ACTIE REACTIE – waarom ik de afwijzingen die ik kreeg op sociale media deel
Een jaar geleden besloot Sytske van Koeveringe wekelijks met haar instagramvolgers een van de afwijzingen te delen die was binnengekomen als antwoord op haar inzendingen of aanvragen binnen haar beeldende en haar schrijvende werk. ‘Iedere maker kent het concept afwijzing. Bijna altijd eindigt zo’n gesprek met: ‘Het hoort erbij.’ Maar is het niet juist de bedoeling dat wanneer je beseft dat ‘dit erbij hoort’, je jezelf gaat afvragen of jij het er wel mee eens bent dat het zo gaat?’
Het is wellicht vanwege die herkenbaarheid dat haar project veel losmaakt: ‘Een gevestigde schrijver, van wie ik niet begrijp dat hij gevestigd is vraagt: ‘Wanneer plaats je eens iets wat wel lukt?’
- ACTIE
Vorig jaar plaatste ik een fragment van een mail uit 2015 van een redacteur van een semigrote uitgeverij op mijn Instagram:
Hoi Sytske,
Ik heb ondertussen nagedacht, over de schoonmaakstukjes en hoewel ik van iedere auteur snap om zijn of haar teksten maximaal te benutten, denk ik in alle eerlijkheid dat het bundelen van deze stukken geen meerwaarde gaat opleveren. Ik denk dat ze hun doel hebben gediend, doordat ze vingeroefeningen voor je zijn geweest, doordat ze online zijn gepubliceerd, doordat ik en andere mensen ervan hebben genoten. Ik denk dat ze gebundeld in boekvorm niet stevig genoeg overeind blijven staan. Misschien is dat het saaiige of eentonige wat je zelf ervaart. Ik vind dat er meer in je zit en dat we beter kunnen investeren in nieuw werk. Vind je dat stom of teleurstellend?
2. REACTIE
Tot mijn verbazing werd het bericht door veel mensen bekeken, meer dan het aantal volgers dat ik heb. Wat me opviel was dat het veelal schrijvers, redacteuren en andere mensen uit het literaire veld waren die ik niet volg, maar zij mij ook niet.
- ACTIE
Het was – en dat is het nog steeds – de bedoeling, dat ik wekelijks een afwijzing online zet zonder naam en toenaam, niet op chronologische volgorde en met zo weinig mogelijk context. Een andere regel die ik toepas op deze reeks is dat deze afwijzingen volgen op mijn inzendingen of aanvragen binnen mijn beeldende en/of schrijvende werk. Dus alle overige afwijzingen van bijvoorbeeld mijn bijbaantjes, binnen mijn vriendschappen of liefdesrelaties laat ik voor wat ze zijn.
Een andere belangrijke regel die ik hanteer is dat ik bij de post geen verhaal schrijf over wat ik er mogelijk van heb geleerd – kots in je mond –, maar ook een cynische opmerking mag ik er van mezelf niet bij zetten. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat ik toegeef dat ik eventueel moordzuchtige wraakgevoelens heb – en dit is een grap. Afijn.
Gewoon, sec een wekelijkse afwijzing op jouw Instagram-feed, wie wil dat nou niet?
- REACTIE
Er is een dichteres die ik hoog heb zitten, die me na een x-aantal van mijn wekelijkse afwijzingen schreef: Dit zet alles zo in perspectief, heerlijk!
Een mannelijke auteur berichtte: Ik hoorde van redacteur x over je afwijzingen, wat verfrissend, het werkt enorm op mijn lachspieren.
Een redacteur van een tamelijk kleine uitgeverij: Ik voel me betrapt, ik denk nu drie keer na voor ik een manuscript afwijs. Maar dit is niet voor mij bedoeld toch? Haha
Een bevriende curator: Ik wil je niet afwijzen, maar je tekst is net te lang, kom ik nu ook in die reeks, kun je je tekst inkorten naar duizend woorden? Dan wordt je tekst meegenomen!
- ACTIE
Ik verzamel mijn afwijzingen sinds 2012, en eerlijk gezegd is de precieze ontstaansreden van mijn verzameling mij ontgaan.
Soms denk ik dat het komt door iets van een tijdje geleden, toen een gevestigde schrijver bij de ontvangst van de Libris Literatuur Prijs onder andere de afzenders van zijn afwijzingen bedankte. ‘Het heeft me gebracht waar ik nu sta,’ zei hij.
Of misschien hebben de gesprekken met andere kunstenaars en schrijvers invloed op me gehad: iedere maker kent het concept afwijzing. Bijna altijd eindigt zo’n gesprek met: ‘Het hoort erbij.’ Maar is het niet juist de bedoeling dat wanneer je op het punt beseft dat ‘dit erbij hoort’, je jezelf gaat afvragen of jij het er wel mee eens bent dat dit is zoals het gaat?
