodigt zij de kijker uit in haar gedachten – die lang niet altijd licht en zwierig zijn.
Talbot staat in Galerie Onrust in Amsterdam, gekleed in een grijze spijkerbroek en -jas. Onlangs opende de tweede solo-expositie die zij in deze galerie heeft, getiteld ‘Woman – Snake – Bird’. “Ik wil niet dat mijn kunst een monumentale uitstraling heeft”, zegt Talbot met rustige, zachte stem. “Lichtheid en tijdelijkheid is waar ik naar zoek, zodat mijn werk overeenkomt met een idee of een gesprek: iets wat weer vervliegt. Net zoals elk menselijk leven uiteindelijk ook vervliegt.”
Alexandra van Ditmars: Is het niet juist een waarde van kunst dat het, in tegenstelling tot het menselijk lichaam, niet vervliegt?
Emma Talbot: “Mijn kunst is heel nauw verweven met de levensfase waarin ik me op dat moment bevind. Alles waar ik tijdens het creëren mee bezig ben, wordt vertaald in mijn werk – herinneringen, mijn omgeving, gedachtes over wie ik nu eigenlijk precies ben. Daardoor sluit mijn werk aan bij het moment waarop ik het maak, niet per se bij mijn verleden of heden. Omdat ik uit een vergankelijke fase van mijn leven inspiratie put, wil ik die inspiratie uitdrukken op materialen die aansluiten bij die vergankelijkheid: lichte materialen.”
AD: Welke levensfase zien we nu terug in uw werken?
ET: “Ik denk nu veel na over transformaties. Een tijd geleden zag ik het schilderij De drie levensfasen van de vrouw van Gustav Klimt. Daarop zie je een baby, vastgehouden door een jonge vrouw van een jaar twintig. Daarnaast staat een veel oudere vrouw, die beschaamd haar neergebogen hoofd vasthoudt. Ik vind dat zo’n negatief, hopeloos beeld van de oudere vrouw. Zelf heb ik nu ook grijs haar. Toen ik erover na ging denken hoe vrouwen die niet meer al te jong zijn worden afgebeeld, schrok ik. Ze worden vaak ofwel als zwak en ellendig neergezet, ofwel – als ze nog wel krachtig zijn – als heks. Zo kwam ik op de inspiratiebron voor mijn laatste werken: het verhaal over de heks Baba Jaga.”
Het is een verhaal uit de Slavische mythologie dat Talbot al kent sinds ze een klein meisje was. Baba Jaga is een angstaanjagende wilde vrouw, een meesteres der magie, die diep in het bos woont. Zo nu en dan verandert ze in een vogel of slang, wat haar volgens het verhaal nog enger maakt.
“Ik vroeg me toen opeens af hoe zo’n transformatie eruit zou zien”, vervolgt Talbot. “Het klinkt mij helemaal niet negatief of angstaanjagend in de oren, maar juist als een heel mooi wonder. Niet alleen figuurlijk, maar ook symbolisch. Ik denk dat we een bepaalde innerlijke kracht in onszelf hebben, die sterker wordt naarmate we ouder worden, omdat we meer levenservaring hebben opgedaan. Toen heb ik mijn kunst ingezet om dit oude, negatieve beeld van een oude vrouw te herpositioneren en om te zetten in iets positiefs.”
Talbot loopt naar de installatie Transformation: Woman – Bird (2017). “De naam zegt het al: je ziet hier een vrouw die in een vogel verandert. Ze heeft nog een menselijk gezicht en lichaam, maar spreidt haar vleugels al wijd uit, klaar om weg te vliegen. Ook hierbij past de lichtheid van mijn materialen. Zo heeft ze een romp van papier-maché en veren van zijde.”
AD: Toch verschillen de materialen ook sterk van elkaar: de zijden veren hebben een chique uitstraling, terwijl haar haren uit paarse, synthetische extensions bestaan.
ET: “Het zijn allemaal materialen uit mijn directe omgeving. Ik woon in Oost-Londen, vlakbij een winkelstraat vol goedkope hair extensions, die zijn daar nu in de mode. De veren zijn van geschilderd zijde. Ze zijn geïnspireerd op kimono’s. Mijn vader woont al ruim veertig jaar in Tokio, waardoor Japanse materialen al lange tijd een inspiratiebron voor mij zijn. Ik teken ook veel op dun, Japans papier. De vleugels zijn opgebouwd uit twijgjes, die lagen al een tijd in mijn atelier. Ik kocht ze gewoon bij de Ikea. Zo combineer ik hedendaagse materialen en oude mythologie om een nieuw verhaal neer te zetten.
Zoals gebruikelijk in Talbots oeuvre, heeft ze ook aan dit thema meerdere werken gewijd. Ze loopt naar een tekening, waarop een liggend vrouwenlichaam te zien is waar een vogelfiguur uit lijkt te ontsnappen. “Dit is dezelfde transformatie, maar dan op papier.” Typerend aan Talbots tekeningen en schilderingen zijn de glooiende lijnen, dynamische lichamen en de florale motieven. Over deze tekening lopen ook vijf diepe papiervouwen. Het ziet eruit alsof het werk opgevouwen zat en pas vlak voordat het werd opgehangen gladgestreken is.
AD: Wat is het idee achter de vouwen in het werk?
ET: “Ik vouw mijn tekeningen graag op. Het geeft een gevoel van intimiteit, net zoals je dat hebt wanneer je een geschreven brief krijgt en die openvouwt. Door de vouwen wil ik de kijkers laten voelen dat ik iets intiems van mij met hen deel. Hopelijk ‘lezen’ mensen mijn werk vervolgens ook zo: alsof zij persoonlijk een brief hebben gekregen, waarmee zij nu verbonden zijn.”
