Produceren van betekenis – met landschapsarchitect Arnoud Garrelts naar Drawing Centre Diepenheim
In de loop van ruim dertig jaar is er bij het Drawing Centre een buitencollectie gevormd die bestaat uit negen kunstenaarstuinen (12.000 vierkante meter) en verschillende omgevingskunstwerken. Hoe zorg te dragen voor deze kunstwerken? Is een tuin een kunstwerk dat niet veranderd mag worden, of is het een levend organisme? Deze vragen liggen ten grondslag aan de groepstentoonstelling THE SKETCH, ITS REALISATION & HER LOVERS die werd gecureerd door Caz Egelie. Linde Keja bespreekt de werken met landschapsarchitect Arnoud Garrelts.
Alle materie gedijt in wederkerigheid – met bezoekers in gesprek over de tentoonstellingen in Kunstenlab
In Kunstenlab Deventer ging Linde Keja met bezoekers in gesprek over de twee tentoonstellingen die er op dit moment te zien zijn. Berichten uit het platte vlak van kunstenaarsduo PolakVanBekkum en My First Tractor II van Zeger Reyers, in beide presentaties worden niet-menselijke perspectieven vertegenwoordigd: een biotoop waarop winterrogge groeit en tekeningen waarin de bewegingen van water een manier vinden om te stromen.
Wanneer vrouwen hun betrekking met de wilde natuur bevestigen – over ‘Meidenpracht, vrouwenkracht’ in Museum Kampen
Linde Keja bezocht samen met kunstenaarsduo Vulva verbond de tentoonstelling Meidenpracht, vrouwenkracht in Stedelijk Museum Kampen. Ze raken in gesprek over ‘gezellig boos zijn’ als coping-strategie en de female gaze.
Een wonderbaarlijk orgaan waar geen enkele schaamte voor hoeft te bestaan – over Felt Sense van Dafna Maimon
Wat betekent het om een lichaam te zijn? Samen met Lotte Dekkers, danser, docent en haptonomisch counselor, bezoekt Linde Keja ‘Felt Sense’ van Dafna Maimon bij Oyfo Kunstpodium. De aanwezige werken doen hen reizen door een darmstelsel, die de kunstenaar ziet als een diep filosofische plaats, die ons verbindt met onze omgeving en deze ook reflecteert en documenteert. Zoals ons hele lichaam dat doet.
Ruimtereiziger met een bandrecorder – over het geluidswerk van Henri Chopin
Wanneer Linde Keja naar de poésie sonore van Henri Chopin (1922-2008) luistert, walgt ze af en toe. Maar Chopins elektronische verkenningen worden haar vertrouwd, want het zijn de geluiden van een lichaam, van mijn eigen lichaam of van een ander nabij menselijk of dierlijk lichaam. ‘Het raakt een verlangen, naar tast en warmte, adem op huid, geborgen zijn, slaap, seks.’ In dit essay beschrijft Keja hoe Chopins klankgedichten uiteindelijk haar blik, of gehoor, doen kantelen. ‘Ik vind zijn werk zo waardevol, omdat het me leert te luisteren naar mijn eigen lichaam zonder het meteen te hoeven begrijpen en zonder er bang voor te hoeven zijn.’