Een andere reden van mijn verzameling zou kunnen zijn dat die afwijzingen mijn positie als schrijver en schilder gingen bepalen: als tijdschrift 1 me niet wil, hoe zit het dan bij tijdschrift 2? Ik begon kritischer te kijken naar de inhoud van kranten, tijdschriften en online platforms en tijdens dit onderzoek vroeg ik mezelf af: wat voor kunst maak ik eigenlijk?
Een andere reden kan zijn dat een docent op de Gerrit Rietveld Academie een keer zei: ‘Maak van dat wat je niet kan, je kunst, dan heb je goud in handen.’ Misschien dat ik dit nogal serieus ben gaan nemen, maar om nou te zeggen dat al die afwijzingen door de jaren heen goud zijn geworden…
- ACTIE
Hoi Sytske,
Mijn voorkeur gaat uit naar schrijvers die zich de afgelopen jaren hebben doorontwikkeld.
Hier hoor jij wat mij betreft niet bij.
Alle goeds,
2. REACTIE
Ergens midden 2020 stroomden de afwijzingen binnen, als een daklekkage tijdens een vierentwintig uur durende hoosbui, mijn mailbox binnen.
Toen ik met een vriendin door het park liep zei ik: ‘Ik weet niet of ik moet blijven doorgaan met schrijven en schilderen of dat ik moet stoppen. Ik weet dat ik in de kern niet maak voor een ander, maar ik weet ook niet hoelang ik de klappen van de ander nog wil en vooral kan incasseren.’
En van het park liep ik door naar de online krochten van de afwijzing: bedankt worden, deballoteren, abstineren, afdanken, afkeuren, afslaan, afstemmen, afstoten, afweren, afwikkelen, afwimpelen, geweigerd worden, mishagen, niet aangenomen worden, niet toegelaten, niet geaccepteerd en negen van de tien keer maakt het niet uit wat je nog te zeggen hebt want er is al bepaald of je ergens tussen past, bij hoort, welkom bent. Dit hoeft niet gewichtig te zijn, niet groots, een afwijzing hoort erbij, is gewoon onderdeel van het werkende leven.
- ACTIIE
Sytske,
Begrijp me goed: als arena/omstandigheden is het allemaal intrigerend en spannend, maar een roman moet toch een dynamiek hebben, een verhaal dat iets opent. Dat verhaal is er doorheen te vlechten of ernaast te vertellen, ik moet daar over nadenken.
Dus wat je hebt is oké, maar het is maar een deel. Het is géén roman.
- REACTIE
In het woord afwijzing zit wijzen. Dat kan meer behelzen dan terechtwijzen, het kan iets stimulerends zijn. Bijvoorbeeld toewijzen, iets aanwijzen: kijk, heb je hier ook aan gedacht? Een nieuwe opening, een smal pad om voorzichtig overheen te lopen, af te tasten, om je heen te kijken: zit je op de goede weg? Er is iemand die je ziet, want die heeft een opening voor je gemaakt en hoogstwaarschijnlijk het pad al bewandeld.
Je kunt een afwijzing zien als iets dat je bij de hand neemt, je ergens naartoe leidt, wat kan zorgen voor iets dat wordt aangeduid met dat belachelijk idiote woord ‘ontwikkeling’ of ‘groei’ zodat jij verder komt met waar je mee bezig bent. Misschien niet hoe je het in eerste instantie had uitgedacht maar, je doet het wel. En met genoeg doorzettingsvermogen en uithoudingsvermogen kunnen afwijzingen ook een enorme drive geven, een drang om te bewijzen dat ook jij – weliswaar via een andere weg – er komt, wáár is voor iedereen onduidelijk, maar ergens diep in jezelf weet jij waar je heen wilt. Daarnaast kan die ‘nee’ van de ander ervoor zorgen dat je wordt opgemerkt, gezien en of gehoord: in het gunstigste geval word je iets toegekend, word je erkend, en wordt jou uiteindelijk iets gegund omdat jij diegene was die er niet tussen paste maar die wel bij bleef. En is blijven proberen.
- ACTIE
Omdat mijn stagiair in het laatste jaar van Creative writing op ArtEZ zit, heb ik via haar een selectie afwijzingen gestuurd naar haar klasgenoten.
Het voorstel: lees ieder twee afwijzingen voor, neem dit op en stuur ze naar mij.
- REACTIE
Een gevestigde schrijver, van wie ik niet begrijp dat hij gevestigd is vraagt: ‘Wanneer plaats je eens iets wat wel lukt?’
Mijn redacteur vraagt argwanend: ‘Die afwijzingen van je, kun je hier iets meer over vertellen?’ Wonderlijk is dat de rest van de mensen bij mijn uitgever hier niets over zegt, terwijl minstens vier van hen de wekelijkse afwijzingen bekijken.
