What We Have Overlooked
Framer Framed zit verstopt achter het café van de Tolhuistuin. Het is een expositieruimte waar thema’s als minderheden en gender vaak de hoofdrol spelen in tentoonstellingen. Transculture kunst en politiek staan hier centraal. Het is ruimte die zich schikt tot discussie en debat. De expositie ‘What We Have Overlooked: Museum Arnhem te gast bij Framer Framed’ die op dit moment te zien is, is gecureerd door Mirjam Westen, conservator hedendaagse kunst van Museum Arnhem. Het toont werken die door Museum Arnhem in de afgelopen vijfentwintig jaar verzamelt zijn: een scala aan niet-westerse kunst.
Opvallend is het aantal kunstwerken van vrouwelijke, niet Nederlandse kunstenaars, waaronder de video-installatie van Lida Abdul (1973). De video en performance kunstenaar is geboren en getogen in Kabul, Afghanistan maar heeft als kind door de Russische inval en de oorlog die volgde, noodgedwongen moeten vluchten naar Duitsland en later India, waar ze een tijd als vluchteling heeft gewoond voordat ze in Amerika een bestaan op kon bouwen. Tegenwoordig werkt en woont ze weer op haar geboortegrond, Afghanistan. Persoonlijke gebeurtenissen en de historie van haar moederland staan centraal in haar kunst. Met haar werk laat Abdul op poëtische wijze zien dat de problematiek van haar directe omgeving nauw samenhangt met werelden daarbuiten. De titel van de tentoonstelling refereert tevens naar de titel van haar video: What We Have Overlooked (2010).
De video toont het beeld van een helder blauw een meer, vlakbij hoofdstad Kabul. Midden in het meer staat een man, met zwarte vlag in zijn hand. Langzaam aan lijkt de man weg te glijden het water in, totdat hij uiteindelijk verdwijnt onder de wateroppervlakte. Met haar werk ‘What We Have Overlooked’ onderzoekt Abdul de relatie tussen het individu en de natie. Deze wordt vertegenwoordigd door de vlag in haar abstractie als symbool.
In 2006 werd het homohuwelijk in Zuid-Afrika gelegaliseerd, sinds dien wordt er gewerkt aan het erkennen van de rechten van homoseksuelen, lesbiennes en transgenders in het land. Echter heerst er veel discriminatie omtrent de Queer scene wat meervoudig leidt tot verkrachting en soms zelfs moord.
De fotografie van de Zuid-Afrikaanse Zanele Muholi kenmerkt kwetsbare en betrokken portretten, verbeeldingen van de lesbische identiteit in Zuid-Afrika. Met haar foto’s vraagt Muholi dan ook aandacht voor de positie van homoseksuelen in haar land. Persoonlijke verhalen van de individuen die zij ontmoet bieden inspiratie voor haar kunst. Met haar activistische beelden en documentaires roept Muholi aversie en soms homofobe reacties op, maar weet ze tevens dit thema in Zuid-Afrika open te breken en een bespreekbare plek te geven in de samenleving.
Zes pruiken, gemodelleerd tot de vorm van belangrijke, prominente gebouwen uit verschillende steden in Zuid-Afrika, zoals Disa Park uit Kaapstad en Unisa Building uit Pretoria, de hoofdstad van Zuid-Afrika. Het zijn de hoofddeksels van kunstenaar Meschac Gaba (1961), ze pronken op de gladde hoofden van etalagepoppen te midden van Framer Framed’s expositiezaal. De kunstenaar heeft zich uitgeleefd en verdiept in de rijke traditie van de Afrikaanse haarvlechttechniek. Met uitbundig gekleurde strengen nep haar heeft hij allerlei objecten weten te fabriceren.
Gaba is afkomstig uit Benin, west Afrika, waar hij als autodidact te werk ging en zichzelf verloor aan de kunst. In 1996 verliet Gaba Benin, hij werd aangenomen aan de Rijksakademie in Amsterdam waar hij werkte aan een conceptueel, rondreizend museum: ‘Museum of Contemporary African Art’ (MCAA). In de loop van de jaren ontwikkelde hij voor zijn museum steeds een nieuw onderdeel, ‘kamers’ die hij presenteerde in de vorm van een installatie, waaronder zijn eigen bruiloft die diende als performance in het Stedelijk museum: The Marriage Room. Alle installaties en onderdelen van Gaba’s ‘kamers’ zijn aangekocht en maken nu deel uit van de vaste collectie van Tate Modern in Londen.
Met zijn hoofddeksels waar de metaalstructuur van een helm in verstopt zit zodat de sculpturen daadwerkelijk draagbaar zijn, verwijst Gaba naar het welbekende plaatje van de Afrikaanse vrouw die op traditionele wijze haar spullen op haar hoofd draagt. Door het dragen van de kunstwerken van Gaba worden de waren die een vrouw met zich meedraagt omgeruild voor macht, terwijl de machtige gebouwen contrasterend kwetsbaarder zijn geworden. Het ontbreken van een economisch evenwicht in de wereld stelt hij met zijn sculpturen aan de kaak. Niet alleen monumentale Afrikaanse objecten staan centraal in zijn werk, juist de westerse architectuur is vaak inspiratiebron. Door deze beeldtaal letterlijk te verweven met de afrikaanse, duidelijk niet-westerse vlechttechniek, komen de Afrikaanse en de Westerse cultuur samen in Gaba’s kunst. De koloniale benadering van de Afrikaanse kunst in het westen dient anders gezien te moeten worden, is de boodschap van deze kunstenaar.
Deelnemend kunstenaars:
Lida Abdul, Özlem Altin, Carlos Amorales, Atousa Bandeh, Melanie Bonajo, Dineo Seshee Bopape, Esiri Erheriene-Essi, Angèle Etoundi Essamba, Meschac Gaba, Regina José Galindo, Remy Jungerman, Roshini Kempadoo, Monali Meher, Zanele Muholi, Ria Pacquée, Araya Rasdjarmrearnsook, Laura Samsom-Rous, Michael Tedja, Lidwien van de Ven, Kara Walker, HW Werther