Atelierbezoek: Jacquie Maria Wessels
De foto als een beeld dat er nog niet is
Jacquie Maria Wessels (1959) is een fotograaf met een internationale tentoonstellingspraktijk die wordt vertegenwoordigd door Galerie Baudelaire in Antwerpen. Haar werk wordt vaak getoond in de wereld van instellingen voor fotografie en op internationale fotofestivals maar ook in musea voor beeldende kunst en stadshistorie. Haar werk is gewijd aan onderwerpen die ze in verschillende landen onderzoekt en die in de samenhang van de fotografische taal die ze hanteert overtuigend worden verbeeld.
Jacquie Maria Wessels werd geboren in Vlaardingen en verhuisde later naar Breda waar ze haar middelbareschooltijd doorbracht. Ze volgde er modeltekenlessen en een cursus super 8 film bij Teun Hocks (1947) aan wie momenteel een mooie tentoonstelling is gewijd in Stedelijk Museum Breda. Ze maakte in haar jeugd al filmpjes en op de middelbare school behoorde tekenen tot haar vakkenpakket. Ze ging daarna studeren aan Sint Lucas, een MTS in Boxtel. Ze verhuisde in die tijd naar Amsterdam, waar ze zeven keer binnen een jaar verhuisde. Na de opleiding in Boxtel huurde ze een huis in Brussel en assisteerde daar een fotograaf. Uiteindelijk vond ze toch een permanente woning in Amsterdam en bezocht ze de afdeling Audiovisueel van de Vrije Academie in Den Haag die toen onder leiding van filmmaker Frans Zwartjes (1927-2017) stond. Ze leerde er kleurenfoto’s afdrukken en ze bouwde thuis haar eigen doka. Na die praktijkervaring ging ze de opleiding fotografie doen aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam, waar ze in 1990 afstudeerde. Ze had het daar naar haar zin, omdat ze haar eigen gang kon gaan en ze haar interesse voor het tekenen ook aandacht kon geven. Ze studeerde zowel af in het tekenen als de fotografie. Nog altijd is er een wisselwerking tussen die twee disciplines. Later – in de periode 2004-2007 – zou ze nog sociale psychologie gaan studeren aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Jacquie Maria Wessels geeft er altijd blijk van dat ze met haar foto’s niet enkel een documentair beeld maakt, maar dat ze een beeldende interpretatie geeft van menselijke verhoudingen die haar fascineren. Ze doet dat vanuit de intentie om haar onderwerpen positief te benaderen. Het gaat er haar om wat mensen er in de gegeven omstandigheden van maken en hoe eigenzinnig of opmerkelijk ze daarin zijn.
Al tijdens haar studie aan de Rietveld Academie en meteen daarna ontstond er belangstelling voor haar werk en kreeg ze opdrachten die haar in staat stelden als fotograaf een duidelijke identiteit te ontwikkelen. Die bestaat eruit dat ze nooit voor een voor de hand liggen format kiest. Op de academie kreeg ze het idee om op de Amsterdamse beurs te gaan fotograferen, op de beursvloer zelf te midden van de handelaren. Dat was een ongebruikelijke vraag. Met een donkerblauw pakje aan, een keurig kapsel en zonder gebruik te kunnen maken van een flitser was ze welkom op de vloer waardoor ze van heel dichtbij een serie kon maken over de dynamiek tussen de mensen op de beurs.
Het gaat er haar om wat mensen er in de gegeven omstandigheden van maken en hoe eigenzinnig of opmerkelijk ze daarin zijn.
Gezichtsblindheid is voor een fotograaf niet bepaald handig, maar Jacquie Maria Wessels heeft die aandoening. Mensen met prosopagnosia herkennen soms zelfs in de spiegel hun eigen gezicht niet. Zoals wel vaker bij kunstenaars het geval is, heeft Wessels van haar beperking haar kracht gemaakt. Zij herkent mensen aan hun motoriek, stem, houding en dergelijke en benadert het fotograferen van mensen daardoor op een ongebruikelijke manier.