Een vrouw van een fonds vraagt: ‘Ik hoorde via via over je wekelijkse afwijzing, geestig erg geestig, maar gooi je zo niet je eigen ruiten in?’
Een schrijver die ik bewonder zegt: ‘Ik vind het heel stoer van je, dapper, moedig. Een heel goed fuck you- gehalte. Dit moet je blijven doen, dit is nodig.’
Een andere schrijver: ‘Waarom zou je in godsnaam beginnen met zoiets als een afwijzing?’
Een vrouw die ik niet ken maar van wie het wel de bedoeling was dat ik haar ken, begon over antisemitisme en toen over de Tweede Wereldoorlog en toen over dat joden altijd worden afgewezen om wie ze zijn, dat ze daar echt helemaal niets aan kunnen doen. Of ik dat boek ken dat daarover gaat.
Online krijg ik een tip van een vrouwelijke kunstenaar, een linkje naar een documentaire over een Amerikaanse vrouwelijke kunstenaar die een sculptuur heeft gemaakt van spijkers: elke spijker staat voor een afwijzing binnen haar carrière.
Een andere kunstenaar schrijft: Ik sta er nooit bij stil dat we eigenlijk met zoveel afwijzingen te maken hebben, ik ben benieuwd wat je hiermee gaat doen! Ik geniet er in ieder geval van!
En dan heb je ook nog een lieve groep mensen die het niet helemaal meekrijgen en denken dat ik elke week in zak en as zit. Die sturen privéberichten die voornamelijk bestaan uit emoji’s van hartjes, spierballen of woorden als: kom op, houd vol of niets van aantrekken hoor.
2.1 REACTIE
Die audio-opname van die vierdejaarsstudenten is dus best wel tof geworden. Vooral omdat de namen van de uitgeverijen, personen, tijdschriften, instituten, galerieën, andere expositieruimtes niet worden uitgesproken maar zijn vervangen door piepjes. Zo’n piep als in een documentaire, wanneer iemand vloekt. Hoog, schel, iets verbloemend maar toch blijft duidelijk wat er wordt gezegd.
Er is ook een audio-opname van acht minuten met alleen maar piepjes. Als ik die beluister, krijg ik een beklemmend gevoel in mijn borst en raak ik gefrustreerd, geïrriteerd en wil ik dat het stopt.
- ACTIE REACTIE
Er zijn meerdere redenen waarom ik voorlopig de afwijzingen online blijf gooien. Een reden is dat ik het contrast tussen mijn afwijzingen in combinaties van de foto’s van de online successen en pleziertjes op mijn Instagram-feed esthetisch gezien erg mooi vindt.
Een andere reden is omdat ik veel jongere makers hiermee hoop te laten inzien: niets aantrekken van die afwijzingen, maar lekker blijven doorgaan jij.
Nog een andere reden is de hoeveelheid van afwijzingen te laten zien die gepaard gaat met schrijven of het maken van beeldend werk en dat dit gedeelte er dus echt ‘bij hoort’.
Weer een andere reden is hoeveel mensen het schrijver of kunstenaarschap romantiseren, terwijl ik het óók ervaar als keihard werken.
Nog een reden is dat ik het een wonderlijk gegeven vind dat je als afgewezene veel van jezelf hebt vrijgegeven – een idee, een verhaal, een werk – en dit door iemand die je niet kent wordt beoordeeld en dat diegene jou dus kan afwijzen. Dat dit bepalend kan zijn voor de afgewezene. Dit zit toch hoe je het ook wendt of keert scheef?
Want wie is die ander, waar komt die vandaan en waarom heeft die in zekere zin de macht – want in the end zou elke afwijzing kunnen gaan over machtsverhoudingen – over dat wat jij van plan bent te doen? Meestal staat die ander – de afwijzer in kwestie – niet open voor een gesprek en is er sprake van een disbalans. Ergens logisch, de afwijzer blijft anders bezig iedere afwijzing te beargumenteren – zoveel tijd en zin is er niet. Anderzijds, van alle afwijzingen die ik heb, zijn er zes afwijzers die ik lief vind, die sympathiek zijn omdat ze met me meedenken, andere openingen bieden en mij persoonlijk iets terugsturen. Ik geloof dat veel afwijzers hier nog wat van kunnen opsteken.
Nog een reden: ik houd ervan om onderwerpen waarbij mensen een eyeroll maken open te breken, hier oneindig lang in te poeren, vraag me niet waarom.
Weer een andere reden, en voor mij persoonlijk de belangrijkste, is dat ik me bewust ben van mijn drang om te blijven creëren. Ik realiseer me steeds vaker hoeveel geloof en energie ik hieruit put. Ik sta als ik eerlijk ben versteld van mijn eigen doorzettings- en uithoudingsvermogen, al die afwijzingen zijn hier het bewijs van. Hoe ouder ik word, hoe meer ik maak, hoe vaker ik denk: whatever, ik ga toch wel door.