Aanraken met je ogen, kijken met je handen – Diego Bianchi en Mariano Mayer over Táctica Sintáctica in Marres
Met Táctica Sintáctica laten kunstenaar Diego Bianchi en curator en dichter Mariano Mayer nieuwe perspectieven los op bestaande werken door deze op een geheel eigen, speelse, fysieke manier te verweven met de tentoonstellingsruimten in Marres, tegen de museum-routine in. Het doel was de tegenstellingen tussen object en bezoeker op te heffen en hun lichamen te bevrijden van de regels die voorschrijven hoe we ons in een museum horen te gedragen. In deze dialoog gaan Bianchi en Mayer het gesprek aan over hun bijzondere samenwerking en het proces dat eruit voortvloeide: ‘We probeerden ons van de inhoud te distantiëren en sloten een zacht pact met de kunstwerken. We wilden ze hetzelfde behandelen als elk ander object, als een materiële aanwezigheid die spreekt en ons leven verandert.’
Hoe kan ik boos worden als iemand een van mijn werken niet meer mooi vindt, als hij het haat en misschien wel wil vernietigen. Ik zou het vervelend kunnen vinden, maar onverschilligheid vind ik vele malen erger.
— Diego Bianchi
Vertrouwende op de observaties van de rug.
— Sol Pipkin
Mariano Mayer
Toen we begonnen te praten over hoe we een tentoonstelling konden organiseren op basis van een selectie van werken van een museum, samen met een serie van jouw werken, ontdekten we onze belangstelling voor tentoonstellingen in het algemeen. En ook onze interesse in het vinden van een integrale manier van handelen, waarbij elk element van een tentoonstelling jouw werk als kunstenaar vormt.
Diego Bianchi
Ik denk dat het een goed idee was om ons vanuit een syntactische nabijheid te verbinden met de werken en tegen de museum routine in te gaan. Daardoor kunnen we ons verloren voelen, maar deze houding maakt ook een nieuwe vorm van communicatie mogelijk. We probeerden ons van de inhoud te distantiëren en sloten een zacht pact met de kunstwerken. We wilden ze hetzelfde behandelen als elk ander object, als een materiële aanwezigheid die spreekt en ons leven verandert.
MM
We wilden een ruimte creëren zonder hiërarchie waarin de kunst werken op intuïtieve manieren in verbinding komen, zowel met elkaar als met de verschillende elementen in een tentoonstelling. We kunnen dit zien als een methodologie, maar ook als een bevrijdende belangstelling die ons in staat stelt om de werken anders te ervaren. We worden daar bij niet alleen gestuurd door smaak, culturele verhalen of genealogie, maar ook door nieuwe vormen, elementen, artistieke gebaren, han delingen, materialen en omgevingen.
DB
Het is een spel van ontleding waarbij de werken en de materialen waarvan ze gemaakt zijn hun rol ken baar maken. Lijsten van beukenhout, gehard glas, methacrylaat, maar ook het gewicht van de werken, hun afmetingen of de manier waarop ze zijn opgehangen worden benadrukt. Uit al deze elementen hebben we een soort ongemak bedacht dat de ruimte om elk werk kan transformeren. Zo kan een kunstwerk een deur zijn, een bank een ding dat op me wacht of een hellingbaan een instrument dat me aanspoort om te volgen. Het idee van hergeboorte bleek de sleutel te zijn. Een foto kan niet door muren heen gaan, maar de suggestie ervan maakt wel de poëtische kracht van dat beeld voelbaar.
MM
Deze aanpak heeft niet alleen invloed op de kunstwerken, maar ook op de verschillende perspectieven van waaruit ze worden bekeken en de architectuur van de tentoonstelling in het algemeen. Het was daarom belangrijk om goed na te denken over het gedrag van de bezoekers. Door hun bewegende lichamen als beeldende elementen in de tentoonstelling voor te stellen, probeerden we de tegenstelling tussen bezoekers en objecten op te heffen.
DB
Het lichaam moet uitgedaagd worden om zijn vermogens te leren kennen. Als de code waarmee het de wereld kan begrijpen wordt veranderd, omdat de kunst op een ongebruikelijke manier wordt getoond, verandert ook de gevoelde verbinding tussen het lichaam en het kunstwerk. Door kunst te verbinden met de manier waarop we door een ruimte bewegen, geven we ons lichaam de mogelijkheid tot perceptie terug. Valentijn (Byvanck, directeur van Marres) zegt dat ik in zekere zin probeer de lichamen te bevrijden van de regels die voorschrijven hoe we ons in een museum horen te ge dragen. Een geplette peuk midden op een hellingbaan, een haar die aan het plafond hangt of een olijf die onder een werk is weggegooid, kan het lichaam veranderen in een ontvanger van de meest onzichtbare schakels.
MM
Jouw kunst brengt veel dingen samen: architectuur, media, tentoonstellingsdragers, gevonden voorwerpen en vooral verschillende auteurs. In de tentoonstelling bewegen deze dingen allemaal gelijktijdig en dat heeft grote invloed op de ervaringen van de bezoekers. Bovendien zorgt deze hyperstimulus ervoor dat je, als kunstenaar en bezoeker, nieuwe paden kunt bewandelen. Zoals je in een eerder bericht schreef: “Iets begrijpen met je onderbuik en waarderen met je botten.”
Wat dat laatste betreft is het belangrijk om te benadrukken dat het artistieke proces dat we bij Marres op ons hebben genomen, alleen het meest operationele en functionele deel van de eerste versie van Táctica Sintáctica (Museo CA2M, Móstoles, Spain, 2022) herhaalt. We weten welk algemeen effect we hiermee bereiken, maar we kunnen alleen spreken over de specifieke kenmerken van de ervaring en de indrukken die op intuïtief niveau wakker worden geschud. En dat is bij Marres weer iets heel anders dan in Madrid. Uiteindelijk krijgt een tentoonstelling alleen vorm doordat alle componenten tegelijkertijd worden geactiveerd. Witold Gombrowicz schreef in de proloog voor zijn boek Trans-Atlantyk: “[dit boek] bevat geen onderwerpen buiten het verhaal dat hier wordt verteld.”
DB
De tentoonstellingsruimte kan gezien worden als een sculptuur, door haar zo te ervaren wordt het spel geopend en kunnen we ons op allerlei manieren gedragen als we er doorheen lopen. De tastbaarheid van de voorwerpen en werken die ik heb gemaakt staan voor het tussengebied waarin lichamen van bezoekers hun aandacht verdelen tussen ideeën en zintuiglijke waarnemingen.
MM
Nu begrijp ik je opmerking beter: “De snorharen van de kat zijn haren, net als die van ons”.