Een van haar eerste professionele opdrachten in 1994 was een serie foto’s over mensen die eten in openbare ruimte, waarbij ze zich richtte op de sociale context. Op niet één foto zie je iemand iets eten. Iemand die met open mond een hap van iets neemt, vond ze niet interessant. De serie ‘Eating in Public Spaces’, die deels werd gepubliceerd in NRC Handelsblad en gepresenteerd in het Amsterdam Historisch Museum, voerde ze uit in opdracht van het Amsterdams Fonds voor de Kunst en het Gemeentearchief van Amsterdam. Opvallend aan de foto’s is dat het eigenlijke onderwerp zo terloops in beeld is gebracht. Je ziet vooral mensen die in situaties waarin voedsel wordt aangeboden met de omgeving of met elkaar een interactie aangaan. Een opmerkelijke kwaliteit van haar foto’s is dan al het kleurgebruik, een schilderachtig coloriet dat ze een vrijwel transparant karakter geeft. De foto’s maken daardoor geen ingekleurde indruk en ze lijken niet van buitenaf maar van binnenuit te zijn belicht. Ze schijnen door. Dat levert kwetsbare beelden op van mensen die in hun waarde worden gelaten en daardoor een delicaat voorkomen krijgen.
Jacquie Maria Wessels fotografeert met een analoge camera en heeft lang haar eigen (kleuren)foto’s afgedrukt. Dat geeft haar werk een noodzakelijkheid die in het tijdperk van de digitale fotografie, zeker als het om sociale onderwerpen gaat, minder vanzelfsprekend is geworden. Wie een filmrol in een camera draait, weet dat er maar beperkt kan worden gefotografeerd. Je moet duidelijke keuzes maken en goed kunnen aanvoelen wat een foto zou kunnen zijn die er werkelijk toe doet. Daardoor is iedere foto van haar vrij van de inwisselbaarheid die de fotografie op sociale netwerken vandaag de dag zo kenmerkt. Iedereen fotografeert overal hetzelfde. Jacquie Maria Wessels ziet en fotografeert overal iets anders.
De foto’s maken daardoor geen ingekleurde indruk en ze lijken niet van buitenaf maar van binnenuit te zijn belicht. Ze schijnen door.
Ze beschouwt fotografie niet als een middel om iets vast te leggen, maar als een mogelijkheid om een beeld te maken dat er nog niet is. Ze ziet pas wat het is, als de foto is gemaakt, in het beeld zelf. Een goed voorbeeld daarvan is haar serie ‘Memory Master’ die ze al in 1988 begon en nu nog loopt. Het zijn vooral foto’s van landschappen of stadsgezichten die eigenlijk niet iets in herinnering brengen, maar vanuit de herinnering een daaraan gerelateerd beeld voortbrengen. Het is in deze foto’s niet zozeer het geheugen dat tot je spreekt. Eerder roept het beeld een reminiscentie op aan hoe iets kan zijn. Het zijn nabeelden en bijbeelden van ervaringen die je hebt ondergaan.
Tussen 1997 en 2000 werkte Jacquie Maria Wessels aan een fotografieopdracht van de provincie Noord-Holland gewijd aan de manier waarop mensen wonen. Ze koos niet voor afbeeldingen van mensen in hun interieur, maar portretteerde de mensen en maakte daarnaast foto’s van hun woonomgeving, zowel binnen als buiten hun woning en combineerde die beelden in grote samengestelde collages, de serie ‘Living Spaces’.
Naast haar opdrachten maakt Jacquie Maria Wessels vrij werk op reizen door de onder meer de Verenigde Staten, Marokko, Kaapverdië, Curaçao, Cuba en Brazilië waar ze mensen in hun huis fotografeert en ‘Living Spaces’ verder vervolgt. In Cuba en de Verenigde Staten fotografeerde ze ook op straat. Je zou dat – met haar universitaire studie in gedachten – sociaalpsychologische portretten kunnen noemen. De foto’s zijn heel precies, maar vellen geen oordeel. Het zijn confrontaties met mensen die ze tegemoet treedt zonder verwachting of sentiment. Uit deze foto’s spreekt vooral een oprechte belangstelling voor de wereld die buiten haar om bestaat waarmee ze in haar beelden een verhouding zoekt. Het zijn ontmoetingen met onbekende mensen die in haar foto’s bekenden worden.
