This Art Fair 2015
In de Beurs van Berlage is gisteren This Art Fair geopend. Klinkt als een nieuwe beurs onder de beurzen, maar het is de tien jaar oude Art in Redlight in een nieuwe jas gestoken voor de toekomst. Dat helpt, want het geheel ziet er frisser uit. De opzet is onveranderd gebleven: de beurs kenmerkt zich door een mix van 21 galeries en ruim zestig kunstenaars die zichzelf vertegenwoordigen.
Dat laatste is een prettige toevoeging, want de kunstenaars staan veelal bij hun werk in de startblokken je er iets over te vertellen. ‘Een kleine driehonderd kunstenaars meldden zich aan voor de beurs waarna ons selectiecomité de selectie kunstenaars eruit pikten die we vandaag zien’ aldus Mette Samkalden, de nieuwe directeur van de beurs. Het is een kakelbonte mix aan diversiteit die soms heel mooi samengaat en soms pijn doet aan je ogen. Er valt iets te ontdekken.
Een selectie aan kunstwerken en gesprekken:
Bij het ophangen van de jassen klinken ondefinieerbare geluiden uit de rimboe: alsof de garderobe straks versmelt tussen de bananenbomen, kaketoes en bloedzuigers. Bij binnenkomst blijkt dit de geluidsinstallatie van Boris en Ymer te zijn. ‘Zonder achternamen in het artikel is oké, het klinkt wel goed zo: Boris en Ymer’, aldus de twee kunstenaars die naast hun werk ‘Cirkel Echo’ staan. Het zijn acht speakers met daaraan 32 grote lampen, opgesteld in een cirkel in de tussenruimte die de beursvloeren verbindt. ‘De Rimboe-ervaring komt doordat de speakers een droste-effect in geluid veroorzaken. Het geluid suist om je heen, waardoor je hersenen niet kunnen lokaliseren waar het wordt geproduceerd en je die ervaring van de jungle krijgt; waar je overal gekraai en getjilp hoort, maar niet weet of de vogel nou boven je zit, recht is, of links van je.’ In het midden van de cirkel staat een bongo drum waar een kind zich op uitleeft. Hij produceert de geluiden die naar de speakers worden gestuurd. Normaal zou zoveel geluid op een drukke beurs behoorlijk storend zijn, omdat je als bezoeker dan naast visueel overprikkeld te worden ook nog eens overal die bongo hoort, maar de cirkelopstelling zorgt ervoor dat het geluid ‘binnen’ blijft. In de cirkel word je omringd door een soort onzichtbaarheidsmantel die je door de desoriënterende ervaring uit de realiteit van de beurs trekt, daarbuiten verstompt al snel het junglegeluid en transformeert zich dit onopmerkzaam in het geroezemoes en geschuifel van de beursgangers.
Twee handen aan een wand worden gesierd door lange kunstnagels. Wie dichterbij komt ziet op de nagels een portret van een man in oranje gewaad. Het is James Wright Foley, een Amerikaanse freelance persfotograaf die twee jaar terug gevangen is genomen in Syrië.‘Hij werd op gruwelijke wijze onthoofd door leden van de IS’, vertelt kunstenares Marijn Ottenhof, die van een afstand naar de performance in haar installatie kijkt. Het feit dat ze enerzijds nail-art reclames en anderzijds schokkende nieuwsfeiten te zien krijgt op social media zoals Facebook, creëren bij haar een diep gewortelde angst. Samen gaan bovenstaande feiten een afschrikwekkende relatie aan. Eenzelfde soort ongemakkelijkheid ervaart Ottenhof bij middelen die juist een gevoel van veiligheid zouden moeten bieden, zoals de vliegtuigriemen die strak rondom een zwart object in haar installatie zijn gespannen. Ze geven haar een verontrustend en benauwend gevoel.
