41 twijfels van de jonge kunstenaar
Dit artikel wordt vandaag opnieuw gepubliceerd in verband met het evenement ARTY PARTY dat aanstaande vrijdag plaatsvindt in de Melkweg. Mister Motley heeft samen met tientallen culturele instellingen meegewerkt aan de selectie van kunstenaars voor deze dag. (Kijk onderaan het artikel voor meer info)
Het boek Eenenveertig brieven van de jonge kunstenaar, geïnitieerd en samengesteld door Roos van den Oetelaar en Renée Verberne is een reactie op het in 2007 verschenen Eenenveertig brieven aan de jonge kunstenaar, waarin adviezen stonden van ervaren kunstenaars, critici en auteurs, maar de stem van de jonge, recent afgestudeerde makers zelf ontbrak. In de nieuwe uitgave waarvan de kaft van het boek losgemaakt en opengevouwen moet worden om een tekst te onthullen en elke brief pas te lezen is door van elk het scheurrandje te doorbreken, spreken jonge kunstenaars over hun ervaring, angst, onzekerheid en vragen rondom het kunstenaarschap. Meral van de Velde schreef: “Ik hoop dan ook in de toekomst met passende trots te kunnen zeggen: ‘Ik ben Professioneel Kunstenaar’, in plaats van ‘Zoekend Worstelaar’.”
De benaderingen van de eigen positie wordt door elke kunstenaar anders verwoord. Sommigen schrijven naar (de toekomstige versie van) zichzelf of de ‘Aardbewoner’ in briefvorm, een ander lucht zijn hart bij een kunstwerk dat hij bewondert. Soms zijn de vertellingen cryptisch of poëtisch, anderen zijn direct en kwetsbaar. In de brief van Iris Cuppen vergelijkt ze haar hoofd met een wc-pot en spreekt van walvissen en poep, gericht aan haar geweten. Dit is een humoristische inslag die verfrissend is, al is de zwaarte van het gesprek met haar geweten weldegelijk aanwezig. Matthijs Walhout schrijft, herschrijft en verbetert en is openhartig over het feit dat hij geen houvast meer heeft: “ik weet ook dat ik mezelf nu moet redden. Geen God, geen academie, geen goed excuus want ik ben nu een kunstenaar.”
Over het algemeen lijkt de jonge kunstenaar er alleen voor te staan. In meerdere brieven bestaat een zekere twijfel over of je een kunstenaar genoemd kunt worden wanneer je nog geen idee hebt wat je aan het doen bent, of hoe je je verhoudt tot de wereld om je heen. Een enkeling heeft snel succes en krijgt dit vaak te horen als hij oud-studiegenoten tegenkomt op straat, “Een opmerking die waarschijnlijk vooral vleiend bedoeld is, maar waar ik nooit direct een antwoord op kan geven. Helemaal niet als ik de dag daarvoor hard mijn atelierdeur dicht heb geslagen omdat niets die dag mijn vingers uit kwam en alle ideeën door mijn eigen kritische twijfels vakkundig de grond in werden geboord.”
Er wordt menigmaal gesproken over bijbaantjes om het kunstenaarschap mogelijk te maken. De een werkt in een koffiebar, de ander in een galerie of museum. De vastigheid en het weten wat er van je verwacht wordt geeft sommigen rust, anderen weten niet zeker of ze zich wel thuis voelen in een commerciële wereld van de kunst, maar het is en blijft realiteit dat zelfs water en brood niet uit de lucht komen vallen. ‘Anoniem’ schrijft “Moet ik gaan voor mijn carrière in een baan, geld verdienen en mezelf zo in de wereld plaatsen of moet ik toch durven voor de kunst te gaan? Ik denk het wel. De rest zal zich vanzelf wijzigen.”
Waar het loskomen van de academie voor sommigen een kwelling is en een groot, zwart gat is het voor Manon Vosters een bevrijding. Alle vragen van docenten tijdens haar fotografieopleiding die haar tot wanhoop dreven kan ze achter zich laten, maar hebben haar wel gebracht tot de zelfkennis en een bewustzijn van wat ze wil bereiken met haar kunst: namelijk de gebreken van de mens blootleggen in een wereld waar deze vaak worden verborgen in een doosje in een la van een kastje in een hoek van een donkere zolder. En in die la ligt ook dit boek.
De jonge kunstenaars storten hun hart uit, leggen alles bloot en vormen hierdoor een veelzijdig geheel van angst, hoop, verwarring en passie. Opmerkelijk is dat de meeste kunstenaars spreken van het zwarte gat en vooral twijfelen aan zichzelf en hun werk, wat op zichzelf niet verrassend is, maar door de persoonlijke benadering van elke schrijver krijgt de jonge kunstenaar van deze tijd weldegelijk een stem en krijgen de voorziene moeilijkheden de uitwerking die ze verdienen. Je leert als lezer alle eenenveertig kunstenaars –want het begint ermee het beestje bij zijn naam te noemen- kennen. Je wordt meegenomen in wat hen doet bevriezen of bewegen, maar ook in dagelijkse rompslomp. Met elke scheurrand wordt een wereld geopend van verhalen en dromen waar je even naar binnen mag gluren en over de schouder van de briefschrijver mee kunt kijken. Sommige schouders trillen, anderen zijn breed en sterk, zoals die van Klaas Burger: “Het gaat er gewoon om of je het aandurft. Dat je het kan maken. Dat je het kunt volhouden. Dat je het doet. Het gaat om maakbaarheid. Anders moet je er überhaupt niet aan beginnen.”
————————————————————————————————————————
Vrijdag 27 juli vindt de tweede editie van ARTY PARTY plaats. De enige avond in ‘t jaar dat jong, net afgestudeerd talent alle zalen en hoeken van Melkweg bezet met kunst. ARTY PARTY is het event waar je jong kunsttalent, speciaal geselecteerd door talentscouts (De Appel en Marres tot Mister Motley, Unfair en meer), een avond lang op een onconventionele manier kan bezichtigen. En art = party, dus naast fotografie, performances, beeldend werk en installaties in elke hoek en zaal van de Melkweg is er ook live muziek van New York rapper Le1f en Countess Malaise. Bovendien zijn er ook speed dates met talent scouts voor iedereen die zijn portfolio meebrengt, een leerzaam programma voor jonge kunstenaars door The Construction Club en nog meer! Klik hier voor meer info.