Jacquie Maria Wessels maakte veel indruk met haar serie ‘The Birdmen’ in combinatie met ‘Cityscapes’. In ‘The Birdmen’ toont ze Surinaamse mannen, zowel gefotografeerd in Nederland als in Suriname, die fanatiek deelnemen aan wedstrijden met gekooide zangvogeltjes. Hun masculiene houding en gedrag vormen een bijzonder contrast met de zorg en toewijding waarmee ze hun vogeltjes omringen. Een onderliggend thema is de samenkomst van de mannen die allemaal een andere culturele achtergrond hebben. In Suriname leven Hindoestanen, Creolen, Marrons, Javanen, Chinezen, Joden, Europeanen, Libanezen, Brazilianen en de inheemse bevolking, en in hun gedeelde liefde voor de zangvogeltjes ziet Wessels een sublimatie van de manier waarop Surinamers in hun diversiteit goed samenleven. De mannen nemen met hun gekooide vogels deel aan zangvogelwedstrijden. Het komt erop aan dat de vogel zo op zijn gemak is dat hij het beste van zijn kunnen laat horen. Daarom nemen de mannen de vogels overal mee naartoe zelfs op de brommer, of in de bus, naar het werk of het café. Het is in Suriname een volkssport waarbij vreedzaam wordt gestreden om de hoofdprijs voor de beste zangvogel.
Naast vogelmannen plaatste ze ‘Cityscapes’, Surinaamse stadsgezichten waarin geschilderde reclameborden (muurschilderingen)de boventoon voeren – een combinatie van naïeve schilderkunst en unverfroren bedrijvigheid. Deze samenhangende series werden in 2017 getoond in het Surinaams Museum in Paramaribo en daarna in de Bijlmer bij gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van dit veelbesproken stadsdeel in Amsterdam-Zuidoost. Het project bestond uit een expositie van vijftig foto’s van twee bij twee meter in een fotoroute op verschillende buitenlocaties en een tentoonstelling in het Bijlmerparktheater. Het fotoboek ‘Cityscapes + Birdmen’ dat bij Voetnoot Publishers in Antwerpen verscheen werd internationaal bekroond.
Het zijn ontmoetingen met onbekende mensen die in haar foto’s bekenden worden.
De laatste jaren werkt Jacquie Wessels aan haar ‘Garage Stills’. Het zijn vrijwel abstracte, schilderachtige beelden van voorwerpen en situaties die ze aantreft in kleine, traditionele garages. Ze begon ermee toen haar autogarage in Amsterdam een nieuwe eigenaar kreeg die binnen korte tijd de efficiënte werkplaats veranderde in een chaotische ruimte waarin gereedschap, materialen, auto-onderdelen, meubilair, wandversiering en gebruiksvoorwerpen een ondoorgrondelijk stilleven met elkaar gingen vormen. Het zijn garages die meer en meer uit het straatbeeld verdwijnen. Deze werkplaatsen vormen een typische mannenwereld die je tot voor kort nog in alle uithoeken kon aantreffen. Wessels fotografeerde dan ook dergelijke garages in Nederland, Japan, Zuid-Afrika, Marokko, Sri Lanka, Cambodja, Turkije, Cuba, Italië en Polen. Een deel van de serie Garage Stills is opgenomen in de collectie van Huis Marseille.
Het zijn garages die meer en meer uit het straatbeeld verdwijnen.
Om er goede foto’s van te maken is het vaak noodzakelijk om de beeldelementen anders te arrangeren dan ze in werkelijkheid worden aangetroffen. Jacquie Maria Wessels wordt gemakshalve wel ingedeeld bij het genre van de ‘geënsceneerde fotografie’, maar ze staat zelf op het standpunt dat het maken van een foto altijd een bepaalde mate van enscenering behelst. Ze zegt daarover: “Als ik een foto maakt is een deel van het beeld dat me voor ogen staat er al en een ander deel eigen ik me toe. Iets wat niks lijkt, juist daar valt iets aan te beleven.” In die zin gaat er in de foto’s van Jacquie Maria Wessels een wereld open. Ze haalt iets van buiten naar binnen om het in haar optiek te bewerken en als een beeldend inzicht te presenteren.
De ‘Garage Stills’ waren o.a. eerder te zien in Museum Valkhof in Nijmegen, tijdens het Fotofestival in Braga, Portugal en in Galerie Baudelaire in Antwerpen. Van 22 tot met 25 maart 2019 worden ze door Galerie Baudelaire in een solo show gepresenteerd tijdens de Mia Photo Fair, the international photography en moving image art festival, in Milaan.
www.jacquiemariawessels.nl
www.galeriebaudelaire.be
www.miafair.it