Atelierbezoek: Anne Verhoijsen – ‘Stop met alles. Teken!’
Alex de Vries ging op atelierbezoek bij Anne Verhoijsen.
De wandeling van station Weesp naar het atelier in de woonark van Anne Verhoijsen aan de Vecht richting Muiden duurt een twintig minuten en is toch een wereldreis. Zo gauw je aan boord gaat, zijn plaats en tijd vergeten. Je drijft op stilstaand water en wordt meegevoerd door de gedachtestroom van Anne Verhoijsen die daar nu bijna twee jaar woont en werkt. Zij is een kunstenaar die vaart op wat ze niet kan. Ze was begin veertig toen ze tekenles nam, ervan overtuigd dat ze er niets van kon. Ze had een idee in haar hoofd hoe er getekend moest worden en dat was niet hoe ze zelf tekende. Ze was opgevoed in de overtuiging dat een tekening maken iets anders was dan wat zij deed. Totdat haar vriendin Nan Hoover tegen haar zei: “Stop everything. Draw!”
Nan Hoover heeft gelijk. Om ergens daadwerkelijk mee te beginnen, moet je eerst met iets stoppen. Zo is Anne Verhoijsen met veel dingen gestopt om aan iets anders te beginnen, totdat ze uiteindelijk beeldend kunstenaar werd. Als zodanig kan ze steeds met reden aan iets anders beginnen als een voortzetting van wat ze al doet. Ze is daarin geslaagd door zich te realiseren dat haar zelfstandige voornemens altijd voortkomen uit een daad van vrijheid verwerven.
De eerste keer dat ze dat deed, was toen ze op de mulo in Asten zat en dagelijks op en neer fietste naar Someren waar ze woonde.
“Mijn vader wilde me niet verder laten leren. De mulo dat kon nog, maar daarna was het wel afgelopen. Op een dag stopte ik onderweg van school naar huis bij een paar werklui en vroeg wat ze aan het doen waren. Ze gingen een zwembad bouwen. Toen dat er eenmaal was ging ik elke dag zwemmen. Mijn huiswerk maakte ik niet meer. Nu kan ik hier vanaf mijn woonark dagelijks het water in. Die vrijheid heb ik verworven.”
Los van het ouderlijk huis ging Anne Verhoijsen toch verder studeren: “Ik ben opgevoed met het idee dat je mag bestaan als je anderen hulp verleent. Ik ben in de periode 1975-1979 naar de sociale academie gegaan en ik ben uiteindelijk psychotherapeut geworden, maar aan mezelf kwam ik nauwelijks toe. Ik was vooral dienstbaar aan anderen. Ik ben ook yogadocent. Ik wil waardevol zijn door anderen blij te maken. Maar na verloop van tijd begon ik ook voor mezelf te schilderen. Op een dag had ik een schilderij gemaakt van een vrouw met één borst, waarna ik ziek werd waarvan eerst werd gedacht dat het borstkanker was, maar na een tijd met veel ziekenhuisbezoeken en een second opinion bleek dat toch anders te liggen. Daar kwam nog bij dat ik sinds mijn zesentwintigste aan alopecia ariata leed, een auto-immuunziekte waarbij ik mijn haar verloor.”
Anne Verhoijsen verzette zich tegen de verwachtingen die ze van huis uit werd geacht na te streven. De rolpatronen die maatschappelijk de boventoon voeren, zeker als het gaat om vrouwelijke en mannelijke stereotypen, heeft ze altijd op allerlei manieren bevraagd.
Zo liet ze vier mannen in de performance ‘Splitzij’ een tafelkleed borduren. De video die ze maakte van het langdurige werkproces is van een ontroerende onschuld waarin het gekende vrouwelijk handwerk door masculiene ontvankelijkheid wordt ontmaskerd. De manier waarop Anne Verhoijsen mannen de beginselen van de kruissteek bijbrengt – ‘ieder kruisje heeft een hartje’ – maakt in tastbare zin duidelijk hoe de inhoud zich verstaat met de vorm, hoe vrijheid zich verhoudt tot opgelegde patronen. Dit borduurwerk heeft ze in de jaren daarna in allerlei variaties in installaties, performances en manifestaties nader uitgewerkt.
Inmiddels heeft Anne Verhoijsen weer haar en de verwarrende ziekenhuisopnames liggen achter haar. Een van de eerste grote projecten die ze deed, na het behalen in 2002 van haar master Autonome Kunst aan het Sandberg Instituut, was een herneming van het Bijbelverhaal Genesis.
