Hoe je een onprofessionele kunstenaar kunt zijn
Niemand vindt het leuk om amateur, dilettant of knutselaar te worden genoemd. “Onprofessioneel”: het is een belediging die té gemakkelijk te maken is.
Onderstaande tekst is een vrije vertaling van het artikel ‘How To Be an Unprofessional Artist’ geschreven door Andrew Berardini, vertaald door Fenne Saedt.
Wanneer professionals vragen krijgen over hun kunst, dan weten ze wat ze moeten antwoorden en in slechts een paar regels uitleg, verwijzen ze naar de diepe krochten van hun onderzoek, de geheimen van het creëren.
De professioneel kunstenaar maakt altijd de juiste keuzes, weet de juiste dingen te zeggen, en kent de nieuwste namen. De professional belandt nooit met de verkeerde persoon in bed, en op een feestje drinken ze nimmer te veel. Op openingen pinken ze nooit een traantje weg. Ze liggen niet dagen lang in bed, depressief, ziek en te gebroken om te kunnen bewegen. Men zegt over de professional: ‘zo makkelijk om mee te werken’ of ‘zo veeleisend, maar briljant’. De professional profiteert van iedere ontmoeting, gebruikt iedereen die hij/zij leert kennen voor hun netwerk en haalt altijd de deadline. Wanneer professionals vragen krijgen over hun kunst, dan weten ze wat ze moeten antwoorden en in slechts een paar regels uitleg, verwijzen ze naar de diepe krochten van hun onderzoek, de geheimen van het creëren. Ze beantwoorden e-mails in enkele minuten. Hun PowerPoints zijn magnifiek. En kijk hun websites: zo strak, zo modern, zo ontzettend professioneel.
Jij herkent je in niets van bovenstaande dingen.
Je dwaalt af. Je twijfelt. Je verandert van stijl, medium en verblijf plek. Je experimenteert, je faalt. Keer op keer.
Jij hebt honger, bent moe en overwerkt. Je hebt te veel gedronken op dat feestje gisternacht en bent vervolgens met de verkeerde persoon het bed ingedoken en daarna met een nog veel erger iemand. Je hebt de deadline gemist, hij vloog gewoon voorbij. Om je heen verdwijnen de pooiers in rijkdom en roem. Je galeriehouder raadt je aan om meer kunst met rood te maken, want rood verkoopt goed. Je studenten spijbelen van je lessen om kunstbeurzen te bezoeken. De meest opdringerige verzamelaars zijn degenen die je studieschuld willen innen. Ze blijven je bellen en je zou willen dat je je schuld zou kunnen aflossen met een tekening. Het kan dagen duren voordat je de meest eenvoudige e-mails hebt beantwoord. En je website, als je er al een hebt, is om te huilen.
Je dwaalt af. Je twijfelt. Je verandert van stijl, medium en verblijf plek. Je experimenteert, je faalt. Keer op keer.
Onprofessioneel zijn betekent letterlijk ‘onder de maat, of in strijd zijn met de normen van een betaald beroep’. Wie bepaalt die normen? Moet iedereen worden betaald? Eerlijk? Is het kunstenaarschap een beroep, of misschien iets anders? Wie stelt deze normen vast? Wil je graag genormaliseerd worden?
Kunst en succes.
Het is zo makkelijk om deze twee woorden te mixen en vervolgens uit te komen bij het woord ‘professionaliteit’. Trek het CV van een beroemd kunstenaar uit de kast en bekijk het eens vanaf dag één: de start van zijn of haar carrière. Ziet succes eruit als een sculptuur dat buiten de muren van het Kasteel van Versaille staat? Is het een biënnale, een prijs, een blue-chip dealer? Is het de cover van een tijdschrift, of een dikke, vette catalogus van een overzichtstentoonstelling? Er komen nog veel meer onnodige dingen om de hoek kijken, zoals een luxueuze sedan, glanzend en snel als een kogel. Zo’n dure bak kocht een verouderende fotograaf nadat hij zijn kleine galerie en levenspartner dumpte, voor een grotere galeriehouder, en een jongere vriendin. Net zo glanzend en hard als zijn auto; een wereld die ver verwijderd lijkt te zijn van de kakkerlakken die in de gootsteen van je keuken rondscharrelen en het feit dat je de afgelopen maand hebt geleefd van niets anders dan het eten van aardappelpuree en het roken van sigaretten.
