Activisten, pioniers en onconventionele iconen
14 transgender en genderqueer kunstenaars (die missen in je kunstgeschiedenisboek) – deel I
Een meters lange vlecht van kunsthaar baant zich een weg door drie verdiepingen van The New Museum in New York. De gevlochten sculptuur van kunstenaar Diamond Stingily, die opgroeide in de kapsalon van haar moeder in Chicago, begroet de bezoeker in de lobby als startpunt van de tentoonstelling Trigger: Gender as a tool and a weapon. De tentoonstelling vormt een aaneenschakeling van gay, queer, intersex, genderfluïde en transgender kunstenaars, performers en activisten die binnen hun werk het thema gender onderzoeken. In een tijd waarin discussies over genderneutrale toiletten worden gevoerd en transgenders volgens Donald Trump niet meer welkom zijn in het Amerikaanse leger, vertegenwoordigd de omvangrijke tentoonstelling Trigger niet alleen de stemmen van een aantal grensverleggende, non-conformistische kunstenaars en de communities waarin zij zichzelf begeven, maar geeft The New Museum zichtbaarheid aan een thematiek met een enorme urgentie.
Je zou kunnen stellen dat transgender en gender non-conforme uitdrukkingen er altijd al zijn geweest. Het is echter lastig om transgender geschiedenis vast te pinnen vanwege de subtiele vormen die gender uiting kan aannemen, die vaak beïnvloed worden door de culturele normen en waarden rondom mannelijkheid en vrouwelijkheid in een cultuur in een bepaalde periode. Dit tweeluik artikelen belicht 14 uitzonderlijke kunstenaars die zich identificeren of geïdentificeerd hebben als transgender man, vrouw, als genderfluïde of genderqueer binnen de kunstgeschiedenis vanaf de 19e eeuw tot aan het heden.
Lili Elbe (1882-1931)
Het leven van de Deense kunstenaar Lili Elbe, eerder besproken door Mister Motley in augustus 2017, werd in 2015 verfilmd tot The Danish Girl. Elbe, gespecialiseerd in het schilderen van landschappen was getrouwd met Gerda Wegener, een Art Deco illustrator wiens werk onder meer werd gepubliceerd in Vogue. Het is aannemelijk dat Wegener haar partner regelmatig vroeg om model te zitten voor haar tekeningen en schilderijen. In Wegener’s portretten transformeerde Elbe in de vrouw die ze altijd had willen zijn, de vrouw die gevangen zat in een mannelijke lichaam. In 1912 verhuisde het stel naar de kunstenaars metropool Parijs waar Elbe zich openlijk identificeerde als vrouw. In 1930 en 1931 onderging Elbe als een van de eerste in Europa meerdere van de toen nog zeer experimentele geslachtsveranderende operaties. Door deze operaties was ze in staat om haar naam en geslacht wettelijk te wijzigen en kreeg zij een paspoort als Lili Elbe. In 1931 overleed Lili Elbe, een pionier die leefde in een periode waarin kennis over en begrip voor het menselijke geslacht en genderidentiteit zich nog ruimschoots moesten ontwikkelen.
Claude Cahun (1894-1954)
Mysterieus, ongrijpbaar en surrealistisch, lijken de zelfportretten van de Franse kunstenaar en schrijver Claude Cahun. Geboren als Lucy Renée Mathilde Schwob koos Cahun al vroeg voor gender ambigue pseudoniemen als Claude Courlis en Daniel Douglas. Als een vroege Cindy Sherman transformeert Cahun zich in verschillende persona’s in geënsceneerde zelfportretten, zoals een gewichtheffer, een jonge dandy in pak en een wit geschilderde porseleinen pop. In de jaren twintig verhuisde Cahun met haar stiefzus naar Parijs waar ze artikelen en romans publiceerden en kunstenaarssalons organiseerden. Cahun raakte bevriend met een aantal surrealistische kunstenaars en schrijvers, onder wie André Breton. Terwijl veel mannelijke surrealistische kunstenaars in deze periode de vrouw veelal portretteerden als een (seksueel) object van verlangen brak Cahun met de gevestigde orde door in haar werk genderidentiteit en het geslacht als een statisch gegeven te bevragen. Daarnaast was Cahun een gedreven schrijver en kunnen haar publicaties worden gezien een eerste aanzet tot gendervraagstukken van de twintigste eeuw.