Midden in de installatie van Ottenhof staat een jong meisje met lang donker haar en een kobalt blauw mantelpak. Ze staat binnenin een constructie van staal en staart je aan vanachter een dubbelzijdige spiegel die aan een van de buizen hangt. Ze lacht zo lieflijk dat alleen het aanzien hiervan al een ongemakkelijk gevoel geeft. Wanneer je haar vragen stelt praat ze terug met een hoog afwachtend stemmetje, af en toe neemt ze een paar stappen buiten de installatie; haar comfort zone. Het meisje ziet eruit alsof ze er geboren is en thuis hoort in het geheel: haar aanwezigheid heeft ook iets kwetsbaars en vervreemdends. Deze ongemakkelijke sfeer is precies wat Ottenhof wilt bereiken. ‘Ik zie aan de reacties van mensen dat ze in eerste instantie geïnteresseerd zijn, maar uit ongemakkelijkheid daarna zo snel mogelijk weglopen.’.
Jordy Koevoets breekt de maatschappij open en legt onderwerpen bloot die onze samenleving voor een groot deel definiëren: consumentisme, oppervlakkigheid en seks. Danielle Lemaire, de vrouw van zijn voormalige kunstdocent, deelt met hem een stand en toont voornamelijk schilderijen die intiem en uitgebalanceerd aandoen. Een verrassende clash waarin een balans is gevonden tussen vredigheid en luidruchtigheid is het resultaat. De grotendeels kaalgeschoren schedel van Koevoets verbergt niet zijn twijfelachtige, haast beschaamde manier van spreken over de taboes die hij aankaart in zijn kunstwerken. De Action is een inspiratie voor Koevoets: ‘Ik zou er een boek over kunnen schrijven. Bij het maken van mijn kunstwerken incorporeer ik objecten die er te koop zijn. Alle producten van de Action worden als mooi beschouwd door de kopers, maar vallen wanneer je thuis komt al uit elkaar.’
Naast hem staat één van zijn kunstwerken. Een hardroze, met glitters en diamanten beplakte Kalashnikov, waarop het gouden woord ‘DIVA’ schittert, siert een houten constructie waarop in zwarte letters de tekst ‘Wir sind alle krank’ is geschilderd. Aan de voorzijde staat naast een voetpompje een karton met de tekst ‘3 keer pompen voor tien euro’. Wie deze mogelijkheid aangrijpt zet een feesttoeter in het kruis van een door de Playboy gefotografeerde naakte vrouw in gang. Aan de rechthand van de toeschouwer hangt Wc-papier, ‘Mannen kunnen hiermee hun geslachtsdeel afvegen als ze klaar zijn.’
Wanneer kunstenaar Ben Manusama de vraagt beantwoordt wie hij heeft geschilderd zegt hij: ‘Het zijn mijn broeders en zusters, voorvaderen en vrienden, hartverwanten en afstammelingen. Ik toon veertien portretten van melanistische volken’ (Melanesië is samen met Polynesië en Micronesië een van de drie grote eilandengroepen in de Grote of Stille Oceaan die samen Oceanië vormen. Het is gelegen ten noorden tot noordoosten van Australië. –red.). ‘Kunst uit die streek is meestal folkloristisch of propagandistisch. Ik toon de getordeerde zielen van het volk in mijn portretten en voel me verbonden met hun, omdat onze voorgeschiedenis van hetzelfde laken een pak is. Deze mensen missen een gezicht, dat is ze afgenomen tijdens de kolonisatie van hun land. Daarom gebruik ik voornamelijk foto’s uit de jaren ’30.’
De serie heet The Mission Bell. ‘Niet om met een vinger naar de zendelingen te wijzen, ondanks dat de titel daar natuurlijk wel aan refereert, maar om aan te geven dat er nog een behoorlijke missie voor de wereld ligt deze landen weer te repareren.’ De schilderstijl lijkt op die van Luc Tuymans en Marlene Dumas. ‘Dat klopt, ik ben van hun generatie en schilder parallel aan hun ontwikkeling. Onze paden kruisen vaak en toen Dumas met blauw, grijs en water ging schilderen deed ik dat al jaren. Dat zij er nu miljoenen mee verdient en ik hier sta maakt mij niet zuur (lacht hard). We hebben dezelfde thematiek en eenzelfde soort doel: betekenis leggen op plekken waar de ziel verloren is gegaan. Ik zie het als vereniging van krachten en voel me zodoende altijd met Dumas verbonden.’
This Art Fair is tot 3-1-2016 te bezoeken in de Beurs van Berlage.