Moord in de kunsten. Brand in de rechtsstaat. In gesprek met Jan Rosseel
De moorden an sich zijn volgens Jan niet het onderwerp. Hij belicht het falen van justitie.
In het programma Geestverwanten van AVROTROS, VondelCS en Mister Motley wordt Rosseel gekoppeld aan Caravaggio, in een avond over moord in de kunst. Beide kunstenaars tonen ons de rimpels in het gezicht van heiligen of machthebbers. Caravaggio, de Italiaanse barokschilder uit de 17e eeuw die zelf een moord pleegde, werd vaak van geweldsverheerlijking beticht. Rosseel is volgens hemzelf ‘een potentiële moordenaar, zoals iedereen dat is.’ Die zin is in mijn hoofd blijven rondspoken sinds ik hem sprak. Zijn we dat?
Met de jaarwisseling denk ik weer aan hem wanneer we aftellen op mijn balkon. Drie! Twee! Eén! Binnen enkele seconden heeft de politie met piepende banden en blaffende honden het hele plein omsingeld. De agenten blaffen harder dan hun honden. ‘Restez pas ici! Ga terug!’
Moest ik erop vertrouwen dat dit circus van geweld was ontstaan voor onze veiligheid? Wie is eigenlijk de wij in zo’n verdeelde stad als Brussel? Jan Rosseel is zo’n kunstenaar die die gevoeligheid als geen ander hanteert. Op dit moment woont hij weer in Brussel en ik weet zeker dat Caravaggio hier ook had gewoond in 2020.
Annelein Pompe: ‘Geestverwant van Caravaggio, wat vind je daarvan?’
Jan Rosseel: ‘Het is een hele eer en ik heb altijd wel affiniteit met hem gehad maar ik zou het zelf niet zo stellen. Ik zou het te pretentieus vinden. Caravaggio is toch wel een ander level. In sommige werken van me, zoals Belgische Herfst, het boek over de Bende van Nijvel zie ik het wel terugkomen in het lichtgebruik. De clair-obscur en het licht dat maar van een kant komt. Het is relatief simpel licht, eigenlijk. In recenter werk zie ik het niet.’
‘De Bende van Nijvel is een tot op heden onopgeloste zaak. Zijn al die verdachten op vrije voeten?’
‘Ja. Drie weken geleden kreeg ik een uitnodiging voor een gesloten bijeenkomst van een voormalig politie-onderzoeker met een nieuwe theorie. Hij zegt dat hij precies weet wie de daders zijn. Ik ben naar de bijeenkomst gegaan maar ik ben toch van het principe dat ik bewijs wil zien dat goed onderbouwd is. Zijn theorie was overigens dat het gewoon criminelen waren zonder groter idee, zonder samenzwering.’
Twee weken geleden is een van de mogelijke daders overleden. Agenten zijn incognito naar zijn begrafenis gegaan om te kijken wie er op afkwamen.
Een paar dagen voor oud en nieuw spreek ik af met Jan Rosseel. Verrassend vrolijk figuur, deze Belgische fotograaf die twaalf jaar in Nederland woonde en in Den Haag afstudeerde met het project Belgische Herfst. Hij maakte een boek over de Bende van Nijvel, een tot op heden onbekende groep criminelen die begin jaren tachtig supermarkten overviel waarbij achtentwintig mensen werden vermoord en zeker veertig mensen werden verwond.
Maar ik ben toch van het principe dat ik bewijs wil zien dat goed onderbouwd is.
‘Ik wil met je praten over het project Belgische herfst waarin je o.a. beeld maakt over het falen van justitie in relatie tot de Bende. Wat kan ik me daarbij voorstellen?’
‘Deze zaak leeft in België vooral vanwege de politieke implicaties. Het taalprobleem is daarin bijvoorbeeld heel pijnlijk geweest omdat het dossier van Vlaanderen naar Wallonië is verhuisd. Toen heeft het meer dan twee jaar vertraging opgelopen puur omdat de stukken niet zijn vertaald. Hoe kan dit? Zeker over een zaak met zo’n profiel, het is geen simpele winkeldiefstal. Dat is België.’
