Afstudeerders kunstacademies verdienen meer grip op hun toekomst
Een open brief van Platform BK
Mister Motley publiceert de open brief van Platform BK waarin ze het management van Nederlandse kunstacademies oproepen: bereid studenten beter voor op de weerbarstige economische realiteit van de cultuursector, zonder te vervallen in clichés van artistieke autonomie of cultureel ondernemerschap.
Aan: de Colleges van Bestuur en het management van de Nederlandse kunstacademies
Toekomstige generaties kunstenaars verdienen het voorbereid te worden op de weerbarstige realiteit van de arbeidsmarkt van de cultuursector.(1) Te vaak en al te lang horen wij van pas afgestudeerde kunstenaars dat zij nauwelijks een idee hebben van hun professionele toekomst of hoe ze die kunnen vormgeven.(2) We vinden het daarom moeilijk te begrijpen dat veel afstudeerders nauwelijks ‘nee’ durven te zeggen tegen onderbetaalde arbeid; niet hebben nagedacht of en hoe ze hun werk willen verkopen; werken zonder kennis van de Fair Practice Code of de Richtlijn Kunstenaarshonoraria; geen idee hebben van de vakbonden en beroepsorganisaties die hen representeren; geen ervaring hebben met fondsaanvragen, (loon)onderhandelingen, of het doen van een belastingopgave; nooit gehoord hebben van broodfondsen of coöperaties; zich niet bewust zijn van het feit dat de meeste kunstenaars een ‘hybride praktijk’ hebben en feitelijk leven van inkomen uit bijbanen; de mores van mecenaat niet kennen; niet weten welke (publieke en private) geldstromen er in de cultuursector bestaan of zelfs maar wat het gemiddeld inkomen van een kunstenaar in Nederland is. Hierdoor ervaren veel afstudeerders van kunstvakonderwijs een stressvolle, emotioneel zware landing in een al problematische arbeidsmarkt.(3)
Dit gebrek aan kennisuitwisseling over de professionele kunstpraktijk valt niet te wijten aan individuele docenten, maar past binnen een beeld van ongevoeligheid voor maatschappelijke ontwikkelingen op bestuurlijk en sectoraal niveau dat zich het afgelopen jaar steeds sterker heeft afgetekend. Het ene na het andere rapport verschijnt over sociale onveiligheid bij kunstopleidingen.(4) Studenten die maatschappelijke discussies willen voeren op de academies worden tegengewerkt.(5) En docenten en belangenbehartigers worden door slechte arbeidsomstandigheden genoodzaakt actie te voeren tegen schijnzelfstandigheid, draaideurcontracten en de te hoge werkdruk. (6)
Wij steunen deze studenten en docenten die het kunstvakonderwijs willen verbeteren, en voegen een eis aan de lijst toe. Kunstacademies moeten in hun curriculum meer aandacht besteden aan de voorbereiding op de beroepspraktijk; de studenten worden immers opgeleid voor een sector waar precariteit heerst. Het is hoog tijd dat kunstacademies hun verantwoordelijkheid nemen en zorg dragen voor de kennisoverdracht die afstudeerders de instrumenten geeft om zich voor te bereiden op een toekomstige carrière. Concreet willen we daarbij aandringen op aandacht voor vier punten:
- Ontwikkel vakken in het tegengaan van precariteit. Alumni worden op dagelijkse basis geconfronteerd met het feit dat deze nog niet bestaan. De programma’s van kunstacademies moeten daarom uitgebreid worden met gezamenlijke fondsaanvragen, rollenspellen in het onderhandelen of opstellen van een begroting, experimenten met het opzetten van broodfondsen en blockchain-schenkkringen, en andere praktische handvatten om te overleven in de cultuursector.
- Ondersteun maatschappelijk engagement en zelforganisatie. Een actieve, maatschappelijk bewuste houding is essentieel om je weg te vinden in de kunstwereld. Daarom verdienen studenten ondersteuning bij het opzetten van strategieën, petities, leesgroepen en initiatieven als gemeenschapskeukens en collectieve woon- werkpanden. Hierin kunnen kunstacademies een voorbeeld nemen aan initiatieven als Cultural Workers Unite, Tools for the Times en No More Later, die belangrijke discussies aanwakkeren over o.a. arbeid, gentrificatie, internationalisering en vermarkting.
- Geef een eerlijk beeld van de wereld na de academie. Kunstacademies behoren hun studenten te informeren over het fondsenlandschap, de huizenmarkt, de inkomstenbronnen van alumni – en de alternatieven op deze gebieden. Het zou goed zijn organisatoren van zelfbeheerde atelierpanden uit te nodigen voor gastlessen; Q&A’s te houden met galeristen en filantropen; bezoeken af te leggen aan alumni; bespreekbaar te maken wat een gezonde balans is tussen kunstpraktijk en bijbaan; samen uit te zoeken wat voor kansen en valkuilen ‘gig platforms’ bieden; kortom, aandacht te schenken aan vragen die studenten hebben over de beroepspraktijk.
- Betrek studenten in institutionele ontwikkelingen. De precariteit van de cultuursector is het gevolg van politieke en ideologische keuzes. De oplossing ervoor is daarom ook politiek. Kunstacademies moeten deze politieke strijd onderkennen en ondersteunen, te beginnen binnen hun eigen institutionele kaders. Daarvoor kunnen ze medezeggenschapsraden (financieel) ondersteunen in het aangaan van gesprekken met studenten, de positie van studentenraden versterken, studenten meer zeggenschap geven in de ontwikkeling van beleid, of welke andere vorm van politieke en institutionele betrokkenheid maar kan worden gefaciliteerd.
