Luxueus ten onder
‘Mijn vriendin keek mij samenzweerderig aan en stelde voor het zwembadtrappetje weg te halen.’ Lena van Tijen schrijft dat voordat ze wist wat ‘sadist’ betekende, ze er een was. In het essay Luxueus ten onder onderzoekt ze het verschil tussen menselijk lijken en menselijk zijn. Aanleiding hiervoor is de tentoonstelling Whatever Remains Unchanged is Already Dead van Diana Gheorghiu, Jill Verweijen en Linnéa Gerrits die vanaf vrijdag 27 september te zien is bij Das Leben am Haverkamp in Den Haag.
Begeren, en begeerd willen worden, gaan altijd samen met ongemak en schaamte
Deze zomer rapporteren onze schrijvers over de werken die ze op vakantie tegenkomen. In Hamburg raakt Lena van Tijen begeesterd door een schilderij van een ontbloot bovenlichaam van een vrouw die voor een vijgencactus staat. ‘Begeren, en begeerd willen worden, gaan altijd samen met ongemak en schaamte. Zo kan zoete verlokking niet bestaan zonder een zekere mate van prikkende haat en nijd.’
Lachen op een vulkaan – over het werk van Chantal Akerman
‘Het lezen van Mijn moeder lacht doet pijn,’ aldus Lena van Tijen. ‘In lange zinnen zonder interpunctie, waarin het perspectief verspringt tussen eerste en derde persoon, tekent zich een beeld af van een vrouw die een afgrond nadert.’ Lena schrijft over de memoires van Akerman, de tentoonstelling Chantal Akerman. Travelling in Bozar, en over een moeder en dochter die een intens vervlochten leven leiden. ‘Donkere gedachten zijn zwarte gaten, je kunt erin verdwijnen. Dit betekent niet dat de donkerste gedachten ook het meest waarachtig zijn.’
Wat ons overleeft – over het behoud van hardware en software
De tentoonstelling REBOOT in het Nieuwe Instituut toont sleutelwerken uit de digitale kunst (periode 1960-2000) en nieuw werk van hedendaagse makers. Lena van Tijen schreef er een essay over dat inzoomt op de vraagstukken rondom het conserveren van digitale kunst zoals: Wat is een digitaal kunstwerk? En wat moeten we er eigenlijk van bewaren om haar essentie in stand te houden?