‘Is het ook de administratie zelf die heel gewelddadig kan zijn door de gebrekkigheid en systematiek?’
‘Ja vooral door bepaalde acties die zijn genomen. Er is een samenzweringstheorie dat de politie ermee te maken heeft omdat bepaalde bewijsstukken zijn verdwenen. Een vluchtauto bijvoorbeeld. Je moet echt je best doen om dat te doen verdwijnen. Kijk, een sigarettenpeuk dat kan gebeuren, maar hoe raak je een auto kwijt? Dat was een administratieve fout. Dat is gewelddadig naar de slachtoffers en de rechtsstaat.
Brussel is een stad met negentien gemeenten en zes politiezones en die communiceren onderling niet. In de zaak van de Bende van Nijvel gebeurde dat ook niet. Kantoor x communiceerde niet met kantoor y.’
Kijk, een sigarettenpeuk dat kan gebeuren, maar hoe raak je een auto kwijt?
‘Waarom niet?’
‘Haantjesgedrag. Ze wilden geen informatie doorspelen zodat ze zelf met de eer konden weglopen.’
‘Er bestaan veel samenzweringstheorieën over de Bende van Nijvel. Hoe verhoud je je vandaag tot andere huidige samenzweringstheorieën?’
‘Ja je hebt er veel. Zoals die over de aanslag op het WTC. Sommige van die theorieën zijn plausibel maar je moet natuurlijk bewijs hebben.’
‘Over de bende van Nijvel zegt men nu dat het bijna zeker is dat ze toch echt door de overheid is gestuurd om angst te zaaien en zo rechtse stemmen te kunnen binnenhalen.’
‘Op zich is die theorie ook plausibel. Er is een bepaalde tactiek tijdens die overvallen gebruikt die alleen bij de elite van politie wordt getraind. Dat is een tactiek waarbij je heel offensief opereert. Practical shooting.
‘Heb je het koud?’
‘Misschien omdat je zulke enge verhalen vertelt.’
Ik zet de verwarming aan. Waar waren we?
‘Practical shooting.’
‘Juist. Normaal opereert de politie dus defensief. Maar in dit geval kom je binnen en je maait gewoon iedereen neer die beweegt. Ja je hebt zoveel theorieën over De Bende van Nijvel.
Een heel bekende samenzweringstheorie in België in verband tot de Bende was de theorie van de zogenaamde Roze Balletten. De Roze Balletten is een benaming voor seksfuiven in België. Er was een nachtclub en daar zijn stiekem video’s gemaakt van worstelwedstrijden met naakte vrouwen die in een bad met confituur zouden worstelen. En het gerucht ging dat de koning ook kwam. De eigenaar zou video’s gemaakt hebben en dat gebruikt hebben als chantagemiddel, om justitie het zwijgen op te leggen. Maar die theorie is vrij snel van tafel geveegd.
Dus ja als fenomeen wel interessant maar vooral omdat ik geïnteresseerd ben in de werking van het geheugen. Dat is een rode draad in mijn werk. Hoe mensen verhalen vertellen.’
Dat is een rode draad in mijn werk. Hoe mensen verhalen vertellen.
‘Welk verhaal houdt je het meest bezig?’
Ik ben nu eigenlijk bezig met een heel mooi verhaal. Het gaat over de industrie van de angst en hoe dat tot ridicule surreële dingen kan leiden.’
‘Vertel.’
Dit verhaal gaat over een aantal “entrepreneurs” (rolt met zijn ogen) in Engeland, die het briljante idee hadden om nep bommendetectoren te verkopen aan echt officiële instanties, o.a. aan het leger van Irak en ook aan het Belgische leger. Hilarisch. Die bommendetectors zijn golfbaldetectors, die niet eens werken om golfballen te detecteren. Ze hebben daar heel fancy koffertjes voor gemaakt. Flyers en alles! Als je het ziet, het is belachelijk. Gewoon een soort kinderspeelgoed.
