In het grafijn
Het is er al heel lang, niet zo lang als de big bang, maar wel zo kort daarna dat miljoenen jaren seconden lijken. Vijf eeuwen geleden werd het pas ontdekt, nadat een hevige storm een oude eik in het Engelse Lake district had ontworteld en voor het eerst het zachte mineraal grafiet zichtbaar werd, dat overigens pas een paar eeuwen later zijn aan het oude Grieks ontleende naam verkreeg: in 1789 bedacht iemand er de naam grafiet, schrijfsteen, voor.
Eerder kon ook niet, want vlak na de ontdekking werd het slechts gebruikt om schapen mee te merken, tot iemand snapte dat je het ook op papier kon smeren.
Bij Grey Knotts oftewel Grijze Knopen kwam toen de eerste potloodmijn ter wereld, het zachte mineraal nog niet in hout verpakt maar omwonden met touw of schapenvel.
Nog steeds heet het schrijfgerei naar wat het niet is, potlood bevat geen lood, het is pure koolstof, het element dat aan de basis staat van al het leven, en dat in veel andere talen carbon heet, wat eigenlijk ook een vernoeming is, want carbon verwijst naar het Latijn voor hout, wat we ook nog horen in de spaghetti carbonara, de pasta van de houthakkers, waar dus weer geen hout in zit, maar spek en ei, en zo lijkt het of we zijn afgedwaald maar dat is niet zo want alles verandert voortdurend in alles, de hele wereld is metamorfose, die soms met het blote oog waarneembaar is, bijvoorbeeld als zo’n samengeperst vierkantje droge aarde van de Albert Heijn moestuintjes zich volzuigt met water en in een paar seconde tot een toren uitdijt, maar meestal niet. Het gaat te langzaam of wij zijn te ongeduldig. Charles Darwin kon dagen roerloos in zijn leunstoel zitten om zijn kamerplanten te zien groeien, maar de meeste mensen nemen daar de tijd niet voor en meestal gaat het ook echt te traag, nog trager dan kamerplanten, of het gebeurt op plekken die niet voor de gewone sterveling toegankelijk zijn. En toch, we weten dat alles verandert; we merken het dagelijks aan wat er bij ons zelf in en uitgaat; aan de spaghetti carbonara die er roze ingaat en bruin weer uitkomt, die als mest ons lichaam weer verlaat: misschien niet de smakelijkste metamorfose, maar wel een metamorfose. Mijn Romeinse held Ovidius dacht groter en had het over mensen die in bomen, vogels, rivieren en rotsen veranderen en ook al klinkt dat misschien vergezocht; als we over timelapse fotografie zouden beschikken die over miljoenen jaren was opgenomen, zou die vast zijn gelijk bewijzen; alles stroomt en alles verandert voortdurend in iets anders; kunst is misschien wel wat er is, omdat die timelapse-fotografie niet bestaat. Kortsluiting.
Van verf of in dit geval van grafiet laat zich een hele wereld maken, van alles kan komen uit de materie die het mineraal op papier achterlaat: schep de wereld nog een keer en doe er nog een schepje bovenop door verbindingen aan te gaan die nog niet bestaan maar die best zouden kunnen, het kan want ze zijn al getekend, en dat nog wel door een spoor te trekken met stof die lang geleden in het diepste van de aarde is gevormd. Een tekening is dus ook altijd een spoor uit het verleden, is tastbare geschiedenis. Tijdens het tekenen schilferen telkens laagjes koolstof af. Grafiet heeft dezelfde chemische samenstelling als diamant; de atomen zijn alleen anders gerangschikt; het zachtste en het hardste mineraal zijn de verwantste mineralen. Soms lijkt het alsof je dat aan potloodstrepen kunt zien: een fluwelen voorbode van schittering.
Wij hoeven ze tegenwoordig eigenlijk niet meer moeizaam uit de aarde naar boven te halen, mensen kunnen ze nu zelf maken in het laboratorium. Zelfs van mens kun je diamant maken; dat gebeurt ook: de as die na een crematie overblijft wordt door een Zwitsers bedrijf omgezet in diamant. Dat bedrijf behandelt de as met chemicaliën om alle koolstof eruit te halen. Vervolgens wordt die koolstof verhit tot hoge temperaturen en in grafiet veranderd. Daarna plaatsen ze de grafiet in een machine die de omstandigheden van diep in de aarde nabootst. Natuurlijke diamanten worden daar normaal gesproken gedurende duizenden jaren gevormd onder extreem hoge druk en temperaturen rond de 1500 graden Celsius. In de machine is al na een paar weken de grafiet diamant geworden.
Ze zouden het natuurlijk ook bij grafiet kunnen laten en de as niet verwerken in sieraden, zoals bij diamanten gebeurt maar in potloden, zodat je met de overblijfselen van de overledene zou kunnen schrijven of tekenen. Dan zou er een cirkel rond zijn, al is het een wat morbide cirkel. Koolstofkortsluiting. Want koolstof staat aan de basis van al het leven, in allerlei verbindingen. Dankzij grafiet geldt dat ook voor de tekenkunst.
Deze tekst is geschreven naar aanleiding van de tekeningen van Gam Bodenhausen, momenteel te zien in de exposititie Solidified Mountain – The Slowness Of Mass bij de Kunstvereniging Diepenheim. Gam Bodenhausen werkte enkele maanden in Werkplaats Diepenheim als artist in residence voor tekenen. Haar werk werd geïnspireerd door de omgeving van Diepenheim, waarbij ze al dwalend door de bossen en landerijen en in de studio onderzoek deed naar de traagheid, dichtheid en veerkracht van het fenomeen Massa. Naast grote potloodtekeningen op papier geeft zij inzicht in haar werkproces door middel van schetsen en kleine tekeningen en duidt ze op subtiele manier de betekenis.Dit verblijf werd mede mogelijk gemaakt door het Mondriaan Fonds.