AD: Uw werken zijn eerder geprezen vanwege hun intimiteit, met name de werken die u maakte nadat uw man ruim tien jaar geleden overleed.
ET: “In mijn werken deel ik mijn persoonlijke verhaal met de kijker. Na de dood van mijn man barstte mijn wereld uiteen en moest ik mezelf hervinden. Niet alleen als kunstenares, maar ook als mens. Ik moest opnieuw betekenis geven aan mijn leven. Die zoektocht zie je terug in mijn werken uit die tijd.”
Wie naar die werken kijkt, lijkt zo in de verschillende kamertjes van Talbots onderbewustzijn te gluren. “Je kunt het vergelijken met een stream of consciousness. Allerlei scènes spelen zich tegelijkertijd af.” Het zijn grote doeken van zijde, met losse vakjes waarin herinneringen, angsten en gedachten gecombineerd worden met oude mythen en poëtische citaten. Elke scène wordt bewoond door cartooneske figuren met extreem grote hoofden, zonder gezicht. Sommigen luisteren muziek, anderen liggen huilend op bed, verzorgen een kind of hebben vlammen tussen hun benen. “Het is een verhaal vanuit mijn diepste innerlijk.”
AD: Als het verhaal zo persoonlijk is, waarom hebben de figuren dan niet uw gezicht?
ET: “Ik teken juist nooit gezichten op mijn figuren omdat ik me met hen identificeer. Zelf zie je immers je eigen gezicht niet. Daarnaast biedt dit toeschouwers de mogelijkheid zich te identificeren met het werk. Omdat ik zelf vrouw ben, teken ik wel alleen maar vrouwen. Het is mijn eigen perceptie. Maar door de overige trekken open te houden, is de drempel om jezelf te verplaatsen in het werk lager. Ik wil mensen nooit mijn gedachten opleggen. Wel wil ik ze er kennis mee laten maken en een handreiking geven om ze met mij te delen. Want al is de rouw om mijn man heel persoonlijk, rouw is ook een emotie die universeel is – iedereen maakt het wel een keer mee. In andere werken geef ik ook maatschappijkritiek, waarin hopelijk ook meer mensen zich kunnen verplaatsen.”
AD: Heeft u daar een voorbeeld van?
ET: “In Pandora – Plant Your Scraps of Hope toon ik het kwaad dat ik nu in de wereld zie. Ik heb me wederom laten inspireren door een oude mythe: de doos van Pandora.”
In het verhaal zit al het mogelijke onheil gevangen in een doos, tot de vrouw Pandora deze opent. Alle rampen die de mensheid kunnen teisteren, zoals hongersnood, ziekte en oorlog vliegen uit de doos en verspreiden zich over de wereld. Pandora doet snel de doos dicht, maar alleen de hoop weet ze nog te vangen onder het deksel.
“Ik heb mijn eigen doos van Pandora gemaakt. Daarin laat ik zien wat in mijn ogen nu het grootste onheil in de wereld is. Zo zie je rechtsonder iemand zitten op een grote berg vuilnis, terwijl er waardevolle spullen als juwelen neer beneden vallen. Het staat symbool voor onze consumptiemaatschappij, onze eindeloze drang spullen te kopen. Om die binnen de kortste keren weer aan de kant te gooien en andere spullen te willen. En linksboven zie je een figuur bang onder een deken liggen. Daarboven zie je een boerka zweven, met het kapsel van Trump erop. What teaches you fear, is what you should fear the most, heb ik erbij geschreven. We moeten ons geen angst jegens moslims laten aanpraten. Dat is nergens voor nodig.”
AD: Is de hoop ook verbeeld in het werk?
ET: “Ja, in het midden zie je een zwangere vrouw die last heeft van ochtendmisselijkheid. Het is de nieuwe generatie die hoop biedt voor de toekomst. Ook hier heb ik een oud vrouwbeeld herpositioneerd. Vroeger werd het vrouwelijk lichaam vanwege het baren als zwak gezien. Ik laat zien dat het daardoor juist sterk is, omdat het de toekomst in zich draagt. Maar daar moet je wel oog voor hebben – ook als vrouw. Als je geen oog hebt voor het grotere plaatje, the bigger picture… Tja, dan heb je gewoon enkel last van ochtendmisselijkheid.”
The bigger picture is een term die Talbot vaker laat vallen als zij over haar werken praat. Naast haar eigen innerlijke leven laat zij zich graag inspireren door het universum, onze levensenergie en mystieke krachten. Zaken waar ze niet precies haar vinger op kan leggen, maar wel probeert aan te raken door ook mediterende figuren af te beelden, chakra’s te tekenen en te verwijzen naar verhalen van onze voorouders.
“Ik vind het zo bijzonder dat alle gedachten, gesprekken, handelingen en geloven van mensen geen fysieke aanwezigheid hebben”, zegt Talbot daarover. “Terwijl die juist zo belangrijk zijn, belangrijker dan onze spullen die niet vergaan. Maar ik heb iets ingezien over tijdelijkheid. Inzichten van voorouders die niet zijn overgeleverd, gaan desondanks niet verloren. Ze leven voort in ons DNA, alleen zijn we ons daar niet van bewust. Mijn bewegingen en gedrag zijn afkomstig van iemand uit een ver verleden van wie ik het bestaan niet eens weet. En zo zijn wij allemaal verbonden, onderdeel van een veel groter verhaal. Tijdelijkheid betekent dus niet dat iets ook verloren gaat. Wij kunnen het alleen niet meer zien.”
Dit stuk is geschreven in opdracht van Museum Arnhem, zonder redactionele inspraak. Museum Arnhem is momenteel gesloten in verband met een uitbreiding en vernieuwing. Hoewel de collectie nu niet te zien is in het museum, is een groot deel van de collectie te raadplegen via de website van het museum.