Ze zijn effectief gebruikt in Irak door Irakese overheid. Het is heel grappig, ik heb zo’n ding gekocht en daar zit een VHS (fronst) cassette bij, een soort gebruiksaanwijzing. Die mensen hebben daar miljoenen mee verdiend. Ze zijn ergens ook slim want ze zien in dat er veel geld te verdienen valt met angst of met veiligheid. Levensgevaarlijk want er zijn best wel wat mensen door gestorven omdat ze dachten veilig te zijn. Later is het ook nog verkocht als een soort detector voor Ebola.’
‘Je was tien jaar oud toen het Roemeense dictatorskoppel Helena en Nicolae Ceaușescu, op eerste kerstdag 1989 werden geëxecuteerd. Het is een van je eerste jeugdherinneringen en ook daar heb je werk over gemaakt. Back-upis een expositie waarin je naar eigen zeggen ‘confabuleert’ over die situatie. Vertel ons over de kunst van het fabuleren.’
‘Bij het confabuleren vul je gaten in je geheugen op. Dat hoeft niet altijd met die bewuste intentie te zijn, dus dat kan ook gewoon omdat je het niet weet. Het is ook een medische term die gebruikt wordt voor mensen met het Korsakovsyndroom. Zij weten vaak niet dat ze een nieuwe waarheid creëren door gebeurtenissen aan elkaar te koppelen. Niet met de bedoeling om te liegen of om te verzinnen.
Bij fabuleren is het wel de intentie om een verhaal te verzinnen. Ik gebruik de term ‘confabuleren’ ook omdat die specifiek over het geheugen gaat in mijn werk.
In het geval van Ceaușescu: Ik heb heel weinig jeugdherinneringen maar die uitzending op tv van de executie van Helena en Nicolae Ceaușescu is er wel een. Ik dacht dat die zeer compleet was. Toen ik ging graven en onderzoeken kwam ik erachter dat er niet veel van klopte. Dat heb ik ook in beeld gebracht.’
Zij weten vaak niet dat ze een nieuwe waarheid creëren door gebeurtenissen aan elkaar te koppelen.
‘Zie je die herinnering van buitenaf of vanuit je hoofd?’
‘Ik zie het in mijn hoofd, dus niet vanuit een metapositie. De reden waarom ik daarin geïnteresseerd raakte is dat de meeste jeugdherinneringen die ik heb zijn aangepraat. Ik heb ze zelf niet actief. Het zijn passieve herinneringen, ingevuld door beeld. Video of foto in combinatie met verhalen. Daar ligt vaak een grens waar feit en fictie door elkaar kan lopen.’
‘Je hebt daarvoor een installatie gemaakt waar een geur uitkomt. Ik heb een filmpje bekeken van die opening en daar worden drankjes geserveerd en iedereen kletst gezellig en tussen de bedrijven door zie ik een dame tussen een oester en een glas cava langs jouw installatie lopen, terloops in die geurbal knijpen en het parfum van die dictator opsnuiven.’
‘Met herinneringen is het heel simpel: een beeld is eigenlijk een herinnering, maar daar zit een tussenstop in. Stel dat herinneringen een trein zijn, dan zijn beelden en geluid een stoptrein. Maar herinneringen die gelinkt zijn aan smaak en geur zijn directe treinen die direct naar je amygdala reizen.
Dat is heel mooi omschreven in À la recherche du temps perdu van Proust. De scene met de Madeleine. Zo is dat ook met geur. Mijn tentoonstelling over Ceaușescu ging over de persoonlijke en de collectieve herinneringen. Daarom had ik in dat werk de geur van een kerstboom en een gebraden biefstuk gedaan, maar ook van angstzweet. En dat angstzweet was in combinatie met de parfum van Helena Ceaușescu. Idealiter doe je dan eerst het angstzweet in het flesje en dan het parfum anders is de geur te heftig.’