Het voelde wellicht niet professioneel, maar het is wel de waarheid. Bovenstaande dingen heb je als kunstenaar ervaren.
Dit maken tot kunst is al moeilijk genoeg, maar vandaag de dag voelt het ook nog eens alsof je professioneel moet zijn.
Je oeuvre is een weerspiegeling van dat wat je doorgemaakt hebt. Het toont je mooiste gedachten, en je meest verschrikkelijke emoties. Dit maken tot kunst is al moeilijk genoeg, maar vandaag de dag voelt het ook nog eens alsof je professioneel moet zijn. De druk en armoede maken je zenuwachtig en behoedzaam. Zou je een kunstwerk kunnen maken dat de armoede van je wegneemt? Een kunstwerk dat het gevoel dat je kunstenaarschap een ongelofelijke fout is verminderd?
Can’t you tell by my clothes I never made it
Can’t you hear that my songs just won’t sing
Can’t you see in my eyes that I hate it
Wasting twenty long years on a dream.
Lee Hazlewood, “The Performer” (1973)
Op de een of andere manier zorgt het verdienen van geld ervoor dat we ertoe doen. Met geld kunnen we eten en onderdak betalen, maar ook ruimte, tijd en materialen om door te gaan. Het zijn ‘dingen’ die veel druk en stress geven in het leven, maar het is niet het geld wat ons laat voelen dat we ertoe doen. We doen er al toe.
Iedereen kan kunstenaar zijn. Niet omdat je aan een kunstacademie hebt gestudeerd en een diploma hebt behaald of kunst verkoopt, maar omdat je het leven kunstzinnig inricht. Met vaardigheden, verbeelding, vrijheid en bewustzijn.
Bewijs aan je dierbaren dat ze niet dom zijn, door jou zowel financieel als emotioneel en spiritueel te ondersteunen. Later, blut, zal je je dromen verwisselen voor geld. Of zelfs nóg wat later, zal je andermans dromen waarmaken en deze dromen verhandelen in plaats van mandaten.
Verzamelaars, zij reageren pas echt op je rode schilderijen.
Noot voor de niet-professional: het is niet zo nauwkeurig gedefinieerd. De kortste afstand tussen twee punten is vaak ondraaglijk, schreef Charles Bukowski.
Het te bewandelen pad is voor de professional vrij duidelijk en helder: van BFA (Bachelor Fine Art) naar MFA (Master Fine Art) naar Commercial Gallery naar Museum. 5 Dingen die elke kunstenaar moet weten over galeries. 10 Simpele tips voor een drukbezochte studio. 3 super makkelijke stappen naar kunstbekendheid. Hier en daar nog wat les geven, een subsidietje binnenhalen en ergens een artist in residence.
Noot voor de niet-professional: het is niet zo nauwkeurig gedefinieerd. De kortste afstand tussen twee punten is vaak ondraaglijk, schreef Charles Bukowski.
Het is niet zo dat kunstenaars niet betaald zouden moeten krijgen voor hun werk, maar we zouden de waarde gebaseerd op de verkoopbaarheid van kunst en de validatie van instituten niet moeten erkennen. Systemen zullen ons altijd proberen te verslinden. We moeten het draaien van hun tandwielen weerstaan, met de zachtheid van de mensheid. Onprofesionaliteit komt op voor ons recht om menselijk te zijn tegen deze machine.
