Alles is weerloos – KRIJT in Kunsthal KAdE
Bij de tentoonstelling KRIJT in Kunsthal KAdE is het eerste werk waar je tegenaan loopt een registratie van een performance van Hans Schuttenbeld, waarbij hij een krijtbord in schoonschrift volschreef met strafregels. De zin in kwestie was het beroemde citaat van Lucebert ‘Alles van waarde is weerloos’.
Verderop in Kunsthal Kade, als onderdeel van de omvangrijke tentoonstelling die in het teken staat van krijt, neemt het werk Object Field van Lenneke van der Goot de vloer van een hele ruimte in beslag. Het is een installatie van stoeptegels die zo’n twintig of vijfentwintig vierkante meter beslaat, en als bezoeker moet je je langs de muren manouvreren om het werk heen te lopen.
Bij stoeptegels in combinatie met krijt ben je al gauw geneigd om aan kindertekeningen te denken, maar er is bij Object Field iets anders aan de hand. Banen van lijnen in variërende diktes lopen parallel aan elkaar in strakke, hoekige vlakken. De gele strepen roepen het gevoel op van een waarschuwingsbord, maar een symbool of een aanduiding van gevaar is er niet. De compositie heeft iets gecoördineerds maar ook iets intuïtiefs in zich; een spel van lijnen en vlakken zonder een duidelijke logica, dat in een verveeld dromerig moment in een schriftje wordt gemaakt.
Het gele en witte krijt dat gebruikt is om te tekenen ligt op uiteenlopende manieren op de stoep uitgestald; op een rij, gestapeld of op een hoopje. Van der Goot heeft het krijt, voordat ze er mee ging tekenen, zelf in vormen gegoten. Dat maakt de krijtstukken naast schrijfwaar ook objecten die op zichzelf staan; geometrische vormen die zijn gesleten, gevormd en soms verpulverd door het proces van lijnen trekken en vlakken inkleuren. Hoe meer het object is gebruikt, hoe meer krijt er weg is gesleten; de indruk van de handeling tekent zich af op het krijt en op de stoeptegels.
De structuren die de krijt-objecten hebben getekend, zijn sturend voor de plaatsing van diezelfde objecten binnen de compositie van de installatie. Ze worden op hun plaats gehouden door de sporen die ze zelf hebben achtergelaten, getekend of ‘geërodeerd’ door het gebruik dat er aan vooraf is gegaan. Het opnemen van het tekenmateriaal als onderdeel van de installatie benadrukt tijdsverloop en verval; de lijnen worden tijdlijnen, gemaakt van het residu van de handeling die er aan vooraf ging. Dit effect wordt versterkt doordat er niks figuratiefs wordt afgebeeld en het vooral weergaves zijn is van de meest basale vorm die een krijtje kan maken; de lijn.
Alles staat in verbinding met elkaar en verwijst naar elkaar. Object Field creëert een mini-universum binnen de grenzen van een vlak van stoeptegels, met zijn eigen wetten die worden uitgebeeld in vorm, compositie en verval. Een weergave van een wereld waarin elke handeling een spoor achterlaat, waar materie zijn vorm verliest om ergens anders een nieuwe vorm te vinden, en waar oorzaak en gevolg voor de toeschouwer overzichtelijk kan worden nagegaan.
Het is opvallend dat krijtborden en krijt associaties oproepen met strafregels; een schrijfmateriaal waar slijtage en verval inherent aan is, dat symbool staat voor een discipinaire maatregel die er toe dient om goed gedrag in te prenten. Zoals Lucebert stelde is alles van waarde weerloos, maar eigenlijk heeft alles een zekere waarde. De krijt-objecten zijn weerloos tegen de frictie van het steen, en een krijttekening is onbestendig tegen een regenbui, of de tijd die de tekening laat vervagen. Iedereen die vroeger met pastelkleurig stoepkrijt een hinkelbaan voor de stoep van de buren heeft gekalkt, weet dit.
KRIJT is t/m 19-08 te zien in Kunsthal KAdE in Amersfoort