Ze nam de betekenis van de geschiedenis van Eva en de appel als uitgangspunt voor het voeren van gesprekken met vrouwen uit verschillende landen en culturen en met uiteenlopende achtergronden. Het universele verhaal van de vrouw die van de verboden vrucht eet, kent tal van versies en interpretaties. Ze maakte er, naast een reeks performances, de video ‘Visions of Paradise’ over, waaraan ze in 2006 begon en die in 2008 in première ging. De mensen in de film vertellen wat het Bijbelverhaal voor hun betekent; ze gaan erin mee, zetten zich ertegen af, nemen het letterlijk of zien het symbolisch.
Zo’n brede aanpak van een onderwerp met als uitgangspunt een universeel verhaal en de betekenis ervan voor uiteenlopende mensen is typerend voor het werk van Anne Verhoijsen. Ze neemt niet zozeer zichzelf als ijkpunt voor de inhoud van haar werk, maar gaat na hoe haar persoonlijke beleving van waarden die haar zijn ingeprent kunnen worden genuanceerd door zich met anderen te verstaan.
Voor iemand die na haar vijftigste professioneel beeldend kunstenaar is geworden, is haar werk verrassend vanzelfsprekend en tegelijkertijd vanzelfsprekend verrassend. Ze maakt bewuste keuzes voor onderwerpen die een persoonlijke oorsprong hebben die ze in een breder kader uitdiept en in samenspraak met anderen uitwerkt. Het uitgangspunt daarbij is het verwerven van een vorm van innerlijke vrijheid gevoed door ideeën, dromen, een zienswijze en de noodzaak die over te dragen. Met het maken van haar werk legt ze altijd een weg af om samen met anderen ergens uit te komen. Vorig jaar maakte ze in het Europees Keramische Werk Centrum daarover een metaforisch werk in de vorm van een geglazuurd vliegtuig van aardewerk. Uitgangspunt voor dat miniatuur vliegtuig was de onmogelijkheid om fysiek te reizen tijdens de coronapandemie. Anne Verhoijsen nam de gelegenheid te baat om een reis door haar hoofd te maken, een tocht door haar gedachten. Die zijn gesymboliseerd door afbeeldingen van uiteenlopende postzegels uit haar eigen verzameling aan te brengen op het staartstuk van het vliegtuig, als kleine schilderijtjes van andere gebieden.
Het kunstenaarschap is voor Anne Verhoijsen een zelfgemaakte ladder om bij de dingen te kunnen die haar eerder werden onthouden. Het is de vliegtuigtrap om aan boord te gaan voor een reis die haar brengt waar haar verlangen naar uitgaat.
In haar tekeningen geeft ze op een directe, overtuigende manier aan welke druk zij zich ontworstelt om zichzelf te kunnen zijn. Tot op de dag van vandaag tekent ze in de veronderstelling dat herkenbaar naar de werkelijkheid tekenen een vaardigheid is waarvan de buitenwereld verlangt dat een kunstenaar die beheerst. Zij doet dat niet en geeft toe aan haar vermogen om op haar eigen manier te tekenen. Ze doet dat met een ongewone virtuositeit en handigheid, direct en eenvoudig van uitvoering, maar complex en omzichtig in de voorstelling.
In twintig jaar tijd heeft Anne Verhoijsen tientallen, omvangrijke werken gemaakt die nooit op zichzelf staan. Er is een sterke samenhang tussen de projecten die ze realiseert. Ze laat ermee zien hoe ze is gevormd zoals in het kunstenaarsboek ‘Reisgenoten’ uit 2011 waarin ze op iedere pagina een boek leest dat van betekenis voor haar is, van ‘Het groot sprookjesboek’ tot ‘Let’s Take Back Our Space – “Female” and “Male” Body Language as a Result of Patriarchal Stuctures’ van Marianne Wex. Ze vroeg Leo Vroman om voor deze publicatie een gedicht te schrijven, de enige tekst in het boek:
KLEINE EEUWIGHEID
Tussen mijn eind en mijn begin
daar ligt mijn kleine eeuwigheid.
Daar leef ik lekker binnenin.
Daar buiten bestaat geen tijd.
Het werk van Anne Verhoijsen is nooit bitter of rancuneus ten aanzien van haar persoonlijke geschiedenis. Het gaat altijd aan verwijten voorbij. Ze verwerkt haar persoonlijke ervaringen in een vruchtbaar proces van uiteenzetting, bewustwording, genoegdoening en openhartigheid. Ze getuigt van haar aanwezigheid. Ze zit aan de rand van de wereld en overdenkt wie ze is. Ze is er gewoon.