Atelierbezoek: Frank van Ansem
Universele akkers uit Brabant.
De schilderijen van Frank van Ansem (1974) zijn bewerkte akkers. De verf is ondergeploegd in het onderwerp van zijn verbeelding. Zijn manier van werken is een combinatie van aarden en doorgronden. Zoals een boer het land bewerkt, zo schildert Van Ansem. Hij verbouwt een gewas, brengt een beeld tot wasdom, zaait korrels en poot scheuten, bemest en begiet wat tot stand komt en brengt het tot groei en bloei. Door zijn observaties en gedachten te ontaarden kan hij er verbeelding aan geven.
Zijn schilderijen komen voort uit de relatie die hij met zijn directe omgeving heeft. Frank van Ansem is opgegroeid in Bergeijk, een Brabants dorp in de Kempen op de grens met Vlaanderen. Tot zijn negende woonde hij aan een zandpad met aan de overkant van zijn huis een boerderij, koeien, weilanden en maisvelden. Hij is ontegenzeggelijk een Brabantse schilder. In die zin is hij verwant aan Brabantse kunstenaars als Leon Adriaans, JCJ Vanderheyden, René Daniëls, Ronald Zuurmond, Aaron van Erp en Vincent Dams voor wie verf een medium is dat de grond van hun bestaan een mentaal aanzien geeft. Niet alleen zijn afkomst maar ook zijn onderwerpen, de verfbehandeling en het schilderen op jute benadrukken zijn Brabantse kunstenaarschap. Zijn werk gaat terug tot aan Van Gogh. Het kleurenpalet van ‘De aardappeleters’ is herkenbaar in zijn schilderijen. Hij werkt veel met aardetinten, groenen, bruinen (Van Dijck bruin), paars en oranje als contrastkleur. De directe rauwheid waarmee wordt gewerkt, wordt gecompenseerd door een diep graven in zichzelf om innerlijke ervaringen zichtbaar te maken.
Een recent schilderij laat dat op klassieke wijze zien: dit is de essentie van wat schilderkunst vermag. Het schilderij is een nocturne. In een onbestemd nachtelijk landschap, doemt vlammend een kermiscarrousel op die het aanzien heeft van een bijna gesloten voorhang, waardoor je een atmosfeer wordt ingezogen die je zowel te gronde kan richten als een euforie laat beleven, wat waarschijnlijk dan de euforie van het te gronde gaan is. Het schilderij van de draaimolen verbeeldt het fatale feest van de teloorgang waaraan de mens is uitgeleverd.
Frank heeft na het overlijden van zijn moeder drie jaar geleden – ze kwam om bij een woningbrand – een tijd lang niet geschilderd, omdat hij in zijn verbeelding niet kon duiden wat dat verlies voor hem betekende. Schilderen was zeker geen bevrijding van die onmacht. Het kwam erop aan zijn onmacht te schilderen.
Daar vindt hij pas na verloop van tijd de middelen voor. Na tien maanden niet te hebben geschilderd komt hij op de markt drie soorten jute tegen. Na wat verfproefjes te hebben gedaan, kiest hij een grofmazig jute met een open raster. Het levert hem de bijna transparante ondergrond op om door zichzelf heen te kunnen kijken. Een nieuwe fysieke werkelijkheid van het schilderij zelf is daarmee geboren. Ook zijn manier van schilderen verandert, wordt vetter, de verf wordt modder. De haartjes van het grove jute klitten samen, waardoor de doeken soms lijken te vibreren.
De schilderijen laten zien dat hij zijn onderwerpen niet willekeurig kiest, maar dat hij wordt bevangen door dagelijkse voorvallen die in de verbeelding ervan op het doek betekenis krijgen. Als hij met zijn zoontje door het bos wandelt en deze eindeloos een grote dennenappel voor zich uit schopt, dan neemt Frank die dennenappel mee naar het atelier en vervolgens ontstaat er een schilderij van bijna gloeiende intensiteit waarop de dennenappel nog wel te herkennen valt, terwijl die in de verf is opgeladen met de energie waarin de betekenis van zijn liefde voor zijn zoon is vervat. Het is niet simpelweg zo dat hij het banale opwaardeert of het alledaagse verbijzondert. Hij schept schilderkunstige taferelen die de onderliggende betekenis van de verstandhouding tussen mensen, dieren en dingen zichtbaar maken. Een schilderij van een rol toiletpapier is geen statement om het onooglijke of het verwerpelijke te waarderen. Het gaat erom dat het schilderij iets tot stand brengt wat in de werkelijkheid geen geldigheid heeft. Frank van Ansem schildert de schoonheid van de kleine dingen om ons heen.
De vele kleine doeken van Frank van Ansem komen in de benadering van het bestaan overeen met de werkwijze die Philip Guston (1913-1980) hanteerde toen hij in 1966 radicaal brak met het abstract expressionisme en inruilde voor een persoonlijke vorm van rauwe figuratie. Guston begon ermee alle voorwerpen in zijn directe omgeving die voor hem persoonlijk betekenis hadden te schilderen in een reeks kleine doeken: een koffiemok, een schoen, een asbak, een sigaret, een raam, een lamp, een krukje enzovoort. Hij stelde een beeldindex samen om een schilderswereld mee te vullen; Van Ansem doet iets soortgelijks met de betekenisvolle aspecten uit zijn directe omgeving.
Naast de figuratieve schilderijen is zijn schilderopvatting goed af lezen aan zijn abstract aandoende werk van kleurrijke composities opgebouwd uit vierkanten die zijn gebaseerd op de vloertegel tapijten in de gang van zijn woning. In die schilderijen is hij erop uit iedere consequentie te doorbreken. Het is opvallend dat zijn doeken zelf geen vierkant formaat hebben en dat vrijwel iedere associatie met een tegelvloer schilderend teniet is gedaan in de aandacht voor verf, textuur, vorm- en kleurverhouding.
Frank van Ansem zet de kunst in om door zijn leven te navigeren. Er bestaat geen landkaart van, maar met zijn schilderijen schept hij een plattegrond van het gebied dat hij achter laat en het terrein dat hij nog gaat betreden. Een klein schilderij van een ronde kraan in een waterleidingbuis laat daarmee zien dat er onderhuidse stromen zijn die op uitbarsten staan en die binnen zijn schilderkunst worden gereguleerd. Het is een kraan die zichtbaar is in het toilet van de voormalige school in Eindhoven waar zijn atelier zich bevindt. De geschiedenis van het gebouw herbergt meer dan de geschilderde verbeelding kan bevatten, die tegelijkertijd iets laat zien waarvan niemand nog weet van heeft. Een schilderij spit de tijd om.
Werk van Frank van Ansem is te zien tijdens het ‘Seasoning’-programma van United Cowboys in het Art House in Eindhoven op 15 en 16 december 2017 waar hij met de Japanse kunstenaar Mineo Kuroda een duopresentatie verzorgt. Zie: www.unitedcowboys.net