Marlow Moss (1889-1958)
In de schaduw van grote mannelijke tijdgenoten als Piet Mondriaan en Theo van Doesburg maakte de tamelijk onbekende, Britse, radicaal modernistische Marlow Moss compleet abstracte werken. Moss, geboren als Marjorie Jewel Moss, verhuisde in 1927 naar Parijs waar ze aan de Académie Moderne les kreeg van onder meer Fernand Léger. In Parijs leerde Moss Mondriaan kennen en richt ze de Association Abstraction-Création op, een vereniging van non-figuratieve kunstenaars met leden als Jean Arp, Naum Gabo en Barbara Hepwort. Met een kort kapsel, strak gesneden colberts, jodhpurbroeken en met een sigaret in de hand had Moss een vrij androgyn voorkomen en werd vaak aangezien voor man. Haar werk, waarin primaire kleuren, rechte lijnen en geometrische vormen centraal staan, is door critici vaak omschreven als ‘masculien’, een duiding die misschien meer te maken heeft het voorkomen van Moss dan haar artistieke praktijk:
“Straight lines, primary colours and black rectangles are not actually ‘masculine’, any more than Marie Laurencin’s sploshy pastels are ‘feminine’, but that hasn’t stopped critics, past and present, from positioning either style on a spectrum of gender. Is it legitimate to wonder whether Moss consciously ‘wore’ hard-edged abstraction – much like the favoured tailored jackets, cravats and jodhpurs – as a strategy to disrupt the gender first assigned to the artist?” [1]
Lorenza Böttner (1959-1994)
In twee vitrines, verspreid over een muur en op diverse plekken in de Neue Galerie werd het werk van Lorenza Böttner tijdens de 14e Documenta in Kassel gepresenteerd. De Chileens-Duitse Böttner verloor als kind beide armen door ongeluk in een hoogspanningsmast waardoor ze de rest van haar leven wordt beschouwd als gehandicapt. Böttner groeide op in de omgeving van Kassel, waar een liefde voor klassiek ballet, jazz en tapdansen ontsproot en ze zichzelf leerde schilderen met haar voeten en mond. Een studie schilderkunst aan de Kassel School of Art and Design volgde, waar ze de naam Lorenza aanneemt en openlijk uitkomt voor haar identiteit als transgender vrouw. Haar oeuvre omspant zowel performance, als documentaties daarvan, zelfportretten, tekeningen en schilderijen.
“Lorenza’s dissident transgender body became a living political sculpture, a trans-armless sculptural manifesto. Surpassing categories of abstract expressionism or the feminist tradition of performance art, Lorenza painted and danced, in the streets, on paper or on canvas, claiming the right to exist and create in a transgender armless body.” [2]
Justin Vivian Bond (1963)
Eén keer per maand, achter de glazen pui van The New Museum in New York als onderdeel van de eerder besproken tentoonstelling Trigger: Gender as a Tool and a Weapon performt Justin Vivian Bond in een roze jurk, op een rode loper onder een felle spotlight. Met een blik op oneindig brengt Bond als een levend tableau vivant een ode aan het Amerikaanse jaren 70 model Karan Graham. Een paar verdiepingen hoger in de futuristische blokkendoos van het New Museum heeft Bond momenteel een kleine woonkamer ingericht, waar bezoekers omringd door zelfportretten in zachte aquarel tinten, kunnen neerploffen in een fauteuil al luisterend naar Bond’s eigen pianostukken. De New Yorkse transgender performance kunstenaar Mx. Justin Vivian Bond is niet enkel in de kunstwereld actief, maar heeft ook een Tony nominatie, verschillende awards en meerdere onderscheidingen verworven als performer.
Vaginal Davis (1969)
“I was always too gay for the punks and to punk for the gays. I am a societal threat”
– Vaginal Davis [3]
Intersex genderqueer artiest Vaginal Davis – ook wel bekend als Dr. Vaginal Davis, Vaginal Creme Davis, Mistress Veronika V’intrest, The Walking Installation Piece en Miss Bricktops – kan zonder twijfel worden gezien als de grondlegger van de queercore beweging. Queercore ontstond in de jaren 80 als underground sociaal-culturele beweging met roots in de punk en een sterke band met de LGBTQIA+ gemeenschap. De naam Davis is een hommage aan Angela Davis, de Amerikaanse academica, filosofe, politiek activiste en lid van de Black Panther Party. Naast een indrukwekkende muzikale carriere als onderdeel en grondlegger van de bands als Cholita!, black fag en de Afro Sisters onder andere, staat Davis tevens bekend om haar experimentele films en ontwrichtende performances met een esthetiek die ook wel als ‘terror drag’ wordt omschreven. Davis, wiens oeuvre in 2012 werd getoond in de eerste grote solotentoonstelling in Participant Inc. New York, geeft vandaag de dag performances en lezingen over heel de wereld.
Anohni (1971)
Anohni, bekend als leadzangeres van de band Antony and the Johnsons, haar diepe tenor-contralto stem en meeslepende teksten, organiseerde in 2017 de tentoonstelling en festival Future Feminism in Aarhus, Denemarken. Het omvangrijke programma bestaande uit performances, lezingen, workshops en evenementen stelde ze samen met performance kunstenaar, filmmaker en actrice Kembra Pfahler en kunstenaar en DJ Johanna Constantine. Een jaar eerder stelde Anohni een tentoonstelling samen in de Kunsthalle in Bielefeld, Duitsland, waar ze haar eigen werk – dat zij tien jaar lang in het geheim vervaardigde – toonde naast dat van fotograaf Peter Hujar, de Japanse Butoh-danser Kazuo Ono en de Amerikaanse kunstenaar James Elaine. Centraal in zowel haar kunstenaarsschap als muzikale uitingen staat het creëren van een sociaal bewustzijn over klimaatverandering, oorlog, politieke en maatschappelijke verhoudingen op een poëtische, indringende wijze.
[1]http://www.tate.org.uk/art/artworks/moss-composition-in-yellow-black-and…
[2] https://www.documenta.de/en/artists/21958/lorenza-bottner
[3] https://www.newyorker.com/culture/culture-desk/terrorist-drag-vaginal-davis