Are you friend or foe? – Een bezoek aan No Man’s Art Gallery
‘Curl up’. De woorden doen denken aan het oprollen ter verdediging zoals pissebedden en gordeldieren doen wanneer er gevaar dreigt. Maar het begrip laat zich ook vertalen naar het in elkaar draaien van twee geliefden in bed. Deze tegenstelling is een interessant gegeven bij het bezoeken van de nieuwe tentoonstellingsruimte van No Man’s Art Gallery. Are you friend or foe?
De tentoonstelling ‘Curl Up’ met werken van Afra Eisma & Sepide Zamani, is een uitstekend voorbeeld van hoe No Man’s Art een bepaald dynamisch collectivisme creëert binnen een statische ruimte. Niet alleen betreft het een samenwerking tussen twee kunstenaars uit verschillende werelddelen, ook hebben zij samen zeggenschap over hun expositie. Vrijwel het gehele pand is dienstbaar aan de kunst, en waar No Man’s Art zich fysiek permanent heeft gevestigd, blijft het nomadische gedachtengoed voortbestaan in het verslepen van meubels en het laten creëren van site–specific art.
No Man’s Art Gallery treedt op als een internationaal platform voor jonge kunstenaars door over de hele wereld pop-up galerieën te openen. Heen en weer, op en af, en zonder vast verblijf vestigt No Man’s Art zich om de zoveel maanden in een andere stad in een ander land, waar lokale jonge artiesten met groot talent worden gevonden en hun kunst wordt geëxposeerd. Echter nu, aan de Bos en Lommerweg 88 in Amsterdam-West, openen zich de deuren van een eerste permanente galerie.
Begroet word ik door de wandkleden ‘xxx’ en ‘OO’ van Afra Eisma, aan weerszijden van het pand gedrapeerd. Geborduurd met een flinke hoeveelheid lijnen, waarvan velen van hen als kleine stokfiguurtjes lijken te leven op het kleed. Het gekleurde draad spat in zijn intensiviteit van de zwarte ondergrond, en waar dit in eerste instantie jolig oogt, wekt het langer ernaar kijken een zekere soort broosheid op. Zulke felle kleuren op een duistere ondergrond lijken regelmatig iets onheilspellends over zich heen te hebben. Alsof ze uitermate hun best moeten doen de aandacht weg te trekken van het duister.
Stilte in de lichte ruimte die ik inloop, maar desalniettemin barst het er van de energie. De hoeveelheid aan verschillende kleuren, materialen en vormen zijn op zijn zachtst uitgedrukt aanwezig en aanvankelijk enigszins verwarrend. Een muur behangen met 33 watermeloenen, hun monden wijd openstaand. Een gemeen uitziende hond die een softijsje eet en twee helften van een vrucht die nasaal verbonden zijn. Het geheel oogt ietwat omineus. Alsof je binnen deze ruimte balanceert op de dunne lijn betreft het hebben van een nachtmerrie of een fijne droom. Humoristisch, maar het lachen kan je hier ook snel vergaan.
Ongeacht voelt het er levendig en kwiek, alsof de uitgestrekte stokfiguren ‘K’, ‘D’ en ‘Y’ van Afra Eisma, die overigens een grote overeenkomst tonen met de stokfiguurtjes op de wandkleden, mij zagen aankomen en weer eventjes gestopt zijn met tot leven komen. Ook de rest van de ruimte is gevuld met geabstraheerde uitvergrotingen van speelse, en wellicht verontrustende gedachten. De stokfiguren lijken je te volgen, en de posturen geven de indruk zich mee te draaien met jouw bewegingen. Dit geeft de kleurige werken een bepaalde mysterieuze ondertoon: Are you friend or foe? Alsof ik en het werk vanuit bijna obsessieve drang bij elkaar zijn, en blijven, in diezelfde ruimte. We kunnen niet met elkaar, maar zonder elkaar is er al helemaal niets.
En daarbij, ‘alleen’ zijn in deze ruimte is vrijwel onmogelijk wanneer je vanuit elke richting in de gaten wordt gehouden door de tweedimensionale, identieke koppen uit het werk ‘White Tongue’ van Sepide Zamani. Gedrukt op helderblauwe papieren, behangen zij een groot deel van de galerie.
Herhaling en verbinding lijken twee belangrijke kernwoorden binnen de tentoonstelling wanneer je rondkijkt en er vanachter de balustrade naar je wordt geknipoogd door diezelfde identieke kop. Ditmaal driedimensionaal uitgewerkt in papier-maché dat oogt als een soort gesteente, verlicht door een beamerprojectie. Het werk draagt de naam ‘White Tongue Mask’. Knipogend verwelkomt het gezicht je op zijn verdieping, maar met afgewende blik. Een directe confrontatie vindt er daarom niet plaats. Mocht je deze wel opzoeken dan moet je voor hem gaan staan om oogcontact te maken. Echter doe je dit, dan zal je zien hoe hij verdwijnt. Louter zijn stenen gelaat blijft over. De projectie verschuilt zich in de schaduw van jouw lijf.
Verbeelding wordt in ‘Curl Up’ vertaald naar geabstraheerde site-specific art die niet alleen levendig oogt, maar waarbij het niet gek is dat de bezoeker zich afvraagt door wie of wat hij of zij wordt bekeken. Juist op de momenten dat een van de werken de rug wordt toegekeerd.
De tentoonstelling ‘Curl Up’ is tot en met 4 november te zien bij No Man’s Art Gallery:
http://www.nomansart.com/04-09-curl-up-an-exhibition-with-afra-eisma-sepide-zamani/