Dit is niet te veel gevraagd. Integendeel, het is het minste dat academies kunnen doen. Na twee jaar coronacrisis is meer aandacht voor arbeidsomstandigheden en professionele competenties in het onderwijs voor de hele sector van cruciaal belang. Op dit moment kunnen namelijk alleen die studenten kunstenaar blijven, die ofwel in de smaak vallen op de kunstmarkt, ofwel een sterk (financieel) vangnet hebben. Degenen met minder privilege kiezen een ander carrièrepad. Dit geldt vooral voor het groeiende aantal studenten van buiten de EU, die naast hun torenhoge collegegelden vaak kampen met problemen rond visa, bijbanen en huisvesting. Als kunsthogescholen hun vaak gehoorde mooie woorden over kansengelijkheid en inclusie menen, zullen ze tot een simpele conclusie komen: de kunstwereld blijft een elitair bastion, zo lang we niet beter zorgen voor de toekomstmogelijkheden van kunststudenten – of zij nu marktsucces hebben, of rijke ouders, of geen van beide.
Ondanks deze grote, overduidelijke urgentie, gebeurt er te weinig. Twee typische rechtvaardigingen spelen hierbij vaak een rol. En beide zijn terug te voeren op een cliché dat doorbroken kan worden.
Sommige academies denken precariteit terug te dringen door het stimuleren van cultureel ondernemerschap. Dit is een misvatting. Het begrip ‘cultureel ondernemerschap’ heeft een zekere waarde, maar is bij lange na niet afdoende om de arbeid in de cultuursector te beschrijven. Het is weliswaar zo dat een groot gedeelte (70%) van de werkenden in de cultuursector ZZP’er is, maar dit heeft weinig te maken met een bewuste keuze voor ondernemerschap. Kunstenaars en cultuurwerkers werken nu eenmaal vrijwel altijd projectmatig, met veel kleine instellingen, relatief kleine teams en (erg) kleine budgetten. In deze situatie is het aangaan een loonverband bij culturele instellingen soms ongewenst (kunstenaars houden van flexibiliteit), maar vaak ook simpelweg onmogelijk. In plaats van ondernemerschap, hebben we hier dus te doen met de gefragmenteerde, geflexibiliseerde aard van arbeid in de cultuursector, waarvoor het aan maatschappelijke vangnetten en sociale zekerheid ontbreekt. (7) In plaats van stimuleren van cultureel ondernemerschap, kunnen deze academies hun studenten beter wapenen tegen de realiteit van waar de kunstwerker als flexibele dagloner wordt behandeld. (8)
Een andere groep academies gaat niet mee in de tendens van cultureel ondernemerschap, maar gaat juist de andere kant op. Zij behandelen het onderwerp ‘geld’ überhaupt niet, omdat dit de autonomie van studenten zou ondergraven. Voorbereiding op de arbeidsmarkt heeft echter niets te maken met de lastige discussie rondom autonomie. Natuurlijk is (artistieke) vrijheid essentieel in kunstonderwijs, maar overlevingstechnieken in de sector zijn dat ook. Studenten moeten zich op onverwachte manieren kunnen ontwikkelen, initiatiefrijk en maatschappijkritisch kunnen zijn. Maar professionele onwetendheid leidt niet tot artistieke vrijheid. Vrijheid komt vanuit maatschappelijk bewustzijn van de eigen positie en het vermogen daar zelf over te beschikken.
De tijd is rijp voor kunstacademies om nieuwe manieren te ontwikkelen om verantwoordelijkheid te nemen voor de toekomst van hun studenten. Besteedt meer tijd en aandacht aan hun voorbereiding op kunstenaarschap in de praktijk. Verval niet in clichés over cultureel ondernemerschap of autonomie, maar wees eerlijk over de arbeid in de kunst. Dan kunnen afstudeerders kritisch, zelfstandig en met gelijke kansen hun maatschappelijke positie bepalen.
Mocht u vragen hebben, wat wij ons kunnen voorstellen, dan kun u vanzelfsprekend contact met ons opnemen (info@platformbk.nl).
Namens Platform BK en ondergetekenden,
Sepp Eckenhaussen, co-directeur
Ondertekend door
Martin Alonso, alumnus Gerrit Rietveld Academie
Sol Archer
Lila Athanasiadou, Willem de Kooning Academie
Koen Bartijn, co-directeur Platform BK
Delphine Bedel, kunstenaar en onderzoeker
Lola Bezemer
BOK, Beroeps Organisatie Kunstenaars
Peter van den Bunder, belangenbehartiger beeldend Kunstenbond
Cultural Workers Unite
Zoë Dankert en Alix de Massiac, Werktitel
Eloïse Dieutegard, alumn van de Gerrit Rietveld Academie
Dr Mijke van der Drift, docent, Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst
Lauren Fong, MediaLab Sandberg Institute
Ana-Maria Gușu, student grafische vormgeving
Silvio Lorusso, universitair hoofddocent, Center for Other Worlds (Lusófona Universiteit Lissabon)
Geert Lovink, Instituut voor Netwerkcultuur
Alina Lupu, kunstenaar en algemeen bestuurslid Platform BK
Sanja Medic, kunstenaar en tutor Fine Arts KABK
Polina Medvedeva
Marina Orlova, alumn van SNDO, Amsterdam Academy of Theatre and Dance
Johannes Reisigl
Rune Peitersen, docent St. Joost en algemeen bestuurslid Platform BK
Falke Pisano, kunstenaar en docent
Mirre Yayla Séur, alumni Gerrit Rietveld Academie
Rosa Sijben, kunstenaar en docent
Gizem Üstüner
Niels Andree Wiltens, Rijksakademie van beeldende kunsten
Jue Yang