Fragiel, zwak, twijfelachtig en stuntelend. Dit betekent niet dat het gaat zonder ethiek, eerlijkheid of vriendelijkheid als fundament. Deze verfijnde kwaliteiten kunnen gemakkelijk en onafhankelijk bestaan, naast de wijze hoe we onze tijd verhandelen voor geld.
Professionaliteit maakt van een persoon een merk. De cynische mens denkt zelfs dat dit al is gebeurd: onze geringste beweging wordt gevolgd voor gepersonaliseerde advertenties, de berichten en foto’s die we met anderen delen, het wordt allemaal gebruikt voor branding: zelfbewustzijn als commercie. En hoewel anderen kunnen proberen om je te professionaliseren, je geest te herleiden naar een slogan, een product of een logo. Je hoeft jezelf dat niet aan te doen.
Vooralsnog leven wij onder het kapitalisme, maar we hoeven ons niet te laten onderverdelen in zijn stelselmatige vervreemding, verdeeldheid, ongelijkheid, het terug brengen van alle waarde naar marktwaarde.
Vrij recent schreef Daniel S. Palmer een essay over hyper-professionalisering. Op een bepaalde manier prikkelde het mij dit artikel te schrijven. Palmer’s essay is net gepubliceerd in Artnews[1] en eindigt met een inspirerende noot: ‘In een moment van monotonie en eensgezindheid moeten kunstenaars hun vrijheid terugeisen.’
Het essay opent met het verhaal van een jonge kunstenaar, die zijn ingestudeerde elevator pitch hield, terwijl hij omringd wordt door kunstprofessionals die regelmatig invallen. Daniel Palmer wordt er echter niet door geïmponeerd. Het is duidelijk dat professioneel zijn in deze context niet altijd werkt. Het kan wellicht voor een wisselwerking zorgen met kunstenaars die ook hyperprofessioneel zijn, zoals deze specifieke opkomende kunstenaar. Het type kunstenaar dat door een systeem wordt gecreëerd voor dergelijke doeleinden. Maar het werkte niet bij Daniel Palmer, en het zou voor mij ook niet werken.
‘Ambitieuze jonge kunstenaar’: het klonk altijd al als een belediging.
Deze vorm van professionaliteit is bot, een vorm van carrièremakerij, leeg. Walgelijk zelfs. ‘Ambitieuze jonge kunstenaar’: het klonk altijd al als een belediging.
Ik zie het maken van kunst als een noodzakelijke uitdrukking van de menselijke geest. We moeten allemaal leven, maar als het verwerven van rijkdom een basisbehoefte wordt, ben je geen kunstenaar, maar een geldmagnaat.
Meer dan een galeriehouder of manager, een dealer of een adviseur, een criticus of een curator, meer dan een leger van assistenten en een warboel aan verzamelaars, heeft een kunstenaar de moed nodig om zielsalleen te kunnen handelen, en daarnaast een maatschappij die zijn of haar handelingen draaglijker maakt. Een samenleving die het toelaat om kwetsbaar te zijn, ongepast te zijn, de boef uit te hangen, wild te mogen zijn, vreemd te doen en te falen.
Om amateurs, knutselaars of dilettanten te zijn.
Een amateur is vervuld met liefde zonder dat deze daar enige beloning voor wilt, de knutselaars gaan onbevreesd naar plekken waar ze eigenlijk niet zouden moeten zijn, de dilettanten hebben gelukkig niet de verborgen pretenties van deskundigen. Als we uit de opgelegde grenzen van het professionalisme stappen, dan kunnen we net zo open zijn als studenten, in staat om met andere bescheiden mensen te flirten, om kennis te verorberen, ervaring op te doen en waarde in ons leven te zoeken. Zonder grenzen.
Zonder de institutionele validatie en de druk van de markt, zijn we vrij om mens te zijn, om kunstenaars te zijn, om onprofessioneel te zijn.
Bovenstaande tekst is een vrije vertaling van het artikel ‘How To Be an Unprofessional Artist’ geschreven door Andrew Berardini.