LEVENDE STOFFEN (HERREZEN UIT DE DOOD)
3 december opende het TextielMuseum de tentoonstelling ‘Rafelranden van Schoonheid’. Het product, textiel, is gevangen in een weloverwogen relatie tussen de natuur en de ambacht – van katoenplant tot product of kunstwerk. Het museum biedt zes kunstenaars, waaronder één kunstenaarsduo, de mogelijkheid met dit materiaal een onderzoek te starten in hun Textiellab. Iedere kunstenaar poogt het materiaal op een autonome manier te benaderen; Nan Groot Antink kleurt stoffen op traditionele wijze met de urine van verschillende mannelijke medewerkers van het museum – omdat mannenplas blijkbaar beter is voor het proces –. Karin van Dam creëert omvangrijke planeten vanuit verschillende draden en een trampoline.
De interactieve kunstwerken van Bart Hess beangstigen. De kunstenaar is geïnspireerd door de intimiteit tussen materiaal en het menselijk lichaam; denk bijvoorbeeld aan de uitbreidende rol die gadgets spelen in ons dagelijks leven en ook andere niet-lichaamseigen materie brengt Hess in contact met de huid. Je zou hem bijvoorbeeld kunnen kennen van het roemruchtige album ‘Born this way’ van Lady Gaga, waar ze op de cover verschijnt in een haast haute couture jurk van slijm. Absurd en tegelijkertijd vanzelfsprekend; zowat natuurlijk.
Terug naar de tentoonstelling, waar ik mijn weg volg langs het metalen frame met schommelende builen; ‘Stimulus: Cord Reflexes’. Verderop liggen huidskleurige zakken verhult in ruwe, dikke, zwarte haren. Eigenlijk zijn het draden, maar door het spel wat Bart Hess speelt met de materialen krijgen zijn kunstwerken een organisch karakter. Het stof wordt ingezet om een haast weefselachtige verschijning te creëren, ook al is dit in de kern niet de functie van textiel. Bart Hess heeft het materiaal zo gemanipuleerd dat het oogt als levendige huiden.
Het textiel in deze tentoonstelling heeft gewoonweg geen andere functie dan elk ander materiaal dat een kunstenaar zou kunnen inzetten. Het dient als bron voor een onderzoek, een bouwsteen. Het textiel wordt nauwkeurig onderzocht en er wordt een beroep gedaan op zijn verschijning, maar uiteindelijk raakt de identiteit van het stof volledig ondergeschikt aan het droombeeld van de makers. Een paradox: een onderzoek naar het materiaal, terwijl het materiaal wordt ontdaan van zijn natuurlijke vorm. Dat wat je blootlegt, is dat wat je onderzoekt.
‘
The Polyform of the Red Eye Medusa 2: Black Moon’ is opgebouwd uit verschillende uitklapbare stukken bestaande uit polyester, katoen, plastic stootwillen, touw en trampoline. Het zwarte gevaarte is afgestikt met iel rood draad. De grote en kleine planeten van Karin van Dam zijn gebaseerd op het karakter van de stad en de giftige Red Eye Medusa – beide organismen kennen prachtige kanten, maar gevaar ligt vaak op de loer; de stad heeft een profiel dat overstroomt van levendige maar ook toxische gegevens en het onderwater dier is zeer prachtig en zeer giftig tegelijkertijd.
Doordat de kunstenaar haar eigen fantasieën de vrije loop laat op deze contradictie creëert zij een eigen utopie, maar ook een gerichte conversatie tussen materialen; passief en dynamisch. Het ding doet statisch aan door het geweven trampolinezeil, maar in combinatie met het textiel krijgt het toch een organisch karakter. De losse draden van het textiel hangen slordig uit de bol en zwieren door de wind die gecreëerd wordt door de beweging van de bezoeker. Wederom krijgt het textiel een organisch karakter toegewezen, weliswaar in een compleet andere vorm, maar het idee blijft hetzelfde: er wordt nieuw leven geblazen in materie die gedood is door zijn functie.
De tentoonstelling ´Rafelranden van Schoonheid´ is nog tot en met 28 mei te zien in het TextielMuseum te Tilburg.
Deelnemende kunstenaars: Bart Hess, Nan Groot Antink, Tanja Smeets, Karin van Dam en Heringa/Van Kalsbeek.