Aan het papier toevertrouwd
Ze schrijven elkaar over hun interesses, overtuigingen, angsten en drijfveren. Ze discussiëren, troosten, delen en vertellen over de dingen van de dag en het leven. Ze praten over hun werk, de valkuilen en de successen.
Bij aanvang van de correspondentie kenden Elisabeth Koetsier (1952) en Manon de Roode (1957) uitsluitend elkaars werk. Koetsier begon met schrijven omdat het werk van De Roode haar aansprak en zij benieuwd was naar de kunstenaar achter het werk. Haar behoefte aan contact en de wens om het eenzame kunstenaarsbestaan te doorbreken, maakte dat zij Manon de Roode schreef: “Je zoekt een zielsverwant die weet wat het kunstenaarsbestaan inhoudt, iemand die de vreugde van een geslaagd werk net zo intens viert als ik en die daarnaast alle teleurstellingen en valkuilen maar al te goed kent.”
Een correspondentie die twee decennia beslaat, laat evident sporen na. Zo zijn er bijnamen ontstaan: Valentina Krekelova voor Manon de Roode en Principessa voor Elisabeth Koetsier.
Aan het papier toevertrouwd
20 jaar briefwisseling tussen kunstenaars Elisabeth Koetsier en Manon de Roode
14.02 t/m 13.04.2014 | CODA Museum