Met herinneringen is het heel simpel: een beeld is eigenlijk een herinnering, maar daar zit een tussenstop in.
‘Het poëtische en het griezelige schuurde heel erg.’
‘Ik speel ook veel met de esthetiek van geweld. Dat kan op verschillende manieren. Met de abstractie ervan en ook met de referenties. We zien best wel veel geweld in verschillende media. De Duitse componist Karl Heinz Stockhausen heeft zichzelf destijds behoorlijk in de voet geschoten, hij had na de aanslag op de Twin-Towers gezegd dat dit het grootst mogelijke kunstwerk was dat ooit was gemaakt. Dat was hem niet in dank afgenomen en eigenlijk echt een ongelukkige uitspraak. Maar ik begrijp dat hij zoiets zegt.’
‘Heb je de film the Joker gezien? Ik werd niet goed van het geweld. Toch heb ik vrienden die dat een meesterwerk vinden drie keer achter elkaar naar de bioscoop zijn gegaan om te zien hoe mooi dat geweld was.’
‘Ik vind je vraag goed omdat die film met een groot deel te maken heeft met de mediatisering van geweld en hoe geweld ook tot op een bepaalde hoogte went. Dat is ook een van de redenen waarom ik het werk Digital Amnesia. On the aesthetics of violence heb gemaakt. Het is een vraag die al heel lang leeft. Moeten we het geweld verbeelden? Moeten we het tonen? Moet het zichtbaar zijn? Werkt het afstompend?’
Moeten we het geweld verbeelden? Moeten we het tonen? Moet het zichtbaar zijn? Werkt het afstompend?
‘Hoe kijk je naar sprookjesverhalen?’
‘Nu ga ik als een oude man klinken! Maar ik denk dat de sprookjes vroeger beter waren. Er is zeker een vertrutting van de sprookjes aan de orde. We verliezen een heel belangrijke functie van sprookjes door ze allemaal zo zoetsappig te maken. Angst en die griezelverhalen hebben een bepaalde sociale functie. Kinderen leren op deze manier ook hun emoties te kanaliseren.
Ik verzin zelf ook wel eens verhalen voor mijn dochter. Als ik geen zin heb om voor te lezen dan verzin ik iets ter plaatse. Mijn lievelingsverhaal is bijvoorbeeld Roodkapje en de landmijn. Dat is een heel kort verhaal.’
‘Je zegt vaak dat iets grappig is en dan vertel je me de allemaal gruwelijke dingen!
Waarom gaat humor en geweld goed samen? Omdat het niet mag?’
‘Nee, niet omdat het niet mag! Geweld en vooral oorlog heeft iets heel ridicuuls! In principe denk ik dat we het er allemaal wel over eens zijn dat oorlog nooit winnaars oplevert. Het is altijd een verloren strijd. Daarom is het ironisch als mensen overwinnaars prijzen uit de oorlog. Hoe meet je die overwinning? Dat heeft iets heel geks.’
Daarom is het ironisch als mensen overwinnaars prijzen uit de oorlog.
‘Interessant dat wetgeving en beeldvorming heel erg met elkaar te maken hebben. Vanaf het moment dat Zwarte Piet ter discussie werd gesteld bij de Europese unie is in Nederland massaal het beeld van Zwarte Piet veranderd.’
‘In een ver verleden studeerde ik Chinees en een van de dingen die ik van een filosofieles heb onthouden is dat geschiedenis steeds wordt herschreven naargelang de moraliteit van de huidige machthebbers.
Het mooie van sprookjes is dat ze niet wordt gestuurd door de overheid maar toch verandert het. Dat is dan meer de geest van de tijd.’
‘Is de verrechtsing van de samenleving verantwoordelijk voor de vertrutting van de sprookjes?’
‘Ik denk dat de verrechtsing van de maatschappij zorgt voor simplificatie en dat is uiteraard gelijk ook een simplificering van een beladen onderwerp… De vereenvoudiging van heel veel dingen. Omdat het natuurlijk veel handiger om je volk dom te houden. Maar het verrechtsen van sprookjes? Ik weet het niet. Links of rechts; er is een soort ontwikkeling die je een algoritmische bestuurlijkheid zou kunnen noemen. Het middenveld is weggevallen.
