Aukje Dekker – MANHATTAN
Ooit vertelde iemand mij (mn ex notabene) dat het krijgen van een kind zo bizar is omdat tot dan toe alles in je leven een event is geweest; je werkt er naar toe, je knalt het eruit en het is daar, je hebt het gedaan. Het krijgen van een kind begint hetzelfde maar als het daar is komt het besef dat het nog niet gedaan is en dat het nooit achteroverleunen en kijken naar wat je hebt neergezet zal zijn.
Nu heb ik daarna snel zelf expres een kind gekregen (grapje), (kwam niet door hem), (echt niet) en begreep op het moment dat m’n zoon geboren werd lijfelijk wat m’n ex bedoelde. Maar ik dacht ook dat bij het komen van dat ene kind, dat levenslange event, het ophield. En nu heb ik twee van die dingen.
Stap 12 was zwaar. Dat niemand eruit ging bij de -in mijn ogen top-stap 11 daarvoor was zwaar. Niet zwaar als depressief liggen huilen in een hoekje maar gewoon de oneindigheid van het project. Het zelf niet meer snappen van wanneer het dan toch af is. Want, anders dan bij een kind is dit event op een gegeven moment toch echt wel geëindigd en in mijn hoofd was dat bij stap 11.
Dus stap 12 was onvermijdelijk, de explosieve ‘ik ben de baas’ uitspatting deed me goed. Of het schilderij goed was/is werd subjectief. Loes Luca stopt tevreden Barbara Broekman stopt redelijk ontevreden met een lieve email, maar vooral in de strekking van: “Tja, dit is dan waar we het mee moeten doen, denk ik…” en dingen als “Het is je goed recht om alles te doen wat je zelf wil. Dat is onderdeel van het concept. Maar vooralsnog vind ik deze stap moeilijk te verteren. Tegelijkertijd vraag ik me af waarom ik dit opeens erg vind? (..) Vind je het zelf eigenlijk een ‘goed schilderij’? (…)
Maar het is tijd om te stoppen. Ik voel nu een soort spanning waarvan ik denk dat gokverslaafden die ook kunnen ervaren: stoppen met gokken, maar het knagende gevoel houden dat je de verkeerde keuze maakt. Dat het helemaal het verkeerde moment is om te stoppen! Want juist hierna komt natuurlijk de grote klapper!”
In ieder geval waren er twee uit en daar was ik uitermate tevreden mee, omdat die twee woeste abstracten zo erg op elkaar leken. Ze werden beter door de vermenigvuldiging. Maar dan besluit Barbara met een nachtelijke email vol emotionele spelfouten toch door te gaan..
Waar zit de rek? Is het een elastiekje dat net nieuw is of eentje 40x gedragen (dan zijn elastiekjes het rekbaarst) of juist 400 x ( dat is die spanningsboog, er zit dan weer net zo weinig rek in als bij een net nieuwe, alleen is het omdat het een stug slap stuk touw is geworden (deze vergelijking is meer voor de meisjes) in ieder geval; ik had echt geen zin in dat Barbara er weer terug in kwam. Maar ja, ze was pas net over de tijd, ik was nog niet doorgegaan, nou ja niet echt. Dus als ik eerlijk naar het project was mocht ze gewoon door voor ‘die grote klapper’.
En dan ‘De Grote Klapper’ versus ‘De Anticlimax’
Laten we even eerlijk tegen elkaar zijn, ik heb gehuild bij stap 13. Het proces element van het concept werd bedolven onder mijn drang steeds het onderste uit de kan te halen. Ik heb het gevoel dat ik al 13 schilderijen heb gemaakt. Psychologisch niet slim en financieel ook niet. Maar vooral omdat ik dat eigenlijk helemaal niet kan! Alsof je je kind eruit hebt geperst, de navelstreng door wordt geknipt en de artsen elkaar dan ongemakkelijk aankijken en zeggen ”bezwete mevrouw, hold your horses, er zit nog een baby in uw buik, kunt u weer even gaan liggen: ja ja persen maar”
Iets kan dus niet alleen maar beter worden. En ik zeg niet dat het niet beter kan worden dan de stappen hiervoor, maar zoals ik eerst wilde dat iedereen er uit ging, wil ik dat nu liever niet. Dit is hem nog niet, ergens ben ik ook weer opnieuw begonnen. Met veel extra bagage dat wel; baarde ik een oud elastiekje. M’n meisjes gevangen in een gele box onder de rode olie en ik moet er ook bij zeggen dat hij er in het groot kutter uitziet dan in het klein.
Het positieve is dat het inherent is aan het proces, dit experiment van een project. Dit zat er de hele tijd al aan te komen. Ik ben misschien te ver doorgegaan, maar ja..dat gaat dan weer verder dan het mooie plaatje maken. En ik denk dan maar dat dat ook gewoon is wie ik ben. Ik ben financieel niet slim, wel lekker passie, niet verstandig. Ik maak nooit een streepje en dan een streepje, ik WIL het onderste uit de kan.
En daarbij natuurlijk: It’s all in the eye of the beholder!
Wie ben ik? Woody Allen vond zijn beste film ook lelijk ( Manhattan red.)
Over Lucien Freud maar niet te spreken.
Kijk jongens Mooi he!
En daarbij hou ik heel erg veel van mijn zoon Sol, het meest.
Aukje Dekker schrijft voor mister Motley over haar project Stick or Twist. Twintig kunstkopers hebben ingestemd met de aankoop van een leeg canvas van Aukje Dekker waarop in fases een kunstwerk zal onstaan. Lees de andere artikelen hier. Of bezoek de website van Stick or Twist.