Wanneer de geschiedenis een gezicht krijgt – over het Nationale Holocaustmuseum
Onlangs bezocht Lara Nuberg het Nationaal Holocaustmuseum. Het is er druk. Ze stoort zich aan de andere bezoekers en aan de toon van de audiotour. ‘De tekst is te expliciet, vertelt me te duidelijk wat ik zou moeten voelen. Bovendien: Ik weet het antwoord toch?’ Maar de bron van de onvrede die zich aan haar opdringt, zit dieper.
Laten we het nog eens hebben over het tentoonstellen van koloniaal geweld
Hoe kun je op een ethische manier een geschiedenis van onderdrukking en ongelijkheid tonen in het theater of tentoonstellingsruimte, zonder te vervallen in stereotyperingen en zonder het enkel reproduceren van geweld? Die vraag bleef in het hoofd van Lara Nuberg echoën na het zien van Gelukzoekers op Sumatra. ‘Hoeveel gelynchte zwarte lichamen moeten we zien voordat er een algemeen besef komt over hoe erg de slavernij was? Hoeveel anonieme doden moeten we opgestapeld zien liggen om de ernst van Holocaust te begrijpen? Hoe vaak moet een bruine acteur op een podium worden geslagen om de verhoudingen aan de oostkust van Sumatra inzichtelijk te maken?’