Ik weet het ook niet precies maar bij links leeft er een soort pan-optische gedachte. Je bent meer gevangen in je eigen sociale context. Die vertrutting is een bijproduct daarvan.’
Ik denk dat de verrechtsing van de maatschappij zorgt voor simplificatie en dat is uiteraard gelijk ook een simplificering van een beladen onderwerp
‘Kijk, dit is De geseling van Christus, een werk van Caravaggio.
‘Ik wist niet dat Jezus zo gespierd was. Qua compositie en licht zit het heel goed in elkaar. Daarin gaat niets mis. Maar het is ook heel theatraal. Mooi sprookje. Is dit de verheerlijking van geweld?. En als het dat wel zo is, is dat dan erg?
Wat ook heel opvallend is hier in dit schilderij is dat het heel gekunsteld is. Ik vraag me af wat Caravaggio dacht toen hij deze expressies schilderde. Als je kijkt naar de gezichten van de geselaars. Die zeggen iets anders dan de handeling. Ik vind dat die persoon aan de rechterzijde verzonken is in gedachten maar als je iemand vastbindt zou je denken dat je je hoofd er wel bij zou houden. Van Jezus zou ik verwachten dat hij iets van weerbaarheid biedt, anders is hij voor niets naar de sportschool gegaan.’
‘Schijnt zijn strafblad door het schilderij heen?’
‘Nee. Volgens de in België bekende advocaat Jef Vermassen zijn alle mensen potentiële moordenaars. De meeste mensen doen het alleen niet.
Kan je de kunstenaar los zien van het werk? Ik denk het wel. Dat is net zo als bij Michael Jackson. Ook bij Caravaggio. Hij was niet altijd een moordenaar. Hij was altijd een potentiële moordenaar, maar dat ben ik ook. Ik denk dat er bij de mens een intrinsieke interesse ligt naar geweld omdat ze onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.’
Volgens de in België bekende advocaat Jef Vermassen zijn alle mensen potentiële moordenaars. De meeste mensen doen het alleen niet.
‘Waar denkt Jezus aan?’
‘Ik moet zelf denken aan Ceaușescu. Jezus biedt in dit proces ook geen weerstand, zijn doel was al bezegeld. Daar zit een parallel in om even een brug te maken met Ceaușescu. En dat is dan ook de enige parallel, want ik zeg natuurlijk niet dat Christus een dictator was. Maar het moment dat Nicolae en Helena Ceaușescu aan tafel zitten van hun proces, toen was eigenlijk de uitkomst al bekend. Ze zouden geëxecuteerd worden. Dus het was een nep-proces voor de televisie. En die touwen komen ook terug in mijn werk. Op het einde worden de polsen van die twee gekneveld. En de fout in mijn geheugen was als volgt: Helena had gezegd “ik wil samen met mijn man sterven” en ik had dat altijd onthouden. Ook dat ze aan elkaar vastgebonden zaten en dat ze samen zo geëxecuteerd werden, samen met een kogel door hun kop. Als een ultieme liefdesactie. Hun uiteindelijke lot was wat minder romantisch.’
Ik wandel op nieuwjaarsdag langs het Paleis van Justitie. Als ergens de esthetiek van geweld en het falen van justitie in levende lijve te aanschouwen is, dan is het hier. Zelfs de bouwsteigers die de passanten moeten beschermen tegen vallende brokstukken vallen naar beneden. Door de wolk aan verhalen die eromheen hangt had dit gebouw zo een werk van Rosseel kunnen zijn. Echt. Doe jezelf een plezier en google het.
Op zaterdag 25 januari opent de tentoonstelling AN ARCHAEOLOGY OF FEAR van Jan Rosseel in The Ravestijn Gallery. Lees hier meer informatie.